Arsacal
button
button
button
button


Een tastbare herinnering aan een dierbaar iemand

Witte Donderdag

Overweging Preek - gepubliceerd: donderdag, 24 maart 2016 - 940 woorden
Een tastbare herinnering aan een dierbaar iemand

De avond­mis van Witte Donder­dag heb ik in de H. Engelmundus­paro­chie in Driehuis gevierd, waar we na­tuur­lijk ook de slacht­of­fers van de aan­slagen in Brussel hebben her­dacht en voor de nabe­staan­den hebben gebe­den en voor alle gewon­den en getraumatiseer­den en voor de zielenrust van Johan Cruyff.

Homilie

Afscheid


Het klinkt heel gek,
maar een van de mooie
momenten van mijn leven
was het over­lij­den van mijn vader,
nu twee-en-een half jaar gele­den.
Hij was zich bewust
dat de dood dichtbij kwam,
daar was hij heel open over.
We hebben met elkaar gebe­den,
hij bedankte mijn moe­der
en zei tegen ieder van zijn kin­de­ren
nog een per­soon­lijk, harte­lijk en bemoe­digend laatste woord.
Zo is hij heen­ge­gaan.

Mis­schien dat U het zelf
ook weleens hebt mee­ge­maakt
dat U afscheid hebt moeten nemen
van een dier­baar iemand
die nog iets meegaf, bedankte,
moed gaf.
Je wilt dan niets missen
van wat er wordt gezegd,
alles drink je in, je staat helemaal open.
Als het U weleens is over­ko­men
dat zult U dat zeker niet vergeten.

Intens

Juist omdat we op zo’n moment
echt stil staan bij wat er gebeurt
en omdat alles om ons heen
onbe­lang­rijk is gewor­den
als we zo iets meemaken,
omdat we heel intens verbon­den zijn
met de persoon van wie we afscheid moeten nemen,
kan dat zo’n diepe indruk op ons maken.

Tast­ba­re her­in­ne­ring

Wat bij een over­lij­den
ook heel be­lang­rijk kan zijn
is een tast­ba­re her­in­ne­ring;
als we iets krijgen uit de erfenis
van een heel dier­baar iemand
heeft dat voor ons meer waarde
naarmate het meer per­soon­lijk is,
iets wat ons echt herinnert aan
en verbindt met
die overle­den dier­ba­re.
Het is altijd pijn­lijk
als een heel per­soon­lijke her­in­ne­ring
terecht komt in de han­den
van iemand die niets
met de dier­ba­re over­le­de­ne heeft.
Dan wordt het zomaar een ding, zon­der inhoud.

Iets tast­baars

In die geest mag U
dit laatste avondmaal van Jezus zien.
Deze avond en dit maal
staan in het teken van het afscheid.
Jezus spreekt mooie afscheidswoor­den
en Hij laat ons iets tast­baars na:
de heilige Eucha­ris­tie.

Jezus gaat heen
en dat gaat
een zware, moei­lijke lij­densweg wor­den;
Hij ziet dat, Hij weet dat,
Zijn kruis staat Hem hel­der voor ogen
en toch kijkt Hij ook naar de toe­komst
en Hij geeft Zijn leer­lin­gen
door Zijn woor­den en daden op deze avond
een tast­ba­re her­in­ne­ring
en hulp om het lij­den dat voor hen ligt
te kunnen dragen en aan­vaar­den.
Want dat vin­den wij mensen
bijna altijd heel moei­lijk:
om het aan te nemen en het te begrijpen
als het lij­den ons treft.

Jezus geeft op deze avond aan
dat de apos­te­len niet alléén zijn
ook al zullen er moei­lijk­he­den op hun weg komen.
Jezus zal in de Geest bij hen blijven
en Hij laat aan hen dus iets na
waardoor Hij altijd bij hen is
ook al zal Hij niet meer op aarde verkeren.

relatie

Daarom geeft Jezus op deze avond
de heilige Eucha­ris­tie.
De Eucha­ris­tie is de vie­ring van het paas­mys­te­rie,
dat wil zeggen:
van Jezus’ lij­den, Zijn sterven en Zijn dood,
Zijn kruisoffer en Zijn ver­rij­ze­nis.
In de communie is Hij er zelf.
Het is de meest per­soon­lijke, tast­ba­re her­in­ne­ring
die Hij ons kon geven,
en het krijgt die bete­ke­nis
voor wie die communie ont­vangt
als die persoon, die ont­van­ger
een relatie met Hem heeft
van geloof en ver­trouwen.

Daarom knielen wij

Onze kerken
zijn eigen­lijk gebouwd rond de eucha­ris­tie.
Alles wijst naar het altaar en het ta­ber­na­kel
en dat is ge­woon­lijk
de mooiste en meest verheven plaats van het kerk­ge­bouw,
daar wordt Ons Heer - de communie - bewaard.
Een kerk is huis van God
vooral omdat Hij er te­gen­woor­dig is
in het ta­ber­na­kel, in de communie.
Dáárom is er eerbied,
daarom knielen wij,
daarom is het een huis van stilte en gebed
om ruimte te maken voor die aanwe­zig­heid.
Daar kunnen we door geraakt wor­den,
dat is dan een cadeautje van God,
maar of we geraakt wor­den
hangt ook van ons­zelf af.

verza­digd?

Ooit ging een niet gelo­vi­ge man van Joodse afkomst,
Alphonse Ratisbonne heette hij,
een katho­lie­ke kerk binnen.
Hij ver­telde later over dat bezoek:
“Ik ging erin als hei­den,
ik kwam eruit als katho­liek”.
Na­tuur­lijk gaan er duizen­den mensen
een katho­lie­ke kerk binnen
die er net zo hei­dens uit komen
als ze erin gingen.
Toch wil God er voor hen zijn.
Er moet dus ook iets zijn in ons:
een open­heid, een ver­wach­ting,
een verlangen dat kan wor­den vervuld.
Het is voor een rijke
- dat wil zeggen: voor iemand die zelf­voldaan is,
alles heeft en ‘verza­digd’ is --
moei­lijker in het rijk Gods te komen, zegt Jezus,
dan voor een kameel
om door het oog van een naald te gaan.

Deze dag is dus ook een uit­no­di­ging
om de Eucha­ris­tie met aan­dacht en liefde te vieren,
alsof je de laatste woor­den
van een dier­ba­re ster­ven­de hoort,
alsof je de mooiste tast­ba­re her­in­ne­ring
aan de dier­ba­re over­le­de­ne ont­vangt.

Pries­ter­schap en voet­was­sing

Tege­lijk vieren wij op deze dag
de in­stel­ling van het pries­ter­schap,
gegeven om de Eucha­ris­tie te blijven vieren.
En we gedenken dat Jezus neerknielde
en de voeten van Zijn apos­te­len waste
zoals alleen slaven en knechtjes dat deden.
Het is een werkje waarvoor men zich al gauw te goed voelde.
Dat merken we ook aan de reacties van de apos­te­len,
in het bij­zon­der aan Petrus die protes­teert.
Maar Jezus wil daar­mee nog eenmaal laten zien,
welke geestes­hou­ding zijn leer­lin­gen zal moeten bezielen:
liefde, zich uitend in dienst­baar­heid en barm­har­tig­heid,
dat we klaar staan voor een ander
en bereid zijn te ver­ge­ven, te verzoenen.
In dit heilig jaar van de barm­har­tig­heid
staat die geestes­hou­ding, dat voor­beeld van Jezus centraal.

Op deze laatste avond van Zijn leven
liet Hij dit alles
- de Eucha­ris­tie, het pries­ter­schap en de voet­was­sing -
aan ons na
als een gees­te­lijk testa­ment.
Dat dit voor ons allen blijvend
een dier­ba­re her­in­ne­ring
aan een dier­baar Iemand mag zijn:
Jezus Christus onze Heer
AMEN.

Terug