Arsacal
button
button
button
button


Alleen maar hoogtepunten? Wat willen we wel en wat niet?

Tweede zondag van de veertigdagentijd C

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 21 februari 2016 - 1353 woorden
tijdens de Mis
tijdens de Mis (foto: Joost Hinfelaar)
de kerk van Kortenhoef
de kerk van Kortenhoef

Zondag 21 februari was ik in de St. Antonius kerk van Kortenhoef waar we de H. Eucha­ris­tie hebben gevierd met assis­tentie van diaken Wim Balk en stagiair Anton Goos. Kortenhoef heeft een fraaie paro­chie­kerk, niet zo groot en dat geeft op zich al be­trok­ken­heid van de ge­meen­schap. Alles was goed ver­zorgd.

Het dames- en heren­koor zong goedgekozen li­tur­gische gezangen. De pa­ro­chie hoort tot het samen­wer­kings­ver­band van Hilversum, Nederhorst, Ankeveen (met Kortenhoef de KAN pa­ro­chies) en Loosdrecht, waar pastoor Jules Dresmé met en­thou­sias­me lei­ding geeft. Ook voor het jaar van de Barm­har­tig­heid heeft de pa­ro­chie veel ini­tia­tie­ven en diaken Wim Balk is in de KAN-pa­ro­chies heel actief met ac­ti­vi­teiten die ook jon­ge­ren en ge­zin­nen bij de kerk betrekken. Deze zelfde dag mocht de diaken drie kin­de­ren dopen. Na afloop van de vie­ring kon ik veel pa­ro­chi­anen ont­moe­ten tij­dens het ‘achtste sacra­ment’: de koffie!

Homilie

Een hoogte­punt

We hebben allemaal in ons leven
met bergen en dalen,
hoogte- en diepte­pun­ten te maken
en we kennen strijd
door ont­moe­di­ging, afkeer of juist verlangens.
Vandaag in het evan­ge­lie een hoogte­punt:
Jezus gaat omhoog,
hij bestijgt met drie van Zijn leer­lin­gen de Tabor­berg.

Gods aanwe­zig­heid of men­se­lijke 'groot­heid'

Vorige week
- in het evan­ge­lie van de eerste zon­dag van de vasten -
ging Hij ook al omhoog,
meteen na Zijn doop in de Jordaan,
maar toen werd Hij door de duivel omhoog gevoerd
die Hem alle ko­nink­rijken van de wereld liet zien
om Hem te verlei­den.
Vandaag is het compleet anders:
de leer­lin­gen ervaren Gods aanwe­zig­heid,
Jezus begint te stralen en te schit­te­ren,
het was prach­tig om te zien,
het maakte diepe indruk op de leer­lin­gen,
zozeer dat ze er in die tijd
met niemand over kon­den praten.
Maar er is één zin
die terug komt bij de doop van Jezus in de Jordaan
en ook hier weer:
“Dit is mijn Zoon,
in wie ik mijn welbehagen heb gesteld”
en aan die zin wordt vandaag
op de berg Tabor toe­ge­voegd:
“Luistert naar Hem”.

Verlei­ding en strijd

Zo’n moment van beko­ring en verlei­ding, van strijd
als Jezus meemaakte in het evan­ge­lie van vorige week
hebben we allemaal weleens mee­ge­maakt.
Zo' n verlei­ding, zo’n strijd heeft vrijwel altijd
met emoties en verlangens te maken:
met begeerte naar bevre­diging,
verlangen naar aan­dacht, naar aanzien en macht.
Iedere beko­ring is eigen­lijk
een soort verdraaiing
van ons verlangen naar liefde.
Iedere mens verlangt naar liefde,
maar liefde is altijd open
naar anderen en dienst­baar,
dus als we liefde willen ont­van­gen,
moeten we zelf zo proberen te zijn.
Als we liefde niet in een geest van liefde ont­van­gen,
maar in een geest van zelf­zucht, van egoïsme,
maken we in feite de liefde kapot.

Wat niet gelukkig maakt en wat wél

Beko­ringen en verlei­dingen zijn op ons­zelf gericht,
we willen dan graag iets naar ons toe trekken,
maar het hebben van de zaak
is ook vaak het einde van het vermaak,
want als we streven naar geld en goed,
komen we erachter
- wanneer we dat eenmaal bezitten -
dat dát ons niet gelukkig maakt;
het­zelfde geldt voor eer en een hoge positie:
hebben we die eenmaal verkregen,
dan voelen we bij­voor­beeld ook de last en de stress ervan.
We krijgen dan te maken met
de strijd en de moei­lijk­he­den die er ook bij horen;
we moeten ons dan wel dienst­baar gaan opstellen,
onze positie dui­de­lijk zien als iets
dat ons gegeven is om te dienen,
als iets dat we met liefde voor anderen willen doen,
anders wordt het een misluk­king en een grote be­proe­ving
en wor­den we niet gelukkig.
We wor­den gelukkig door te dienen.

Non honor sed onus

Ik zag het vorige week nog in de kapel
van een van de bis­schops­hui­zen in Neder­land
waar de wapen­spreuken van bis­schop­pen
ston­den afge­beeld:
“Non honor sed onus”
was er één en dat betekent:
“geen eer, maar een last”;
dat maakt wel dui­de­lijk hoe de man in kwestie
zijn bis­schops­ambt had ervaren.
Zo is het eigen­lijk met alles:
we kunnen iets doen of iets willen
voor de eer en het aanzien
en dan verliest het zijn schoon­heid,
zijn glans en bete­ke­nis
voor de persoon zelf en voor anderen;
of we kunnen iets doen als dienst,
een inzet gericht op anderen
en dan is het iets moois, een genade,
al is het niet ge­mak­ke­lijk.

Een beko­ring, een verlei­ding wil ons ertoe brengen
om iets te doen niet als een dienst
maar voor ons­zelf.

Naar boven

Vandaag gaan Petrus, Johannes en Jakobus
dus met Jezus naar boven
en hebben daar een prach­tige erva­ring.
“Meester, het is goed dat wij hier zijn”,
zeggen ze.
Deze leer­lin­gen hebben alles achter­ge­la­ten
om Jezus te volgen,
zij hebben al veel on­der­richt gekregen
en nogal wat won­de­ren gezien
en zij geloven dat Jezus de Messias is, de Heer.
Nu ervaren zij de heer­lijk­heid en glorie van Jezus,
daar boven op die berg.
Zij zien op die manier als het ware al voor zich
dat Jezus uit de doden zal verrijzen.

In slaap

Maar dan vallen ze ineens in slaap,
nota bene terwijl Mozes en Elia ver­sche­nen zijn.
Dat is na­tuur­lijk niet zo' n goed teken.
Als ik zie dat U in slaap valt tij­dens de preek,
is dat blijk­baar een teken
dat die preek u niet voldoende aansprak
om wakker te blijven!
Wanneer vallen de leer­lin­gen in slaap?
Wat von­den zij dan niet zo inte­res­sant en aan­spre­kend?
Waarover ging dat gesprek van Jezus
met Mozes en Elia dan?
"Zij spraken over Zijn heen­gaan in Jeru­za­lem",
staat er.
Dat ging dus over het lij­den en het kruis,
over de moei­lijk­he­den, het offer.
Wat Jezus met dit gesprek wil aan­ge­ven
is dat de ver­rij­ze­nis, de heer­lijk­heid,
dat schit­te­ren en stralen
door het kruis heen gaat,
niet los staat van het lij­den
en het doorstaan van tegen­val­lers.
Maar daarbij vallen de leer­lin­gen dus in slaap,
dat zien ze niet zo zitten,
dat wil er nog niet in,
ze willen wel de glorie, maar niet de pijn
zoals dat ook gebeurt wanneer twee van deze leer­lin­gen
Jezus later vragen of zij in Zijn ko­nink­rijk
de beste plaatsen mogen bekle­den.
Ja, ze willen de glorie
maar ze willen het lij­den en de inzet
die erbij horen
nog niet zo gauw aan­vaar­den.
En toch horen bij hun positie
- ze wor­den als apos­te­len van Jezus
over de wereld uit­ge­stuurd -
ook het lij­den en de last
die ze zullen moeten dragen.
Ze hebben tal van moei­lijk­he­den
en zelfs de mar­tel­dood verdragen.

Zo men­se­lijk

Dit is alge­meen men­se­lijk
zoals die apos­te­len er tegen­over staan;
we zijn allemaal geneigd
om te vin­den dat God
ons voor narig­heid moet behoe­den.
Maar het kruis hoort erbij!
En dat geldt voor een christen
dubbel en dwars:
Ieder huisje heeft zijn kruisje, zeggen we,
de moei­lijk­he­den horen erbij.
De gedaante­ver­an­de­ring van Jezus
is dus een uit­no­di­ging om niet alleen
de eer en glorie voor ons­zelf,
de schitte­ring en het stralen te zoeken,
maar onze taak in het leven te beleven als dienst
en die als roe­ping te beleven.
De offers horen erbij!

Je komt weer met beide benen op de grond te staan!

Ook wij hebben mis­schien
allemaal weleens mee­ge­maakt
dat we veel licht en vreugde hebben ervaren
bij iets moois dat op onze levensweg kwam:
de geboorte van een kind,
de goed­heid en liefde van een naaste,
een andere mooie erva­ring
of zomaar een vreugde en blij­heid die door je heen ging.
Dat is de glorie en heer­lijk­heid,
om zo te zeggen.
Maar dan komt toch de dage­lijkse wer­ke­lijk­heid
met zijn ups en downs.
Na zonnige dagen komen
de grijze regen­da­gen ook.

De oor­spron­ke­lijke vreugde

Laten we dan proberen
in ons hart altijd iets
van die oor­spron­ke­lijke vreugde te bewaren,
en die niet te vergeten,
maar die steeds weer laten oplichten;
laten we ons die stralende, schit­te­rende momenten
blijven her­in­ne­ren,
die oor­spron­ke­lijke vreugde
en mogen die ons blijven in­spi­re­ren
om onze taak met liefde als dienst te blijven beleven,
juist als we de lasten, de pijn, het zware meer voelen.
Zo moest het ook bij de apos­te­len gaan:
dat piek­mo­ment daar op die berg,
die mooie erva­ring,
moest hen helpen om ook het moei­lijke
te kunnen doorstaan.

Luistert naar Hem

"Luistert naar Hem" hoor­den we daarbij vandaag.
Mogen het woord en het voor­beeld van Jezus Christus
ons steeds in­spi­re­ren.
Amen

Terug