Arsacal
button
button
button
button


Wat voor Koning is Christus?

Een misdienaartje met dat zware boek...

Nieuws - gepubliceerd: zondag, 25 november 2018 - 1096 woorden
Hoofdaltaar in Overveen
Hoofdaltaar in Overveen
Het beeldje van de misdienaar in de sacristie
Het beeldje van de misdienaar in de sacristie
De doopvont
De doopvont

Op het feest van Christus Koning was ik in Overveen, waardoor de pries­ters van groot Haar­lem gelegen­heid had­den bij het afscheid van ple­baan Hein Jan van Ogtrop in de ka­the­draal te zijn. In de sacristie van Overveen trof ik een leuk beeldje aan van een zwoegende mis­die­naar...

Doopvont

Overveen heeft een van de oudste neogothische kerken van ons bisdom en de meeste bis­schop­pen van Haar­lem liggen daar begraven. Het doopvont, zo ver­telde de koster me, is een neogothische kopie van een mid­del­eeuws, gothisch doopvont uit Zutfen dat bij de beel­denstorm in de Re­for­ma­tie - zoals veel katho­lie­ke kunst - "gestript" werd van alle heiligen­beel­den. Die staan er in Overveen na­tuur­lijk gewoon weer op. De schola cantorum Kennemerland zong de Gre­go­ri­aanse gezangen van deze dag bepaald niet onver­diens­te­lijk en de zeer vitale 92 jaar oude organist was de trap naar het doxaal opgeklommen om de sterren van de hemel te spelen. Na afloop heb ik de pa­ro­chi­anen kunnen ont­moe­ten die voor het koffie-drinken naar de pa­ro­chie­zaal waren geko­men.

Beeldje

Het beeldje van de mis­die­naar in de sacristie gaat dui­de­lijk nog over de Tri­den­tijnse Mis: het joch heeft dat zware mis­boek op de leze­naar in han­den, dat een mis­die­naar des­tijds moest overdragen van de epistel- naar de evan­ge­lie­kant. Menig mis­die­naar heeft in zijn carrière die zware lading weleens laten vallen... Mis­schien was dat ook dat mis­die­naartje daar in de sacristie over­ko­men, want blijkens het onder­schrift - in het Latijn! Ja, toen waren die mis­die­naars die taal nog aar­dig mach­tig - vroeg deze jongen ver­gif­fe­nis aan de pastoor omdat hij zo slecht had gediend. Dat staat er overigens wel in de conjunctivus die ook een aarzeling of twijfel kan uitdrukken, dus: mis­schien was het alles bij elkaar toch ook weer niet zo slecht....

Evensong

Op zater­dag 15 de­cem­ber om 17.00 uur zal ik weer in deze kerk zijn voor het celebreren van de Evensong, die opnieuw een mooi gebeuren belooft te wor­den op weg naar het kerst­feest.

HOMILIE

Van huis uit katho­liek?


Het zal lang niet voor ieder van ons
op dezelfde manier gel­den,
maar als U gelovig bent,
het geloof gevon­den hebt
als een waarde, een schat in uw leven,
dan is er toch ergens een moment
of een periode in uw leven geweest,
waardoor dat zo geko­men is.
Wie van huis uit
het katho­lie­ke geloof heeft mee­ge­kre­gen,
heeft na­tuur­lijk mee­ge­maakt
dat er thuis een katho­lie­ke sfeer was;
som­mi­gen onder ons hebben mee­ge­maakt
- zoals ik -
dat thuis de rozen­krans werd gebe­den,
een morgen- en avond­ge­bed
en bid­den voor en na het eten.
In een katho­liek gezin was het dat vroe­ger
wel zo’n beetje,
want in de meeste ge­zin­nen
werd er niet zo veel over het geloof ge­spro­ken.

De kokosmat

Geloofsopvoe­ding gebeurde op school.
Maar die katho­lie­ke sfeer thuis
heeft lang niet ie­der­een
als posi­tief ervaren en mee­ge­no­men in het eigen leven;
soms hoor je mensen vijf­tig jaar later
nog klagen over de kokosmat
waarop ze kniel­den
bij het bid­den van de rozen­krans!
En som­mi­ge mensen - mis­schien ook onder ons -
hebben het katho­lie­ke geloof
pas veel later ontdekt,
zijn op latere leef­tijd katho­liek gewor­den.

Hoe kreeg je een band?

Maar voor ieder van ons geldt:
er is op een gegeven moment
toch iets gebeurd
waardoor dat geloof
- dat we mis­schien als kind al hebben mee­ge­kre­gen
of wat we later hebben ontdekt -
ook iets van ons­zelf is gewor­den;
dat heeft met geloofs­er­va­ring te maken:
op een bepaald moment
of in een bepaalde periode
is dat geloof
iets voor ons per­soon­lijk gaan betekenen
en kregen we zelf een relatie,
een band met God.
We zijn vaak niet gewend
om daar veel over te praten;
soms wor­den we gewaar
dat een ander een band heeft met God
als we iemand zien bid­den,
ontroerd zien raken,
een diepe vrede en vreugde zien uitstralen
of als hij of zij dank­baar­heid uit;
aan zulk soort uitingen
kunnen we soms bemerken
dat iemand Gods aanwe­zig­heid
in zijn of haar leven ervaart.

“Nood leert bid­den”
zeggen we wel
en daar zit iets in:
bij grote moei­lijk­he­den, bij lij­den en verdriet,
wor­den we met iets gecon­fron­teerd
waar we niet echt om heen kunnen,
we wor­den dan bijna ge­dwon­gen
om over het leven en de zin ervan
na te denken op een heel exis­tentiële, per­soon­lijke manier.

Bazige titels

Wie vieren vandaag
het feest van Christus Koning,
maar Jezus komt nu niet naar voren
op een manier die je bij een koning
zou ver­wach­ten.
Hij staat geboeid voor Pilatus,
Hij is aan hem over­ge­le­verd
als een opruiende crimineel
en Hij is al bijna ver­oor­deeld tot het kruis,
dus zeker is Hij geen
imposante, mach­tige ver­schij­ning, integen­deel.
“Ja, koning ben ik” zegt Jezus,
maar: “Mijn koning­schap is niet van deze wereld”.
Koning-zijn heeft normaal na­tuur­lijk met heersen te maken,
met het voor het zeggen hebben,
heer en meester zijn.
En zo wordt Jezus ook aan­ge­spro­ken
als Heer en Meester en Koning.
Het zijn bazige titels
en Jezus is dus geen gewone koning.
Want een koning kan wel
veel van de sfeer in zijn land bepalen,
hij kan echter niet heersen over de harten en geesten
 van de mensen.
De gedachten zijn vrij.

Zelf gaan kiezen...

Dat is nog zoals in dat katho­lie­ke gezin:
de ouders leven het voor,
zij geven een katho­lie­ke sfeer mee,
maar uit­ein­delijk zullen de kin­de­ren
zelf gaan kiezen
en als zij voor God, voor geloof en kerk kiezen,
zullen ze dat doen
omdat hun hart ergens is geraakt,
omdat zij een inner­lijk aanvoelen hebben gekregen
dat God bestaat en er voor ons is.

Geraakt wor­den

Dat is de koning die Christus
uit­ein­delijk voor ons wil zijn:
“Al wie uit de waar­heid is,
luistert naar mijn stem”.
Hij wil niet een koning zijn van dwang en plicht,
maar een koning die onze harten heeft gewonnen
omdat dat hart van ons in Zijn stem, in Zijn woord, in Zijn persoon
iets heeft herkend,
dat ons raakt, waarin ons hart liefde en waar­heid herkent.
Geen aardse koning dus,
maar een koning van de harten.

Hoe kan het gebeuren?

Wat kunnen wij doen
om die relatie van hart tot hart te krijgen?
En om anderen te helpen
zo’n band met God te ont­dek­ken?
Het eerste is denk ik wel
dat we proberen ons eigen hart zuiver te hou­den,
eer­lijk en oprecht,
zodat het open kan zijn
voor het waren en goede.
Wie vast zit in ver­keerde dingen
of al vol zit met de eigen dingen,
heeft de toegang tot zijn hart
zo’n beetje geblok­keerd.
Maar die open­heid kan komen
door een mooie erva­ring,
een mooie plaats die we bezoeken
of een moei­lijke periode die we meemaken,
waarin onze zeker­he­den
toch niet zo zeker blijken te zijn.

Ruimte, stilte, re­flec­tie, ver­won­dering, bewon­dering
dat zijn gees­te­lij­ke plaatsen
waar we Jezus Christus kunnen ont­moe­ten
als koning ook van ons hart en ons leven. Amen

Terug