Arsacal
button
button
button
button


Eerste TV Mis uit Haarlemse kathedraal

Waar ligt je focus?

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 5 maart 2017 - 1252 woorden
koor en regie
koor en regie
oefenen voor de TV Mis
oefenen voor de TV Mis
techniek in het transept
techniek in het transept

Op zon­dag 5 maart, eerste zon­dag van de veer­tig­da­gen­tijd, kwam de TV mis voor het eerst weer vanuit de ka­the­drale basiliek van Sint Bavo met fraaie zang van de koor­school en een goed gevulde kerk. We kijken er goed op terug al was het voor de koster vroeg opstaan.

De ploeg technici, regisseurs en camera­mensen was al vroeg in de ochtend aanwe­zig om alles op te stellen en te testen. Om een uur of zes in de ochtend waren dus ook al mensen van de ka­the­draal aanwe­zig. Om 8.15 uur moesten we allemaal klaar staan voor een ‘houten Mis’: de jongens en meisjes van het koor waren toen al druk aan het oefenen en acolieten, de diaken en ikzelf liepen door de kerk en volg­den de aan­wij­zingen van de regie.

De Mis begon een half uur later dan normaal en dat bleek niet voor ie­der­een even hel­der te zijn. Som­mi­ge mensen hebben heel uit­ge­breid kunnen vóórbid­den.

Het geloofs­ge­sprek (over de vas­ten­tijd) en de Mis zijn na­tuur­lijk terug te zien:

Homilie en overige teksten

Openings­woord

Welkom in deze ka­the­drale basiliek van Sint Bavo,
welkom aan U hier in de kerk
en aan de mensen thuis!
Op deze eerste zon­dag van de veer­tig­da­gen­tijd,
tijd van vasten en be­zin­ning,
wor­den ons twee wegen voorge­hou­den:
de weg van Adam die een misstap beging
en tegen God in opstand kwam;
en de weg van de nieuwe Adam, Jezus Christus,
die ons verlost en leven brengt.
Beiden leven in ons:
de oude Adam met zijn fouten
en de nieuwe Adam, Jezus, 
in wiens Naam we zijn gedoopt.
Maar Jezus is sterker en groter,
de Ver­los­ser, de over­win­naar van de dood.
Wij mogen ook vandaag weer
op Zijn liefde bouwen
en vol ver­trouwen
onze schuld belij­den
met berouw
om deze Eucha­ris­tie goed te kunnen vieren.

Homilie

Wat is be­lang­rijk?

De veer­tig­da­gen­tijd is be­gon­nen;
vasten, gebed en aalmoezen
- dus: geven om armen en zwakken -,
staan in deze tijd centraal.
En dit is ook een tijd van be­zin­ning,
een tijd om ons af te vragen:
waar zijn we mee bezig?
Leg ik mijn priori­teiten wel goed,
geef ik alle belang
aan wat inder­daad be­lang­rijk is
in mijn leven?
Een zakenman die zijn hele leven bezig was geweest
met zake­lijke belangen
en bonus op bonus had kunnen stapelen,
bleef tenslotte tame­lijk een­zaam achter,
omdat zijn contacten toch vooral beroeps­ma­tig waren geweest.
Terug­kij­kend had­den de zake­lijke successen
veel van hun glans en bekoor­lijk­heid verloren.
Een bejaarde vrouw echter die voor een groot gezin had gezorgd
en daarna nog allerlei vrij­wil­li­gers­werk had gedaan
- voor de kerk, voor de Zonne­bloem
en nog andere taken -
keek op hoge leef­tijd dank­baar terug
en zag dat zij een heel mooi leven had gehad,
al had zij het vroe­ger weleens erg druk gevon­den.

Waar ligt de focus?

Wij zeggen zo vaak:
denk aan jezelf! Vergeet jezelf niet!
Maar de drie zaken
waar het in deze vas­ten­tijd om draait
– vasten, gebed en aalmoezen -
leggen de focus juist buiten ons­zelf.
Door te vasten
doen we afstand van onze eigen behoeften,
door te bid­den richten we onze aan­dacht op God,
in de zorg voor armen en zwakken
gaat onze aan­dacht naar de mede­mens, de naaste.
Denk om een ander,
denk aan die Ander
die ons uit­ein­delijk alles ge­schon­ken heeft.
Heel deze veer­tig­da­gen­tijd is een uit­no­di­ging
om weer te ont­dek­ken
hoe mooi het leven is
als we onze focus buiten ons­zelf leggen.

Beko­ringen

Op deze eerste vasten­zon­dag
horen we over de beko­ringen
van Jezus in de woes­tijn.
Jezus is echt mens gewor­den:
Hij wordt bekoord, beproefd, verleid
en Hij moet weerstand bie­den.
Dit valt ons vaak niet mee.
Het overkwam Jezus
vlak voordat Hij in het open­baar zou gaan optre­den,
zou gaan ver­kon­di­gen en genezen.
Die beko­ringen krijgen wij allemaal
en we zullen ook weleens voor de verlei­ding bezwijken.

Brood uit stenen

De eerste beko­ring
om brood voor zich­zelf uit stenen te maken,
gaat over het belang
dat wij mensen hechten aan de materie
en dat we geneigd zijn
onze behoeften te bevre­digen;
Het is zo goed te begrijpen:
Jezus heeft vre­se­lijke hon­ger
na veer­tig dagen vasten;
mag Hij dan niet even
Zijn won­der­macht gebruiken voor zich­zelf
om zijn eigen nood te lenigen?

Engelen die je dragen?

Dat Jezus bekoord wordt
om zich naar bene­den te werpen
en zich door engelen te laten dragen,
is de verlei­ding - die we allemaal wel kennen -
dat we willen dat wij wor­den bediend,
dat anderen voor ons klaar staan
en wij aan­dacht en liefde krijgen.
We krijgen vaak niet de liefde
die wij ons wensen
en geven vaak niet de liefde
die anderen van ons verlangen.

Macht

Dat Jezus tenslotte wordt bekoord
om te heersen en macht uit te oefenen
over alle ste­den en ko­nink­rijken,
is ook wel herken­baar.
Het gaat hier over het men­se­lijk verlangen
naar eer en naar aanzien en macht.
Som­mi­gen verkopen hun ziel aan de duivel
om geëerd en beroemd en vermogend te wor­den.

Fun­da­men­tele keuze

Het zijn de oer-verlei­dingen,
waar­mee de eerste mensen wer­den bekoord:
“Als je eet
zul je gelijk wor­den aan God”.
Adam en Eva kwamen ten val,
dit verlei­de­lijk aanbod
wil­den ze niet laten lopen.
Het gaat hier om de fun­da­men­tele keuze:
is ons “ik” met roem en eer en macht onze afgod
of leid ik een leven
dienst­baar aan anderen?

Voor wie doet Hij het?

Maar Jezus biedt weerstand.
Hij kiest er in de woes­tijn voor
om geen mens zijn
die in het middel­punt
van alle aan­dacht wil staan.
Hoewel Hij dat juist wél verdient,
is Hij niet iemand die vere­ring zoekt.
Niet zijn ego staat centraal;
Zijn macht, Zijn positie als Zoon van God,
is niet voor Hemzelf,
het is allemaal dienst.
Hij weer­staat de duivel
en gebruikt Zijn macht niet voor Hemzelf.
Jezus is hét ant­woord van God
op dat bezwijken van Adam
en op al die mensen die het beste, grootste, mooiste
voor zich­zelf zoeken.
Hij, die de aller­hoog­ste en de allergrootste is,
werd de kleinste, de die­naar van allen.
Dat is liefde,
dat is de weg naar geluk.

Gebed van de gelo­vi­gen (Voor­bede)

Bidden we nu tot de Vader in de hemel,
die de gever is van alle goeds.
Bidden wij voor heel de kerk,
voor alle gelo­vi­gen
dat deze veer­tig­da­gen­tijd
hun nieuwe in­spi­ra­tie mag geven
en dat de Geest van God allen
zal lei­den en helpen
om een­vou­dig en oprecht
dienst­baar te zijn
aan God en de mede­mens.
Laat ons bid­den.

Laten wij bid­den
dat er liefde­volle zorg mag zijn
voor ouderen, zieken en zwakken;
en laten we bid­den om Gods zegen
voor alle mensen in onze samen­le­ving
die in de zorg werk­zaam zijn,
pro­fes­sio­neel of als vrij­wil­li­ger.
Laat ons bid­den.

Laten we bid­den
dat indi­vi­dua­lis­me en egoisme
doorbroken wor­den,
dat er meer begrip voor elkaar zal ontstaan
en we in onze maat­schap­pij
meer naar elkaar zullen omzien
en klaar zullen staan voor elkaar.
Laat ons bid­den.

Laten we bid­den
dat oorlog en geweld
een einde zullen nemen;
dat de vredes­be­spre­kingen voor Syrië
succes­vol zullen zijn;
dat heel de mens­heid zal samen­wer­ken
om een wereld op te bouwen
waarin mensen niet meer hoeven vluchten.
Laat ons bid­den.

Slot­ge­bed

Blijf bij ons, Heer,
en zie naar ons om.
Leg Uw liefde in ons hart
zodat wij door die liefde gedragen
de wereld tot een betere plaats kunnen maken
en iedere mens een mooie toe­komst zal zien
in het leven dat U ons schenkt
door Christus onze Heer.

Amen.

Terug