Arsacal
button
button
button
button


Welke toekomst voor geloof, kerk en parochie?

Studiedag pastorale krachten bisdom Haarlem-Amsterdam

Artikel Parochie - gepubliceerd: maandag, 27 november 2017 - 2956 woorden
Welke toekomst voor geloof, kerk en parochie?
De sprekers: prof. dr. Paul van Geest en drs. Mirjam Spruit
De sprekers: prof. dr. Paul van Geest en drs. Mirjam Spruit
Welke toekomst voor geloof, kerk en parochie?

Maan­dag 27 no­vem­ber 2017 waren de pries­ters, diakens, pas­to­raal werkers en cate­chisten van het bisdom Haar­lem-Am­ster­dam bijeen voor een studie­dag In Heiloo. Hoe staan we ervoor, hoe ziet de toe­komst eruit en hoe berei­den we ons daarop voor? Die vragen ston­den centraal. Dat gaat niet alleen over krimp, maar ook over de ver­kon­di­ging van het evan­ge­lie en kerk-zijn in de toe­komst.

De dag begon met de Eucha­ris­tie­vie­ring in de kapel van het Juliana­kloos­ter bij het hei­lig­dom van O.L. Vrouw ter Nood, waarin ik een korte over­we­ging gaf bij het evan­ge­lie dat over het pen­ningske van de weduwe ging: deze vrouw gaf alles, zon­der te weten wat met haar pen­ningen zou gebeuren, alles waar zij van leven moest. Dat het weinig was, deed niet ter­zake. Zo geven pries­ters, diakens en andere pas­to­rale krachten hun leven en hun talenten. Welke die talenten zijn, doet niet zo ter zake, be­lang­rijk is dat zij hun leven geven met geloof en ver­trouwen.

Mgr. Punt

De bis­schop, mgr. Jozef Punt opende daarna de dag met een wel­komst­woord. Zo’n zeven­tig pries­ters, diakens, pas­to­raal werkers en cate­chisten waren geko­men om deze dag mee te maken en elkaar te ont­moe­ten, want ook daarvoor zijn deze dagen be­lang­rijk.

Thom van der Steen

De econoom van het bisdom, Thom van der Steen, gaf ver­vol­gens een inlei­ding over de cijfers en de finan­ciële ont­wik­ke­lingen die naar de toe­komst toe, niet roos­kleu­rig zijn. Ook ver­telde hij in korte trekken wat de organi­sa­tie van de bisdom­diensten betekent, waar flink bezuinigd moet wor­den. De inlei­ding die ik hierna gaf, kan hier­on­der wor­den nagelezen.

Ernst Meijknecht

Ernst Meijknecht gaf een toelich­ting op de situatie van de caritas en de PCI’s (Parochiële Caritas In­stel­lingen) in het bisdom en Lyanne Blonk en Matthijs Jansen gaven uitleg over het pro­gram­ma van de bisdom­bede­vaart in de mei­va­kan­tie komend jaar, die naar Assisi gaat, de stad van St. Fran­cis­cus.

Samen baden we het mid­dag­ge­bed en werd er geluncht.

Het mid­dag­pro­gramma ging meer in op de po­si­tie­ve aspecten van evangeli­sa­tie, in de eerste eeuwen - de tijd van de kerk­va­ders - en in onze tijd.

Mirjam Spruit

Mirjam Spruit legde in haar inlei­ding nadruk op het belang van Jezus centraal te stellen. Bidden in het contact met mensen, navol­ging van Jezus en mensen helpen leer­ling van Jezus te wor­den door in­struc­tie, door voor­beeld en door ‘na­tuur­lijk leren’ in ge­meen­schap, is be­lang­rijk wanneer we wer­ke­lijk missio­nair willen zijn.

Paul van Geest

Prof. Dr. Paul van Geest, die in Heiloo door Radio 1 eerst was geïnter­viewd over de reis van paus Fran­cis­cus naar Myanmar, hield zijn gehoor “the lessons to learn” voor uit de ge­schie­de­nis van de jonge kerk. Het is allemaal heel klein be­gon­nen met weinige, onge­let­terde mensen. Het ging en gaat erom Jezus te leren kennen met een erva­ringskennis, een inner­lijke kennis, waarbij de eerste chris­te­nen indruk maakten door hun eerbied voor de waar­dig­heid van de mens en hun naasten­liefde. Gelei­de­lijk wisten de chris­te­nen ook hun invloed te doen gel­den in de samen­le­ving.

 

Kerk in een veran­der(en)de samen­le­ving

Studie­dag pas­to­rale krachten, 27 no­vem­ber 2017

Ik wil aller­eerst ie­der­een bedanken voor zijn of haar inzet, geloof en liefde voor de kerk. De situatie van een steeds meer secu­la­ri­se­rende samen­le­ving, die ge­ken­merkt wordt door een sterk indi­vi­dua­lis­me, maakt het tot een grote uit­daging om ge­meen­schap op te bouwen in de Heer. U zet zich daarvoor in, tegen de stroom inroeiend, ook een beetje wachtend op het moment dat het getij ein­de­lijk zal keren en de heilige Geest wat meer wind in de zeilen kan blazen. Veel dank daarvoor. De dank voor Uw geloof, voor uw trouw en uw liefde voor de kerk staat voorop en ligt onder alles wat ik U ver­der wil zeggen vandaag.

De cijfers - kerk­be­zoek, ker­ke­lijke be­trok­ken­heid, aan­deel katho­lie­ken in de samen­le­ving en finan­ciën - maken dui­de­lijk dat er veel gaat ver­an­de­ren in enkele jaren. Over tien jaar staan we er helemaal anders bij, zoals het zich nu laat aanzien.

We proberen zo goed moge­lijk U allen vanuit het bisdom bij te staan in deze ver­an­de­rende tij­den, al zijn de moge­lijk­he­den beperkter dan vroe­ger.

Over de finan­ciële situatie van de pa­ro­chies heeft de econoom U het nodige toe­ge­licht. Dit betekent onder meer dat het vrijwel onmoge­lijk wordt om nieuwe pas­to­raal werkers of geho­no­reerde diakens aan te stellen, hoe spij­tig dat ook is. De andere wijze van sala­risop­bouw maakt die bekosti­ging steeds moei­lijker. Niet geho­no­reerde vrij­wil­lige diakens en andere ge­kwa­li­fi­ceerde vrij­wil­li­gers zullen dus alleen be­lang­rijker wor­den. In dat licht bezien, ben ik bij­zon­der gelukkig met het feit dat het Sint Boni­fa­tius-instituut steeds veel nieuwe stu­den­ten trekt. Ook ben ik blij met nieuwe pries­terroe­pingen, die een teken zijn van de kerk van de toe­komst, ook al omdat die roe­pingen uit heel andere ach­ter­gron­den komen dan we in het verle­den gewend waren.

Graag wil ik met u stil staan bij de taken van de pries­ters en diakens, pas­to­raal werkers en cate­chisten in deze tijd:

  • pas­to­rale zorg voor de prak­ti­ze­rende katho­lie­ken
  • lei­ding geven aan de pa­ro­chie
  • inzetten en be­ge­lei­den van processen van samen­voe­ging
  • contact met mensen; bre­dere evangeli­sa­tie, catechese, vor­ming
  • caritas

Pas­to­rale zorg voor prak­ti­ze­rende katho­lie­ken

Deze zorg is goed en be­lang­rijk; we mogen onze gelo­vi­gen niet in de steek laten, al vin­den we bij hen, ook bij ouderen, lang niet altijd het katho­lie­ke geloof terug. De schoolcate­chis­mus is ruim vijf­tig jaar gele­den afgeschaft en mensen onder de 65 jaar hebben weinig catechese mee­ge­kre­gen. Het is soms een schokkende erva­ring voor ons als we merken hoe weinig mensen weten en hoe weinig chris­te­lijk geloof er bij hen is. Daar staat na­tuur­lijk tegen­over dat we ook mensen mogen ont­moe­ten met een ontroerend sterk, diep en gerijpt geloof. Die ont­moe­tingen zijn voor ons een bemoe­diging en bevesti­ging en het is zeker voor ieder van ons be­lang­rijk gelegen­he­den te zoeken om met in­spi­re­rend geloof in contact te komen.

Het is nodig dat we ons­zelf voe­den en nieuwe in­spi­ra­tie opdoen. We kunnen niet zon­der gebed, be­zin­ning, retraite en nieuwe mooie erva­ringen. Soms moeten we dat wat ver­der weg zoeken. Twee jaar gele­den deed ik retraite in Chateauneuf waar Marte Robin heeft geleefd. Ik kwam terecht in een retraite waar bijna hon­derd mensen van alle leeftij­den in stilte een week bij elkaar waren voor gebed en medi­ta­tie met mooie inlei­dingen. Ik vond het zeer in­spi­re­rend. Daarna kwam ik in een klooster terecht met negen­tig monniken, bijna allemaal onder de vijf­tig, en een vijf­tiental pos­tu­lan­ten. Heel in­spi­re­rend! Gelukkig dat dit bestaat! En je bent even helemaal uit je eigen kader en leef­we­reld weg­gerukt. Dit is niet alles, de kerk is groter dan wat ik dage­lijks ervaar.

Aandacht voor prak­ti­ze­rende katho­lie­ken is goed en be­lang­rijk; aan hen zou kunnen wor­den gevraagd anderen uit te nodigen, met name voor een bre­dere en laag­drem­pe­lige ac­ti­vi­teit waardoor nieuwe mensen in contact gebracht kunnen wor­den met de kerk. Een poging mensen anderen te laten uit­no­di­gen was er dit jaar voor het eerst in “Welcome back to Church”, in het Neder­lands mis­schien wat raar “Kerk­proe­ve­rij”.

Uit­vaar­ten zijn evan­ge­li­se­rende ac­ti­vi­teiten en zeer waarde­vol. Mensen wor­den daardoor vaak geraakt. Hoe kun je mensen daarna vast­hou­den? Hoe kunnen we lijnen leggen vanuit brede ac­ti­vi­teiten die meer binnenlei­den in het geloof van de kerk?

In vergelij­king met bijna alle andere Neder­landse bis­dom­men be­schik­ken wij - Godzij dank! - over een flink aantal pries­ters en andere pas­to­rale krachten. Bij een goede plan­ning zou momenteel bijna overal in het weekend Eucha­ris­tie kunnen wor­den gevierd.

En van een dage­lijkse Mis gaat een sig­naal uit, ook als er niet veel mensen naar toe komen. Het laat zien: wij geloven erin.

Leiding geven aan de pa­ro­chie

Met name de pastoor heeft de taak om lei­ding te geven aan de pa­ro­chie en dat wil ook zeggen dat er van hem ini­tia­tief mag uit­gaan met een voor­uit­ziende blik: waar gaan we naar toe, waar willen we naar toe, wat zijn doel­stel­lingen waar we - met Gods hulp - op willen focussen?

We willen vanuit het bisdom graag onder­steu­ning bie­den vanuit de bisdom­me­de­werker kerkop­bouw en door de be­ge­lei­ding van pas­to­rale krachten door Bureau Xpand of op andere wijze.

Be­trok­ken­heid van de pastoor bij het opstellen van de li­tur­gische agenda is cruciaal. Er zijn nog steeds pa­ro­chies waar buiten de pastoor om mensen wor­den uit­ge­no­digd om voor te gaan die geen zen­ding hebben van de bis­schop. Dat zou anders moeten. Als ergens een concreet probleem ont­staat omdat er on­vol­doen­de pas­to­rale krachten zijn aan­ge­steld in de pa­ro­chie noch andere mensen met een zen­ding be­schik­baar zijn, is er overleg met het bisdom moge­lijk om tot een goede oplos­sing te komen. Daarvoor zijn we graag be­schik­baar.

Processen van samen­voe­ging

Er zijn in ons bisdom pa­ro­chies gefuseerd en samen­wer­kings­ver­ban­den gevormd. Het aantal gefuseerde pa­ro­chies is bij ons min­der groot dan in andere bis­dom­men. Het Kaski merkte dit op in een rapport: in het bisdom Haar­lem-Am­ster­dam is er aan fusies nog niet zoveel gebeurd. We hebben steeds gezegd dat het be­lang­rijk­ste is dat er één groep be­stuur­ders is voor alle pa­ro­chies van de samen­wer­kingsvertan­den, zodat er over­zicht komt over een wij­dere regio. Toch zou het goed zijn - gezien de ont­wik­ke­lingen - om nieuwe stappen te zetten, zon­der daar al te veel tijd aan kwijt te raken. Waar het kan zon­der groot verlies aan mensen en finan­ciële mid­de­len is aan te bevelen om tot fusie te komen. Dat maakt het bestuur een­vou­diger - men kan bij­voor­beeld komen tot één jaarreke­ning, er is geen aparte admi­ni­stra­tie nodig voor de afzon­der­lijke pa­ro­chies, al kan er ook bij fusie zono­dig nog een fonds zijn binnen de jaarreke­ning dat bestemd is voor een bepaald doel.

Ook moeten ver­schil­lende samen­wer­kings­ver­ban­den uit­ge­breid wor­den omdat ze naar de toe­komst toe niet levensvat­baar zijn. Som­mi­ge samen­wer­kings­ver­ban­den zijn heel klein. Daarvoor zullen vanuit de bisdom­orga­ni­sa­tie ook ini­tia­tie­ven wor­den geno­men, als de pa­ro­chies die tenminste niet al zelf nemen (wat toe te juichen is).

Een kerk kan pas formeel gesloten wor­den als die al enige tijd feite­lijk helemaal dicht is. Het beste is niet - zo is de erva­ring - een slui­tings­pro­ces in gang te zetten, maar een proces van be­ge­lei­ding van de ge­meen­schap naar een nieuwe lokatie en het gebruik van een bepaalde kerk af te bouwen, bijv. door ge­za­men­lijke vie­rin­gen bij bij­zon­dere momenten voor de pa­ro­chie, door in de weeken­den om en om te vieren in een kerk­ge­bouw, een kerk alleen te gebruiken voor bij­zon­dere vie­rin­gen, enz. Alles wat kan dienen om mensen zich ge­meen­schap te laten voelen in een groter ver­band is goed en mee­ge­no­men.

Van groot belang is ook extra aan­dacht, huis­be­zoek aan mensen van een lokatie die gaat ver­dwij­nen. Ik heb gezien dat er pries­ters zijn die daar veel in hebben geïnves­teerd en dat dit olie op de wonde van een kerk­slui­ting was, waardoor mensen betrokken bleven.

Als een kerk gesloten wordt raken er mensen buiten beeld. Dat kan vermin­derd wor­den door een goed pas­to­raal beleid (al zul je altijd mensen verliezen). Som­mi­ge mensen kunnen niet meer komen omdat de afstand groter wordt en zij ouder wor­den. Is er aan­dacht voor hen? En de vrij­wil­li­gers van de lokatie die wordt afge­bouwd, is er aan­dacht voor hen? Deel het verdriet van mensen. We zijn er voor hen. Gelei­de­lijk lijkt er trouwens meer begrip te komen voor onafwend­ba­re keuzes...

Pas als de kerk feite­lijk gesloten is, kunnen we denken aan onttrek­king aan de ere­dienst, want tegen dat decreet van onttrek­king is beroep moge­lijk en dat beroep vertraagt alles zeer en maakt de zaak ge­com­pli­ceerd. Denk niet: dat gebeurt bij ons niet, bij ons is ie­der­een het er wel over eens dat de kerk dicht gaat. Dat valt bijna altijd tegen.

Er moet een evenwicht zijn: het sluiten van kerken betekent dat (oudere) mensen afhaken en dat finan­ciën krimpen. Oudere mensen willen vaak niet geven als het geld niet meer naar “hun” kerk toegaat. Soms zijn er kerke­vei­lingen ten bate van een bepaalde kerk, die veel opleveren en die niet meer door­gaan als die kerk dicht is. En sluiten van kerken kan als een “afbraak­sce­na­rio”over­ko­men. Er is dus een afwe­ging nodig, maar die moet wel reëel zijn. Het is ook van belang om tij­dig te han­de­len, zodat niet het eindre­sul­taat is dat al het geld en alle gebouwen verdwenen zijn.

Uit het verhaal van de econoom is tevens dui­de­lijk dat we voorzich­tig moeten zijn met het uit­ge­ven van geld. De afwe­ging om grotere bedragen te beste­den aan on­der­houd van kerken of ver­bou­wingen, moet zeer zorg­vul­dig wor­den gemaakt en bezien op de lan­gere termijn van waar de pa­ro­chie naar toe wil en kan en wat de finan­ciële mid­de­len zijn en zullen zijn.

Vandaar dat vanuit het bisdom aan de pa­ro­chies om een gebouwen­plan en een finan­cieel plan wordt gevraagd.

Hoeveel pa­ro­chies zullen er over blijven? Er is een groeiend aantal mi­gran­ten­ge­meen­schappen, die laten we voor wat de samen­voe­gingen even buiten be­schou­wing. Het zal nog even duren voordat mis­schien een mi­gran­ten­ge­meen­schap een kerk kan over­ne­men, de kosten kunnen ze meestal voorlopig niet dragen. Aan ter­ri­to­ri­ale pa­ro­chies hou­den we er wellicht een vijf­tiental over, som­mi­ge mis­schien met meer kerken (als we die kunnen betalen). Wij zou­den vaak de mi­gran­ten­ge­meen­schappen met ter­ri­to­ri­ale pa­ro­chies willen samen­voe­gen. In grote ste­den zijn er ook al wel ter­ri­to­ri­ale pa­ro­chies met veel mi­gran­ten. Maar het is niet altijd guns­tig als mi­gran­ten opgaan in de “gewone”pa­ro­chies, omdat mensen toch ook vaak het houvast nodig hebben van hun eigen cultuur en taal om gelovig staande te blijven, dat mogen we niet vergeten.

Evangeli­sa­tie

We beste­den op deze dag ruime aan­dacht aan evangeli­sa­tie omdat we dui­de­lijk willen uitstralen dat we niet met een afbouw­sce­na­rio bezig zijn maar met het verlenen van een nieuwe, andere dimensie aan ons kerk-zijn. Het zal nog ingrijpend anders wor­den en daar zal zeker ook het gevoel van verlies uitbun­dig in naar voren kunnen komen, maar de “bottom-line” moet het vuur van de Geest zijn: hoe gaan we het evan­ge­lie brengen aan de mensen van onze tijd? Hoe bereiken we mensen? Waar staan zij? Wat houdt hen bezig? Wat zoeken en verlangen zij?

We kunnen nooit alleen bezig zijn met het ver­zorgen van onze pa­ro­chi­anen en het fuseren en sluiten van kerken. We moeten een nieuwe impuls proberen te geven.

Een be­lang­rijk punt is het vormen van leer­lin­gen van de Heer, mensen met een gevormd geloof en een diepere over­tui­ging die zelf weer mis­sio­na­rissen kunnen zijn in hun omge­ving. Er zijn ver­schil­lende vor­mings­acti­vi­teiten die meer gericht staan op mensen die op zich al bij de kerk betrokken zijn, maar hun geloof ver­die­pen, zowel spi­ri­tu­eel als inhou­de­lijk. Daar zullen we vandaag nog bij stil staan. Om deze vor­ming moge­lijk te maken en om hen bre­der bij Christus en de kerk te betrekken, blijft er ook bij alle reorgani­sa­tie een focus op jon­ge­ren­werk.

Be­lang­rijk lijken me ook bre­dere ac­ti­vi­teiten die mensen trekken die niet naar een kerk komen. Dat kunnen concerten zijn, markten, ten­toon­stel­lingen, acties en wat dies meer zij, maar de vraag blijft daarbij hoe we een verbin­ding kunnen leggen naar de inhoud, naar het geloof en ker­ke­lijk leven, hoe we van­daaruit mensen kunnen helpen om een volgend stapje te doen. Een bre­dere ac­ti­vi­teit kan uit­no­di­gen tot een ver­volgstap. Ook iedere vorm van per­soon­lijk contact van ons­zelf met mensen biedt een kans en legt een bodem waarop nu of later iets kan groeien. Door het contact komen we binnen hun horizon.

Van belang is daarbij ook dat de pries­ter, diaken, pas­to­raal werker of cate­chist als zodanig en herken­baar aanwe­zig is in de lokale ge­meen­schap, dat hij zicht­baar en herken­baar is. Ik weet van een pastoor die de intocht van Sin­ter­klaas mee-orga­ni­seer­de. Het maakte hem tot deel van de ge­meen­schap, hij was daardoor toe­gan­ke­lijk en dat droeg gees­te­lij­ke vruchten. Goed, ieder heeft wat dit alles betreft zijn eigen cha­risma. Een ander doet veel huis­be­zoek, ook heel be­lang­rijk. Het is be­lang­rijk dat we doen en ont­wik­ke­len wat ons door de Heer aan moge­lijk­he­den, aan gaven en talenten is gegeven. We hebben het van­mor­gen in het evan­ge­lie gehoord: Wie geeft wat hij heeft....

Er zijn in ons bisdom op het gebied van evangeli­sa­tie ver­schil­lende ini­ta­tieven, zoals bij­voor­beeld de Missio ad gentes die op ver­schil­lende plaatsen is: missie­ge­zinnen proberen in hun omge­ving contacten te leggen en mensen uit te nodigen, om bijeen te komen, eerst in een eigen, kleinere ge­meen­schap, waar hun geloof kan groeien.

Caritas

Zo’n brede ac­ti­vi­teit die tege­lijk dui­de­lijk het gelaat van Christus en de kerk laat zien, is de caritas. We hebben gis­te­ren net weer Matteüs 25 gehoord op het feest van Christus Koning. Dat Christus in de arme is, betekent ook dat het gelaat van de kerk herken­baar wordt door de liefde die we aan de armen geven. Goede herken­ba­re, ker­ke­lijke caritas is daarom van groot belang. Op ver­schil­lende plaatsen in ons bisdom kunnen we inder­daad zien dat mensen door de liefde die vanuit de kerk aan armen wordt betoond, het gelaat van Christus gaan ont­dek­ken en betrokken raken bij het ker­ke­lijk leven. Het is dus be­lang­rijk dat caritas ker­ke­lijk herken­baar is omdat mensen gelegen­heid moeten hebben om te zien wat de con­se­quentie van het evan­ge­lie is.

Dat de Heer onze inzet mag zegenen, ons allen vreugde en vrede mag geven in de dienst aan Christus en Zijn kerk.

                                                                              +Jan Hendriks


Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.
Terug