Arsacal
button
button
button
button


“Ik had altijd een kruisje bij me...”

Ja, Hij is waarlijk verrezen!

Overweging Preek - gepubliceerd: zaterdag, 15 april 2017 - 804 woorden
Fraai versierde Jozefkerk
Fraai versierde Jozefkerk
Maria-altaar in de Jozefkerk
Maria-altaar in de Jozefkerk
Het paasvuur smeulde nog lang na...
Het paasvuur smeulde nog lang na...

Aller­eerst wens ik ie­der­een van harte een zalig Paas­feest toe. “De Heer is verrezen, ja, Hij is waar­lijk verrezen” : dat is de paas­groet waar­mee vele chris­te­nen elkaar deze dagen groeten, in oost en west, want het Paas­feest valt dit jaar ook voor de oosterse chris­te­nen op dezelfde dag. Ook in Rusland, dus. Op de avond van 15 april was ik voor de Paas­wake in de fraai versierde en goed bezochte St. Jozef­kerk in Zaan­dam, waar een Russische dirigente het koor voor­tref­fe­lijk leidt. Zij hielp mij tij­dens de preek met het uit­spre­ken van de paas­groet in het Russisch.

Homilie

Een beetje hoop...

We zijn van­avond
met een klein lichtje be­gon­nen:
Dat van de paaskaars.
Dat licht hebben we doorge­ge­ven aan elkaar,
zo groeide het licht
en werd het duister ver­dre­ven.
Dat had na­tuur­lijk een sym­bo­li­sche bete­ke­nis:
het was het licht van Christus
wat we aan elkaar hebben doorge­ge­ven.
Het klopt wel met de situatie waarin we leven,
dat dit licht maar klein was:
oorlogen, vluch­te­lingen, hon­ger, geweld, dood,
lij­den en verdriet in ons eigen leven,
er is in onze wereld zoveel duisternis,
dat we ons weleens afvragen
hoe dat nog goed kan komen
en wat de zin van dit leven kan zijn.

Elkaar bemoe­digen

In die duisternis
is een klein licht gaan schijnen,
het licht van God
die ons leven is komen delen,
die naast ons is komen staan in Jezus Christus,
die lij­den en de dood heeft overwonnen,
die ons de bood­schap geeft
dat er hoop is en leven
door lij­den en dood heen.
Dat licht hebben we aan elkaar doorge­ge­ven:
het was een teken
dat we elkaar willen bemoe­digen
om geloof en ver­trouwen te bewaren,
want Christus is verrezen,
Jezus heeft lij­den en dood overwonnen.

Christos voskrese

In de tijd van Stalin,
toen Rusland een communis­tische dictatuur was,
zaten veel mensen op­ge­slo­ten
in con­cen­tratie­kampen in het koude Siberië,
meer nog dan in de con­cen­tratie­kampen
van Hitler-Duits­land.
Het leven was er hard, heel hard
en velen zijn er gestorven,
Het was een atheïstisch regime,
geloof was er verbo­den.
Toch werd het Pasen, ook in die kampen.
Het verhaal gaat
- doorge­ge­ven door een Russische schrijver
die zelf gevangen en daar bij was -
dat in zo’n kamp op Paas­mor­gen
iemand begon te fluis­te­ren:
Christos voskrese, Christus is verrezen;
een ander hoorde dat en name het over,
het geluid zwol aan en het klonk door dat kamp:
Christus is verrezen, ja, hij is waar­lijk verrezen!
Dat was een moment
dat de ge­van­ge­nen zich niet
door angst lieten regeren,
want na­tuur­lijk zou­den ze hier­voor moeten boeten.
Voor velen was dat het mooiste moment van hun kamp­tijd.

Geen God, geen hoop

Stalin had het geloof eruit proberen te slaan:
er was niets, werd de mensen geleerd,
alleen deze aardse, harde wer­ke­lijk­heid,
geen hoop op een beter leven,
niks geen mooie toe­komst.
geen verlos­sing en geen God.
Maar de hoop en het geloof waren sterker
en men gaf dat aan elkaar door,
zoals wij het licht aan elkaar hebben doorge­ge­ven.

Altijd een kruisje

Na zeven­tig jaar communisme,
was er in Moskou op Pasen een be­lang­rijke voetbal­wed­strijd
tussen Dynamo en Lokomotiv,
het Lokomotiv-stadion zat prop­vol.
Daar klonk van de ene kant van het stadion
uit duizen­den kelen de paas­groet:
Christos voskrese
Christus is verrezen.
En de andere kant van het stadion daarop:
“Ja, Hij is waar­lijk verrezen”.
zo ging het op en neer tussen
de duizen­den supporters
door dat moment.
Op het Paas­feest kwam na de omwen­teling
een kosmonaut uit de communis­tische tijd
op de Russische TV.
Ooit was het bericht de wereld over gegaan
van die kosmonaut die vanuit de ruimte berichtte:
“Ik ben hier boven, maar een God zie ik niet”.
De Russische TV vroeg dus deze kosmonaut
of hij ook nog steeds ongelovig was.
Hij ant­woordde: Ik had in de ruimte
altijd een kruisje bij me
dat een tante me ter bescher­ming had gegeven.
Mensen had­den gezegd
dat het geloof dood was, afgelopen,
dat het iets was uit vroe­ger tij­den,
toen de mensen niet beter wisten,
Maar nee, het licht was doorge­ge­ven,
stiekem vaak, verborgen,
door een tante of oude oma bij­voor­beeld
die het nog had ver­teld
aan de klein­kin­de­ren.

Blijven door­ge­ven

Ook de leer­lin­gen van Jezus
zaten in een trieste situatie,
bedroefd om de dood van Jezus hun Heer,
bang dat dat ook voor hen gevolgen zou hebben,
totdat de opgestane Heer
aan hen verscheen
en hun hart vol van vreugde werd.
En zij be­gon­nen toen
die bood­schap door te geven:
Hij is verrezen!

Mis­schien denken we dat vaak ook nu:
dat alles afgelopen is,
dat het geloof verdwenen is,
dat God dood is
in onze samen­le­ving.
Toch zit er een verlangen
in het hart van de mensen
en is er een zoeken naar God.
Als wij dat licht maar blijven door­ge­ven.
Ja, laten we dat licht aan elkaar blijven door­ge­ven:
geloof, hoop en liefde,
want

Christus is verrezen!

Terug