Arsacal
button
button
button
button


Reünie Wereldjongerendagen in Amsterdam

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 25 september 2016 - 1183 woorden

Op zon­dag 25 sep­tem­ber werd in de Mozes en Aäron­kerk aan het Waterloo­plein in Am­ster­dam de reünie gehou­den van de Wereld­jon­ge­ren­da­genreis van het bisdom Haar­lem-Am­ster­dam. Het was leuk ie­der­een weer te zien en de ont­moe­ting is na­tuur­lijk een be­lang­rijk onder­deel van zo'n dag. Maar er was ook plaats voor be­zin­ning en na­tuur­lijk voor de heilige Mis.

Om 17.00 uur heb ik de Eucha­ris­tie gevierd in con­ce­le­bra­tie met de rector van de kerk, mgr. Joop Stam, pastoor dr. Guus Hendriks, pastoor Jules Dresmé, kape­laan Nico Kerssens, past. Ignas Tilma en pater Vincent Wong. Deze zon­dag werd de kerk­wij­ding van de Mozes en Aäron gevierd met eigen lezingen, waar­on­der het evan­ge­lie van Zacheüs (Lc. 19,1-10). De jon­ge­ren waren in groten getale geko­men en ik ervaarde wel weer iets van de WJD-sfeer. Tijdens de Mis heb ik de on­der­staan­de homilie gehou­den. De dag werd af­ge­slo­ten met een uits­te­kende buffet­maal­tijd en een drankje.

We kijken uit naar de volgende ont­moe­ting!

Homilie

Het was mooi!

Beste jon­ge­ren,
Van velen heb ik gehoord
wat een mooie en goede erva­ring
de wereld­jon­ge­ren­da­gen zijn geweest.
Zoveel jon­ge­ren uit alle delen van de wereld kwamen samen
om hun geloof te beleven en te delen,
dat alleen is al heel speciaal.
Je ver­keerde daar in een sfeer van ont­moe­ting,
van open staan voor elkaar, voor God
en het waren dagen van catechese en gebed,
van Gods barm­har­tig­heid ervaren.
Ik heb het zelf in ieder geval erg mooi gevon­den.

Terug in een seculiere maat­schap­pij

En dan kom je terug in ons kikkerlandje:
niemand om je heen
die nog eens en­thou­siast met een vlag zwaait,
geen hon­der­den jon­ge­ren die samen met jou
bid­den en zingen, naar de Mis gaan,
geen miljoenen jonge mensen op een veld
die met het­zelfde doel geko­men zijn als jij.
Je bent terug in wat ze noemen:
een seculiere maat­schap­pij,
een samen­le­ving waarin God geen zicht­ba­re rol speelt.
Als het hier over religie gaat,
heeft het meestal met iets nega­tiefs te maken,
met mis­bruik of moslim-terrorisme of zo....
Gods­dienst is voor achter de voordeur
en mensen zoeken naar woor­den
om niet te laten merken
dat God een rol speelt in jouw leven.

Hij is de zin...

Toch is Hij de zin van jouw bestaan,
toch is Hij de zin van mijn bestaan!
Hij is het doel waarheen je op weg bent
en de Gever van ons leven.
Hij is degene die aan mijn leven
zin en inhoud geeft,
die mij alles heeft gegeven,
die liefde legt in ons hart,
God is degene met wie we de wereld
een klein beetje beter kunt maken.

Sta je alleen?

Je staat alleen, denk je mis­schien vaak,
alleen met je geloof en je in­spi­ra­tie,
alleen met een rijkdom van binnen,
alleen met een erva­ring
die je maar moei­lijk met iemand kunt delen.
Toch ben je eigen­lijk niet alleen!
Hij is net zo goed bij je nu
als tij­dens de wereld­jon­ge­ren­da­gen.
In het leven van elke dag
is het mis­schien moei­lijker iets van God te ervaren,
zeker als de sfeer en de omge­ving waarin we zijn
niets uitstralen op dat gebied.
We moeten zelf iets doen,
stappen zetten om de wjd- erva­ring
niet te laten ver­dampen.

Duisternis van de ziel

En we moeten trouwens allemaal weleens
door een soort dorre periode heen
waarin je niet zoveel van God ervaart.
Moeder Teresa bij­voor­beeld
die deze maand is heilig verklaard
heeft zich een leven lang ingezet
voor de armste mensen,
vooral voor de hope­loze gevallen:
mensen die op straat lagen dood te gaan,
raapte zij op en nam hen mee,
zodat ze waar­dig kon­den sterven.
Hoe zij het zelf inner­lijk maakte?
Zij lachte altijd vrien­de­lijk
en straalde veel kracht uit.
Na haar eigen dood kwamen we te weten
dat zij tien­tal­len jaren
in een soort duisternis van haar ziel had geleefd
waarin zij niets van God had kunnen merken.
Zij moest het dus al die tijd doen
met de her­in­ne­ring aan de genade momenten
die zij vóór die tijd had ervaren.

Ik hoop dat jezelf ook
steeds terug zal denken
aan de mooie erva­ringen in je leven,
bij­voor­beeld die van deze wereld­jon­ge­ren­da­gen.

Zacheüs: Hij had het gemaakt!

We hoor­den daarnet over Zacheus.
Zacheus had geld, hij was gewoon echt rijk;
hij had een hoge positie:
hoofd­ambte­naar bij het tolwezen.
Hij regelde het innen van tolgel­den,
een soort belas­ting die je moest betalen
bij het passeren van bepaalde grenzen.
Dat was een hoge baan.
Dus je zou kunnen denken:
die heeft het gemaakt!
Qua geld en qua positie gaat het hem super!
Maar als je rijk bent en je hebt alles,
je hebt eigen­lijk bijna geen wensen meer over,
dan word je ge­mak­ke­lijk een beetje zelf­ge­noeg­zaam,
je voelt niet dat je iemand nodig hebt.
Daarom zegt Jezus
dat het voor een rijke moei­lijker is
het rijk der hemelen binnen te gaan
dan voor een kameel
om in het rijk Gods te komen.

Twee dingen...

Maar Zacheus is niet zelf­ge­noeg­zaam.
Er zijn name­lijk twee dingen
die hem erg dwars zitten.
Het eerste is dat de mensen hem niet mogen.
Hij wordt gepest of ze gaan hem uit de weg.
Ze noemen hem een zon­daar,
ze vin­den hem echt ver­keerd.
want hij werkt samen
met de Romeinse bezetter van het land.
Het tweede is dat hij klein is, klein van gestalte.
Mensen kijken let­ter­lijk op hem neer.

En een verlangen

Daarom is hij niet zelf­ge­noeg­zaam,
hij zit met iets;
en er is in zijn hart een verlangen:
hij wil Jezus zien.
Hij wil Jezus zien!
Dat verlangen is zo groot,
dat hij heel zijn waar­dig­heid en zijn hoge positie vergeet
en als een kind in een boom klimt om Jezus te zien.
Ergens gaat het zo ook wel met ieder van ons.
Wij zijn allemaal Zacheüs.
We hebben denk ik allemaal wel
een paar min­pun­ten in ons leven,
iets wat niet zo lekker is of niet zo gewel­dig gaat.
Als we die helemaal niet zou­den hebben,
zou­den we best wel een kans lopen
om zelf­ge­noeg­zaam te wor­den
en af­ge­slo­ten voor God in een maat­schap­pij
die ons daar ook niet bij helpt.
Zo van: Mijn leven is een feest,
ik ga lekker los, wie maakt me wat!?
En dat is het dan.

Het nadeel wordt een voor­deel

Zacheus is klein en hij wordt gepest,
twee min­pun­ten voor hem
en die twee moei­lijke dingen,
wor­den in feite zijn red­ding.
Die helpen hem
om naar iets nieuws en iets moois te verlangen,
niet zelf­ge­noeg­zaam te zijn.
Het is voor jou niet anders:
de dingen in je leven die niet zo perfect zijn,
zijn na­tuur­lijk niet zo leuk,
maar vaak ligt daar een weg
naar beter mens-zijn.
Je wilt perfect zijn, mooi, rijk en geslaagd
maar wat niet helemaal aan dat plaatje voldoet,
kan je juist helpen
om een mooier mens te wor­den
en te verlangen om Jezus te zien.
Zit je in een soort cocon,
op­ge­slo­ten in jezelf en je eigen leventje
of laat je je lei­den
door het verlangen om Jezus te zien?
En je ontmoet Hem hier op aarde,
in de Communie en de biecht
en je ziet Hem in je naaste
vooral in de armste mensen.
Amen.

 

Terug