Arsacal
button
button
button
button


Iets geven of jezelf geven....

De rijken en de weduwe, 32e zondag door het jaar B

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 8 november 2015 - 1051 woorden
Interieur O.L. Vrouw Hemelvaart, Heemstede
Interieur O.L. Vrouw Hemelvaart, Heemstede

Op de 32e zon­dag door het jaar was ik in Heem­ste­de, in de O.L. Vrouw Hemel­vaart­kerk, waar we na­tuur­lijk ook JanJaap van Peprerstraten in het gebed hebben aan­be­vo­len, die aanstaande zater­dag om 10.30 in de grote bed3evaart­ka­pel in Heiloo tot diaken wordt gewijd met drie anderen (Mariusz Momot en de per­ma­nent diakens Jeroen Hoekstra en Paul Leferink). Jan Jaap is werk­zaam in de pa­ro­chies van het Klaver­blad, waar ook de Hemel­vaart toe behoort.

Ik heb de volgende homilie gehou­den:

Homilie

Iets of alles

Ik denk dat we allemaal wel
op een of andere manier ervaren hebben
dat het een heel groot verschil is
of je iets gegeven hebt
of dat je jezelf hebt gegeven.
Als we een aar­dige duit in het zakje hebben gedaan
bij een collecte voor een goed doel,
kunnen we daar een goed gevoel over hebben:
we hebben armen geholpen,
de pa­ro­chie gesteund,
een mooi project
finan­cieel mee van de grond getild.
Dat is fijn en dat is goed.
Maar het is na­tuur­lijk nog iets vol­ko­men anders
als je zoon of dochter,
je man of vrouw of één van je ouders
in nood is door ziekte,
door akelige gebeur­te­nissen
of door ver­keerde vrien­den bij­voor­beeld.
Voor hen hebt U Uw leven gegeven,
zij staan in het hart van uw bestaan,
het doet pijn als het hun slecht gaat
en U zou er alles voor over hebben
opdat het hun goed gaat.

Gekidnapt

Een multimiljonair
wiens dochter gekidnapt was
wilde wel heel zijn vermogen geven
om zijn dochter vrij te krijgen.
Dat is de liefde.
De liefde heeft uit zich­zelf iets totaals,
zij kent in zich­zelf het verlangen
om zich helemaal te geven,
onvoor­waar­de­lijk, zon­der kleine lettertjes.
De liefde overwint alles.

Gekwetst

Zelfs als we diep teleur­ge­steld wor­den,
zal die liefde toch ergens blijven bestaan.
Juist de diepte van het gekwetst zijn
door iets wat er is gebeurd,
is een teken van die liefde.
Als je niet had liefgehad
was je niet zo gekwetst.
Ouders ervaren dat tegen­over hun kin­de­ren:
het blijven hun kin­de­ren
wat ze ook doen.
Kin­de­ren ervaren dat tegen­over hun ouders:
het blijven hun ouders,
wat er ook gebeurd is.
Man en vrouw voelen dat tegen­over elkaar:
ze blijven man en vrouw
al was het hef­tig wat er gebeurde,
want het was voor goede en slechte dagen,
voor- en te­gen­spoed
dat het “ja-woord” was ge­spro­ken.

Nietig­heid

(Waar­mee ik even terzijde laat
dat er ook redenen kunnen zijn
waarom dat ja-woord nooit een echt ja-woord was
of waarom een huwe­lijk niet wer­ke­lijk of moge­lijk was.
Paus Fran­cis­cus heeft pas
de ker­ke­lijke pro­ce­dure ver­een­vou­digd
om dat vast te stellen).

Drempel

De liefde is totaal, radicaal, ‘helemaal’,
je kunt niet voor de helft lief­heb­ben.
Toch is dat bepaald niet ge­mak­ke­lijk
voor mensen in onze tijd.
We zijn zo gewend geraakt
alles in de hand te kunnen hebben.
Het is waar­schijn­lijk een reden
waarom er min­der wordt getrouwd.
Zeker een ker­ke­lijk huwe­lijk
wordt ervaren als een drempel:
dat is voor het hele leven
en wie kan er in de toe­komst kijken,
wie weet hoe het over tien jaar zal zijn?
Maar tege­lijk is er eigen­lijk geen echte keus:
want de liefde vraagt alles,
die vraagt dat we ons­zelf geven
en niet alleen dat we “iets” geven.
Dat is het verschil
tussen arme weduwe en de rijken
in het evan­ge­lie van vandaag,
de rijken die best veel in de offerkist laten valen,
maar nog genoeg voor zich­zelf over hou­den.
Die rijken kunnen het gevoel krijgen
dat ze best iets moois hebben gedaan
voor de armen,
maar uit­ein­delijk raakt het hen­zelf niet,
hun bestaan hou­den ze gewoon in eigen han­den,
ze drinken er ‘s avonds geen wijntje min­der om.
Maar die arme weduwe die gaf alles,
alles waar ze van leven moest.
Zij gaf haar men­se­lijke zeker­he­den op,
zij waagde de sprong van de liefde
door alles te geven.

Twee pen­ningen

Ja, maar, zult U mis­schien zeggen,
met die twee pen­ningen had ze het ook niet gered,
met wat zij zelf bezat
had zij toch niet in leven kunnen blijven,
mis­schien was dit offer wel de beste in­ves­te­ring.
Precies, zo is het!
Met twee pen­ningen ter waarde van een cent
was zij niet ver geko­men.
Het ver­stan­digste wat zij in feite kon doen
was dat weinige maar te geven
en op God te ver­trouwen.
Maar zo is ons eigen leven ook.
Ook wij hebben eigen­lijk maar twee pen­ningen.
Wij denken vaak
dat we ons eigen leven zeker kunnen stellen
door angst­val­lig vast te hou­den
wat wij­zelf bezitten,
door te bouwen op onze eigen aardse zeker­he­den:
ons geld, ons bezit, onze relaties.

Niet voor sukkels

Wij denken vaak dat je pas op God moet ver­trouwen
als je zelf niks meer hebt,
het zelf niet redt.
Dan wordt de gods­dienst iets
voor sukkels, die zich­zelf niet kunnen red­den.
Maar zo is het niet!
De wer­ke­lijk­heid is
dat we geen zeker­heid hebben,
dat we ons­zelf geen ogen­blik leven
of zelfs geluk kunnen schenken,
dat wij geen seconde van ons leven
in onze eigen hand hebben,
dat wij ons leven niet kunnen maken.

De beurs

Ik vind het altijd aar­dig
om op de radio naar de beurs-analyse
van Kees de Kort te luis­te­ren.
De inter­viewer sluit af met:
“Morgen spreken we elkaar weer”,
waarop Kees de Kort zegt:
“Ja, Deo volente”,
als God het wil.
En zo is het ook.
Wij kunnen plannen en voor­uit­zien,
maar weten doen we het niet,
ons leven is eigen­lijk net als de beurs,
en daarom hoort tot de kern
van een gelukkig men­se­lijk leven:
liefde, ver­trouwen en overgave.
Je moet het niet zelf allemaal
in de hand willen hou­den:
zo ís het leven niet.

Gods sprong van liefde

God zelf heeft het ons voor-geleefd:
Hij heeft als mens onder ons geleefd,
zich helemaal aan ons gegeven
ook al werd Hij door de mensen
aan een kruis geslagen.
Hij ging door in ver­trouwen.
Het was liefde tot het uiterste toe.
Juist daarom is het huwe­lijk een sacra­ment,
een teken van hoe God is,
omdat man en vrouw zich helemaal geven,
de sprong van liefde wagen,
in ver­trouwen en overgave,
zon­der te weten wat er gaan komen.
Maar eigen­lijk is er ook geen keus,
omdat je de liefde nu eenmaal
niet half kunt doen.

Rijkdom is: wat je hebt gegeven

En uit­ein­delijk zal het mooie van ons leven zijn,
wat we hebben gegeven
als gehuwde, als ouder, als kind,
als pries­ter of alleenstaande
of hoe dan ook.
Zoals die weduwe in de tempel,
die alles gaf,
alles waar zij van leven moest....
Amen.

Terug