Arsacal
button
button
button
button


Maria: is dat geen omweg?

Waarom Maria eren?

Overweging Preek - gepubliceerd: maandag, 29 mei 2017 - 975 woorden
Maria: is dat geen omweg?
(foto: Jose Roozendaal Terol)
Maria: is dat geen omweg?
Maria: is dat geen omweg?

In Heiloo werd zon­dag­avond 28 mei de mei­maand af­ge­slo­ten en het feest van O.l. Vrouw ter Nood gevierd met een pontificale Eucha­ris­tie­vie­ring en een licht­pro­ces­sie door het bede­vaarts­park. Bij de Mis heb ik de homilie gehou­den die U hier­on­der vindt.

Rector Jeroen de Wit, die ook jarig was, en pastoor Jan Granneman con­ce­le­breer­den. Voor de pro­ces­sie waren nog ver­schil­lende andere pries­ters uit de omge­ving geko­men om samen met de aanwe­zige gelo­vi­gen Maria te eren.

 

Homilie

Samen met Maria

Op deze zon­dag bid­den we
om de komst van de heilige Geest.
We doen dat samen met Maria,
zoals ook de apos­te­len
en de eerste leer­lin­gen van Jezus dat deden:
zij volhard­den in het gebed,
samen met Maria, de moe­der van Jezus.

We sluiten de Meimaand af
en we gaan naar de maand Juni
die bij­zon­der aan het heilig Hart van Jezus
en aan het on­be­vlekt hart van Maria is gewijd.

Fijn dus, dat U van­avond hier geko­men bent
om samen met Maria te bid­den
en haar te eren.

Het is goed om naar Maria te gaan.

Een omweg?

Maar mensen vragen zich soms af:
is dat eigen­lijk wel zo?
Is het wel zo goed om naar Maria te gaan?
Soms klinkt dat eigen­lijk nogal raar,
alsof je niet beter meteen naar Jezus kunt gaan.
Is Maria niet een omweg?

Spaanse griep

We vieren dit jaar de hon­derd­ste ver­jaar­dag
van de ver­schij­ningen van Maria in Fatima.
De Neder­landse bis­schop­pen
hebben in Maastricht op 13 mei
- dag van de eerste ver­schij­ning -
onze bis­dom­men aan Maria toegewijd
en Paus Fran­cis­cus heeft Fatima
op die dag bezocht
en twee van de zieners,
Jacinta en Francisco
heilig verklaard.
Zij zijn als kin­de­ren al gestorven
aan de Spaanse griep.

On­be­vlekt hart

Kort voor Jacinta naar het zie­ken­huis ging,
vlak voor haar dood, bijna tien jaar oud,
zei ze tegen Lucia,
dat het Hart van Jezus wil
dat we het hart van Maria vereren
en dat God ons de gena­den schenkt
door het on­be­vlekt hart van Maria,
dat God haar daarover laat be­schik­ken.

Geen verpleegster

Dat is voor zo’n kind
na­tuur­lijk knap en bij­zon­der om zoiets te zeggen,
maar wij rationele mensen, van deze tijd,
kunnen ons daarbij na­tuur­lijk wel vragen:
Kan Jezus dat niet zelf,
waarom wijst Hij ons door naar Maria?
Is dat niet alsof de spe­cia­list in het zie­ken­huis
ons naar een verpleegster stuurt
die de diagnose en de be­han­de­ling vast moet stellen?

Nee, zo is het toch niet!
Maria is geen verpleegster van Jezus,
die inder­daad onze gees­te­lij­ke arts is.
Zij is altijd vol­ko­men één met haar Zoon.
Een zij is tege­lijk een gewone mens,
zij staat dicht bij ons.
En dat is be­lang­rijk.

Altijd naar de hoogste?

Mensen vragen vaak: wie is de hoogste, wie is de baas?
Zelfs in ons bisdom gaat het zo:
als mensen een probleem hebben of een conflict met iemand,
gaan ze meteen naar de bis­schop,
zelfs vaak niet naar die persoon met wie het probleem is;
ze willen dat de bis­schop er iets over zegt of van vindt,
niet een deken, een mede­wer­ker of vica­ris
die over dat on­der­werp gaat.

Maar vaak is het eigen­lijk niet zo goed
als de bis­schop zich meteen daarin mengt.
Vaak gaat het bij­voor­beeld
niet of niet alleen om gelijk te hebben of te krijgen,
maar vooral over hoe iemand er zelf in staat,
over de gevoelens van het eigen hart,
over het vin­den van een men­se­lijke maat
en het zoeken naar een goede weg,
om een beetje afstand van emotie, enzo­voorts.
Die men­se­lijke maat vin­den we juist bij Maria.

Het hart van Maria

Lucia gaf de zieke Jacinta een bidprentje
van het heilig Hart van Jezus.
Al vond Jacinta de afbeel­ding niet zo mooi,
toch bewaarde ze die onder haar kussen
en ze kuste het plaatje keer op keer,
omdat het Jezus was
en ze zei: had ik maar een hart van Maria!

Hier vin­den we een be­lang­rijke reden
waarom Jezus ons wijst naar Maria.

Altijd naar Jezus

En zeker:
we komen altijd weer bij Jezus uit,
Hij is onze Redder en Ver­los­ser,
Hij heeft voor ons Zijn leven gegeven.

Maar als we aan Maria denken,
hebben we het niet over zomaar een heilige,
die je wel of niet kunt vereren.
Maria is er altijd bij,
Maria is onlosmake­lijk verbon­den
met het offer van haar Zoon.
Maria heeft Jezus aan de wereld gegeven,
zij staat onder het kruis,
zij brengt ons naar Jezus:
“Doe maar wat Hij u zeggen zal”.
Maria is vol­ko­men één met haar Zoon,
één met de wil van God
en steeds met Hem verbon­den.
Dus als we Maria eren
- als we de echte Maria eren
en geen gemáákt beeld van haar -
wor­den we altijd bij Jezus gebracht.

De men­se­lijke maat

En Jezus wijst ons dus ook weer naar Zijn moe­der.
Waarom?
Na­tuur­lijk van­wege de bij­zon­dere plaats
die de Vader haar
in het werk van de verlos­sing heeft gegeven
én omdat Maria dicht bij ons staat.
Zij is een mens, een­vou­dig, open, bereid,
puur en zuiver in haar intenties.
Daarom kan het ons alleen al helpen
om de juiste men­se­lijke maat te vin­den
als we naar Maria kijken
en haar on­be­vlekt en zuiver hart
als ideaal en voor­beeld nemen.

Dus: met Maria

Wij wor­den allemaal door Jezus op het kruis
in de woor­den die Hij tot Johannes spreekt,
uit­ge­no­digd
om ons Maria eigen te maken,
haar bij ons in huis te nemen,
in het huis van ons leven.
In alles wat we door Maria van God krijgen
zit die “touch”
van haar waarach­tige men­se­lijk­heid.

Ook Jezus bidt in het evan­ge­lie
dat we vandaag hebben gehoord.
Hij bidt voor Zijn zen­ding,
Hij bidt voor ons,
omdat wij God toebe­ho­ren.
Maria is de eerste van alle gelo­vi­gen,
zij is ons voor­beeld en onze voor­spraak,
laten we daarom met haar en door haar
naar Jezus en de Vader gaan
in de kracht van de heilige Geest.

Laten we onze weg door het leven,
uitge­beeld door de pro­ces­sie straks,
samen met Maria gaan!
Amen.

Terug