Arsacal
button
button
button
button


Waarom naar de kerk?

Nieuws - gepubliceerd: zondag, 18 september 2016 - 1176 woorden
Waarom naar de kerk?
(foto: Wim Koopman)

Zondag is een dag om naar de kerk te gaan. Maar waarom zou je dat doen? En waarom moet je per se naar een Eucha­ris­tie­vie­ring? Soms spreekt een gebeds­vie­ring toch veel meer aan, zeker als die wat vrijer gestalte krijgt, en daar mis­schien juist mooie muziek wordt gemaakt?

Zondag: wat een dag!

De zon­dag is niet zomaar een dag. Uit­ein­de­lijk gaat het om de vraag: geloof je dat je verlost bent door het lij­den, sterven en verrijzen (het paas­mys­te­rie) van Jezus Christus? En geloof je dat we dat paas­mys­te­rie in de Eucha­ris­tie vieren, op aan­wij­zing van Jezus bij het Laatste Avondmaal? En wil je aan­ne­men dat de zon­dag de dag is van de ver­rij­ze­nis van Jezus en dus ook van onze verlos­sing en ons leven in Christus?

Motivatie

Na­tuur­lijk, ik weet het: ook de apostel Thomas kwam een keer niet opdagen. De Heer liet hem toen zijn won­den zien; Thomas werd inner­lijk geraakt en dat heeft hem zeker geholpen.Zo kunnen momenten, belevenissen die ons raken en ons een meer per­soon­lijke band met Jezus Christus geven, ons sterk motiveren.

Ont­moe­ting

Het gaat niet om de muziek, niet om de goede of min­der goede preek, het gaat om de Heer die er is en die ons wil ont­moe­ten; het gaat dus om onze ont­moe­ting met de Heer in Zijn paas­mys­te­rie. Dat je zoekt welke Mis je helpt om er zo'n ont­moe­ting van te maken, is na­tuur­lijk terecht. En soms raakt een stille, een­vou­dige mis je meer en anders dan één met veel muziek.

Het is niet verplicht om ter communie te gaan; be­lang­rijker is eigen­lijk nog om de Mis mee te vieren. omdat dat de vie­ring van het Pasen van de Heer is en van je eigen ver­rij­ze­nis tot nieuw leven.

Catechese over de Mis kan heel erg helpen om die meer te gaan beleven.

Pastoor dr. A. Hendriks uit Haar­lem schreef onlangs een artikel in het pa­ro­chie­blad De Wijzer over het belang om zon­dags naar de kerk te gaan. Ik neem het hier met zijn toestem­ming over.

 

“Over het belang van het naar de kerk komen”

door pastoor Hendriks

Enkele maan­den gele­den heb ik een per­soon­lijk artikel ge­schre­ven over het sacra­ment van de Biecht; op dezelfde manier wil ik nu mijn gedachten wij­den aan de waarde van de deelne­ming aan de heilige Mis. Om te beginnen haal ik een her­in­ne­ring voor u op.

Een afspraak met God.

Het is al ruim veer­tig jaar gele­den dat ik hoorde over een echte uit­daging aan God. Een jon­gere had al lan­ger in de gaten dat zij nog maar weinig leef­tijd­ge­no­ten in de zon­dagse vie­ring aantrof. Ook op school deed nagenoeg niemand meer wat aan geloofs­be­le­ving en kerkgang. Ze voelde zich langzamer­hand een eenling gewor­den en ze wor­stelde met die gedachte. Zou ze door­gaan of niet?

Op een dag nam ze een won­der­lijk besluit. In gebed zei ze tegen God: ‘Vandaag ga ik naar de kerk, maar als ik weer de enige jon­gere ben, dan stop ik er ook mee!’ Ietwat zenuwach­tig, omdat ze zoiets ingrijpends gezegd had, stapte ze het kerk­ge­bouw binnen en ging zitten op een strate­gisch punt, waar ze alles kon overzien. Haar hart klopte wel een beetje in haar keel!

Kort voordat de vie­ring begon, stapte er ineens een aantal jonge mensen binnen. De persoon in kwestie kende hen niet, maar ze was zo eer­lijk om tij­dens de vie­ring tegen God te zeggen: ‘U hebt gewonnen; ik zal naar de kerk blijven komen’. En tot op de dag van vandaag heeft ze dat volge­hou­den!

Die onbekende jonge mensen, die zo ineens aanschoven, hebben nooit kunnen weten hoe be­lang­rijk hun komst juist op die bewuste dag was! Als zij die keer had­den gedacht: ‘Ach, deze keer slaan we maar over, we zijn toch onderweg en we kennen niemand hier’, dan was een weifelende kerkgangster de­fi­ni­tief gestopt! Zij zijn, zon­der het zelf te weten, middels hun komst door God gebruikt om iemand in onzeker­heid een ant­woord te geven. En we weten maar nooit, of en wanneer er zo nog eens iemand naar de kerk komt die tevoren met God een derge­lijke afspraak heeft gemaakt. Daarom alleen al kan het be­lang­rijk zijn om er present te zijn.

(Wat on­der­lin­ge ver­bon­den­heid kan doen, las ik onlangs ook nog op de web­si­te van het bisdom, waar men ver­slag deed van de Wereld­jon­ge­ren­da­gen: zelfs op de zater­dag waarop de deelne­ming aan de H. Mis facul­ta­tief was gesteld, waren nagenoeg alle jonge mensen aanwe­zig in de vie­ring; dat wil toch wel wat zeggen!)

Gods liefde voor ons.

Het bo­ven­staande klinkt hope­lijk heel herken­baar en daarom ben ik ook via die kant met dit artikel be­gon­nen, maar in wezen veel be­lang­rijker is het om te over­we­gen hoe groot de liefde van God is. Die vieren wij in de heilige Eucha­ris­tie. Het meebeleven van het heilig Misoffer, onze deelne­ming aan de heilige Communie en onze liefde­volle aanwe­zig­heid bij de aanbid­ding van het uit­ge­stelde Aller­hei­ligste zijn ondenk­baar zon­der het besef van de grote verlossende liefde van God, Die Zijn eigen Zoon voor ons gegeven heeft. In het mysterie van de heilige Eucha­ris­tie wordt de zelfgave van de Heer Jezus Christus weer wer­ke­lijk­heid in ons mid­den. Hij is er! We gaan niet ergens heen, we komen naar Iemand toe!

Met name Jean Baptist Marie Vianney, de heilige Pastoor van Ars (1786-1859), sprak in zijn preken en catechese veel­vul­dig, vin­dingrijk en met nadruk hierover. Er is een Vriend die op ons wacht! En als we naar een heel goede vriend toe gaan, dan weten we toch naar wie we gaan en wat we er gaan doen? Dan is de afstand toch nooit te groot en de tijd toch niet te lang? Dan verlangen we toch ernaar? Kunnen we op die manier niet kijken naar de waarde en de ach­ter­grond van ons komen in de kerk?

En is dat dan geen aanspo­ring om juist niet verstek te laten gaan?

De vorm­ge­ving van de heilige Mis kan verschillen en iemand zal zich moge­lijk bij een bepaalde stijl van kerk­ge­bouw, cele­brant, koor, of bij een bepaald tijdstip, meer of juist min­der thuis voelen. Dat is nog te begrijpen ook. Wij hebben immers in de afgelopen an­der­half jaar zware offers moeten brengen! Maar het wezen­lijke is ge­ble­ven: God wil ons nog altijd tot Zijn heilig Volk verzamelen!

Hechten we dan aan onze per­soon­lijke voor­keu­ren niet teveel waarde, als we vergeten dat in al onze vie­rin­gen dit grote geschenk van God, name­lijk het verlos­sings­mys­te­rie door de Heer Jezus Christus, steeds werk­zaam is en ons gegeven wordt? Waar elders vin­den we Hem zo dichtbij? Ruilen we soms de rijkdom van de katho­lie­ke li­tur­gie, de heilige Eucha­ris­tie en de andere Sacra­menten, niet (te) ge­mak­ke­lijk in voor onze eigen bele­ving en per­soon­lijke smaak? En komen we op een gegeven ogen­blik dan niet ‘droog’ te staan, als we door weg te blijven ons­zelf hebben afgesne­den van de levende bron? Dit zijn zo maar enkele vragen.

Vanuit mijn hart heb ik u dit ge­schre­ven; hope­lijk vindt het een voort­zet­ting in per­soon­lijk over­we­gen en onderling gesprek.

Terug