Arsacal
button
button
button
button


Hoe heeft Hij je geleid....

Zaai war je kunt dat goede zaad

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 17 juni 2012 - 847 woorden
de apostelen ontvangen de h. Geest: die hun geloof sterkt
de apostelen ontvangen de h. Geest: die hun geloof sterkt

Deze zon­dag hoor­den we de gelijkenissen van het zaad dat ongemerkt opschiet en van het kleine mosterd­zaadje dat uitgroeit tot een groot en sterk gewas. Ons geloof is als dat zaad, hoe won­der­lijk het groei en hoe sterk en draag­krach­tig het kan wor­den, daarover gaat deze preek:

Als we terug­kij­ken op de ge­schie­de­nis van ons eigen ge­loofs­le­ven, is dat eigen­lijk een won­der­lijk iets. Hoe komt het bij­voor­beeld dat U gelovig bent en een ander bij­voor­beeld helemaal niet.

Ik denk: als we er allemaal eens rus­tig voor zou­den gaan zitten, zou­den we mis­schien wel bepaalde momenten en gebeur­te­nissen kunnen aan­wij­zen waardoor ons geloof meer bete­ke­nis kreeg, onze band met Onze Heer, met Maria, met een bepaalde heilige mis­schien groeide en diepgang kreeg.

Toch zal het ook vaak zo gaan dat we er niet helemaal de vin­ger op kunnen leggen, maar dat we merken: gaandeweg door het leven is mijn band met God verdiept, is het geloof voor mij waarde­voller gewor­den, heeft de Heer meer plaats in mijn leven gekregen.

Mooi is dat en we kunnen daar echt een stukje lei­ding van Onze Lieve Heer in herkennen. Dat zo iets moois gelei­de­lijk in je gegroeid is, ver­sterkt alleen maar die over­tui­ging van uw Hart: Hij is met mij bezig, ergens is Hij toch in mijn hart aan het werk.

Som­mi­ge mensen hebben de nei­ging om zich­zelf niet zo van waarde te vin­den of inder­daad bepaalde dingen in hun leven te erkennen die niet zo gewel­dig zijn - je min­pun­ten en schaduwzij­den -, maar als je dan zo mag zien dat God je toch geleid heeft en je gebracht heeft tot op deze dag, dat Hij je niet heeft laten vallen, dan heb je toch reden om dank­baar te zijn: Hij neemt mij ook zoals ik ben, Hij aanvaardt mij ook zoals ik ben, Hij heeft mij lief, dat is een verbond voor altijd en geen contract met voor­waar­den of kleine lettertjes.

Hierover gaat het evan­ge­lie vandaag. Jezus verge­lijkt die ongemerkte groei van ons geloof, met het ontkiemen en opschieten van het zaad: zo gaat het en is het gegaan met ons geloof.

Er zijn mensen die iets hebben gezaaid in ons leven: een goed woord, een voor­beeld, een bepaalde praktijk mis­schien; dat kleine zaadje is vrucht­baar gewor­den en gaan groeien. Dat is na­tuur­lijk ook een oproep aan ons: wees een zaaier van dat goede zaad!

Wees niet bang om een goed woord te spreken, ook niet tegen kin­de­ren of klein­kin­de­ren of mensen die er niets aan doen. Niet dat je altijd als een soort evangelist door de wereld moet gaan, maar je mag er wel voor uit­ko­men, iets delen van wat voor jezelf be­lang­rijk is, een mooie erva­ring door­ge­ven, ver­tellen hoe het geloof voor je tot steun is geweest, uit­no­di­gen. Het zijn allemaal zaadjes die wij zaaien.

Mis­schien dat we denken dat dat toch niet helpt, dat het niets uithaalt, maar het is God die de groei­kracht geeft, niet wij, dat kunnen we beter aan Hem over laten. Soms denken wij dat het iemand niks zegt en beingt dat zaad ineens te groeien; soms hebben wij ver­wach­tingen en komt er niks van terecht.

Het is na­tuur­lijk een grote genade als je een sterk geloof mag hebben. We hebben allemaal wel mensen gekend die zo’n geloof had­den en we hebben mis­schien ook weleens ervaren wat een kracht dat mensen geeft.

Ik moet nu ik dat zeg weer denken aan een vrouw die ik heb gekend; zij was met een man getrouwd die blijk­baar een sterke erfe­lijke aanleg voor kanker had. Zij verloor haar man op jonge leef­tijd, ergens in de veer­tig was hij pas. En later haar drie zoons op die­zelfde leef­tijd. Maar zij had een rotsvast geloof dat haar door alles heen sterkte.

Eén van die zoons heb ik goed gekend. Het was een een­vou­dige jongen, die niet veel meer dan lagere school had gehad. Hij was altijd vol grapjes, opgewekt, een vrolijke Frans en mensen dachten vaak dat hij een op­per­vlak­kige flierefluiter was, iemand van “lang leve de lol”.

Maar bijna aan het einde van zijn lange ziek­bed, schreef hij een prach­tige, ontroerende brief:

“Lieve Moeder... Ik weet dat mijn heen­gaan voor jullie zwaar valt, maar dit afscheid is maar kort, want we hopen elkaar spoe­dig terug te zien in de hemel... het was een lange moeizame weg met veel duistere dagen en toch was er altijd een licht­punt, dat was de Heer die altijd weer troost bracht. Hij riep mij en nu ben ik op bestem­ming”.

Die moe­der had het zaad gezaaid van haar voor­beeld, haar geloof, haar goede woor­den, haar liefde. Wat er mee gebeurt heb je niet in de hand, je kunt er voor bid­den dat dit zaad goed terecht mag komen, maar God moet de wasdom, de groei­kracht geven.

Maar zo’n geloof is een sterke kracht, Jezus verge­lijkt het met het piepkleine mosterd­zaadje dat uitgroeit en alles overtreft, alles kan dragen.

Dat wij mogen zaaien, dat het geloof in ons mag groeien, dat het een grote kracht voor heel ons leven mag zijn.

Amen.

Terug