Arsacal
button
button
button
button


Gods logica: het kleine wordt verheven

Maria Tenhemelopneming in Heiloo

Overweging Preek - gepubliceerd: maandag, 15 augustus 2016 - 1092 woorden
Gods logica: het kleine wordt verheven
de concelebrerende priesters
de concelebrerende priesters

Op het hoog­feest van Maria Ten­hemel­op­ne­ming (15 au­gus­tus) was ik in Heiloo voor de fees­te­lij­ke heilige Mis waarvoor zeer veel gelo­vi­gen waren geko­men, de kapel was groten­deels gevuld met gelo­vi­gen. Er was voor die dag een heel bede­vaarts­pro­gramma dat begin met het rozen­krans­ge­bed om 11.30 uur en afsloot met aanbid­ding en lof in de mid­dag.

Pastoor Jan van Dril, em. pastoor Jan Granneman, past. Nico Mantje, pater Gerard Weijers en rector Nars Beemster con­ce­le­breer­den.

Homilie

Onaanzien­lijk

Broe­ders en zusters,
We vieren vandaag
dat God een een­vou­dig meisje,
Maria,
tot onze moe­der en koningin verheven heeft,
opgeno­men in de hemel
met lichaam en ziel,
gezegend onder alle vrouwen.

Toch was zij geboren en heeft zij geleefd
in een uit­hoek van het grote Romeinse rijk,
een verborgen, onbekend dorp,
ergens - zou je kunnen zeggen -
“in the middle of nowhere”.
Maar dat land en die plaats
waren door God uit­ver­ko­ren
als de plek waar ons heil
zou gebeuren!

God kiest bijna altijd
het kleine en onaanzien­lijke uit
om grote dingen te doen,
want Zijn logica
is niet die van de mensen.

Tot op de dag van vandaag
kunnen we nog con­sta­te­ren
dat God won­de­ren doet
vaak op plaatsen waar we dat niet ver­wach­ten.

We hebben het goed!

Als we naar onze eigen wereld kijken:
Wat maakt het dan veel uit
op welk plekje van de wereld
we wor­den geboren en op mogen groeien!
Wij mogen eigen­lijk wer­ke­lijk dank­baar zijn
dat we mogen leven in een land
waar het rela­tief veilig is,
waar de samen­le­ving func­tio­neert,
waar wel­vaart is, een goede ge­zond­heids­zorg
en waar we allerlei kansen krijgen.
Er zijn maar weinig plaatsen in de wereld
waar mensen zo goed kunnen leven.

"Wat zie je er goed uit..."

Ik weet het:
er zijn veel problemen
- ook in ons land -
meer dan wij vaak denken en zien.
We zien aan de buiten­kant niet
wat een mens moet meemaken,
wat hij te lij­den heeft.
Mensen horen soms anderen zeggen:
“Wat zie je er goed uit”
en ze denken:
“Je moest eens weten...”.
We zien het er vaak niet aan af.

Eenzaam­heid, geld­ge­brek

We weten bij­voor­beeld
dat een­zaam­heid een groot probleem is
in onze samen­le­ving.
En ook in ons land zijn veel mensen
die finan­cieel
het hoofd niet boven water kunnen hou­den,
die zich bij­voor­beeld
geen dage­lijkse warme maal­tijd kunnen per­mit­te­ren.
Toch is de over­heer­sende en meer zicht­ba­re wer­ke­lijk­heid
die van de wel­vaart.
Armoede is vaak onzicht­baar,
die timmert niet aan de weg.
En voor een groot deel van de bevol­king
is het inder­daad zo
dat het leven nog zo kwaad niet is.

Als mensen rijk zijn en het goed hebben,
zullen ze niet direct voelen
dat ze iemand nodig hebben
die hen helpt.
Ze red­den het zelf wel.
Daarom wordt een rijke samen­le­ving
ook bijna van­zelf indi­vi­dua­lis­tischer,
ieder voor zich
en min­der gelovig,
omdat we ons dan min­der af­han­ke­lijk voelen.
In zo’n sfeer en situatie
kan God niet zo goed won­de­ren doen,
omdat de ont­vanke­lijk­heid ervoor ontbreekt.

Vissers

Ik zag dezer dagen een artikel in een krant
over de vraag
waarom vissers in Katwijk
zo gelovig zijn.
Op hun schip op zee
wordt dage­lijks gebe­den
en iedere avond
de bijbel gelezen.
Die vissers zelf zagen wel een band
met hun bestaan op zee:
daar zijn ze
op elkaar aangewezen,
over­ge­le­verd aan de ele­menten
en omgeven door Gods schep­ping,
ze zijn schipper naast God.
Die omstan­dig­he­den maken een mens
open en ont­vanke­lijk.

Nood leert bid­den

Zo was Maria: open en ont­vanke­lijk.

De sfeer waarin we leven,
de gees­te­lij­ke lucht die we inademen,
dat draagt er veel toe bij
om met God te kunnen leven,
open en ont­vanke­lijk te zijn.
En na­tuur­lijk:
ook nood leert bid­den.
De kerken zaten nooit zo vol
als tij­dens de tweede wereld­oor­log.
Als je alles hebt en kunt,
heb je God niet nodig, denk je.
Maar het leven is heel anders
dan die mensen dan denken.
Niets is zeker,
alles ligt in Gods hand.
Het leven is kort en snel voorbij,
het is eigen­lijk niet meer
dan een voorpor­taal voor iets anders,
iets mooiers,
voor ons nog on­voor­stel­baar.

Verheer­lijkt

Vandaag vieren we dus
het hoog­feest van Maria's ten­hemel­op­ne­ming.
Maria, de moe­der van God
is met lichaam en ziel ten hemel opgeno­men,
zij is verheer­lijkt en in haar is verwer­ke­lijkt
wat God ook eens aan ons allen wil geven
als wij bij de opstan­ding van de doden
 een verheer­lijkt lichaam krijgen.

Waarom is Maria verheer­lijkt
en in de hemel opgeno­men?

Na­tuur­lijk was dat aller­eerst een genade,
een gave van God,
zoals haar on­be­vlekte ont­van­ge­nis
een bij­zon­dere genade was,
waardoor Maria inner­lijk vrij was,
niet getrokken naar de zonde.

Fiat

Maar haar ten­hemel­op­ne­ming
was ook een uitvloeisel in zekere zin
van haar “Fiat”, haar “ja” tot God,
het was er de laatste con­se­quentie van.
Omdat er in haar geen zonde was,
omdat zij een heel een­vou­dig,
liefde­vol en nederig hart had,
omdat haar leven één groot " ja" was
op het plan dat God met haar had,
omdat zij dienst­baar was,
daarom heeft God haar leven
zo mooi kunnen voltooien
op de manier die we vandaag mogen vieren.

Gouden medaille

Dat Maria heel een­vou­dig en nederig dacht,
zien we bij­voor­beeld aan de lofzang
die zij bij haar bezoek aan Elizabeth heeft gezongen:
" Hoog verheft mijn ziel de Heer,
omdat Hij neerzag
op de klein­heid van zijn dienares".
Maria ziet Gods hand in haar leven,
Zijn barm­har­tig­heid en liefde,
Zijn gaven, Zijn won­der­werken,
niet haar eigen pres­ta­tie.
Zij voelt zich niet alsof zij
door haar pres­ta­ties
een gou­den medaille heeft behaald,
maar zij ervaart het uit­ein­delijk allemaal
als een won­dermooi cadeau, een gave.

Pres­ta­tie of genade?

En wij, wat doen wij?
De samen­le­ving legt de nadruk op pres­ta­ties,
scoren, het halen, perfect zijn,
alles wat een mens verheft
en groot maakt en be­lang­rijk.

Maria ziet de klein­heid
van de dienst­maagd die zij is
en zij is open en ont­vanke­lijk,
ont­vangt alles,
het is niet door haar­zelf, niet door haar inzet.

Maak je je groot of maak je je klein?
Wil je pres­te­ren
of wil je ont­van­gen?

Het pres­te­ren loopt uit op niet meer kunnen:
een sporter die te oud wordt
kan geen tijd meer neer­zet­ten
en voor ieder komt het ouder wor­den
en het sterven...
Dat eigen kunnen moeten we afgeven...

Geschenk

Maria nodigt ons uit
om klein te zijn, een­vou­dig
en het leven als geschenk te ont­dek­ken,
alles als gave te zien,
dan kunnen we meer Gods werk zien
en dan kan God ook met ons
grote dingen doen.
Dat is een weg die niet dood loopt
maar die uitmondt
in het eeuwig leven.

 

 

Gebed

Maria, U die onze moe­der bent,
de hemelko­ningin,
geef ons die eenvoud van hart
waardoor we met U
zullen leven in eeuwig­heid. Amen

Terug