Arsacal
button
button
button
button


TV Mis vanuit de Haarlemse kathedraal

Eerste zondag van de Advent C

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 2 december 2018 - 985 woorden
Magistra Cantus Sanne van Nieuwenhuijsen in overleg met de opnameleider
Magistra Cantus Sanne van Nieuwenhuijsen in overleg met de opnameleider
TV Mis vanuit de Haarlemse kathedraal
de grime-tafel in de sacristie
de grime-tafel in de sacristie

Zondag 2 de­cem­ber, de eerste zon­dag van de Advent, kwam de TV Mis uit de ka­the­drale basiliek van Sint Bavo met zang van de Bavo­can­to­rij onder lei­ding van Sanne Nieuwen­huij­sen. In het evan­ge­lie schetste Jezus de nodige rampen en gruwelen. Of was het toch wel een hoop­volle bood­schap?

Diaken drs. Eric Fennis zorgde er als cere­mo­nia­rius voor dat alles in goede banen werd geleid, diaken Philip Weijers assis­teerde, M. Kools was de lector en de titulair organist dr. Ton van Eck vulde de op één na grootste katho­lie­ke kerk van Neder­land met de mooiste klanken.

De preek die ik bij deze Eucha­ris­tie gehou­den heb, is hier­on­der na te lezen, het evan­ge­lie kwam uit Lucas 21, 25-28. 34-36.

De Eucha­ris­tie­vie­ring is nog te bekijken op de web­si­te van de KRO-NCRV:

https://www.kro-ncrv.nl/eucha­ris­tie­vie­ring/seizoenen/seizoen-2018/181202haarlem

 

OPENINGSWOORD


Harte­lijk welkom bij deze Eucha­ris­tie­vie­ring:
U hier in deze ka­the­drale basiliek
of thuis of waar U ook met ons verbon­den bent.
Hij komt en vol ver­wach­ting klopt ons hart.
Nee, we beginnen hier geen zwarte-pieten-dis­cus­sie,
maar het is Advent, dat betekent: Komst.
We beginnen een nieuw li­tur­gisch jaar.
Adventus Domini, komst van de Heer.
We kijken vol ver­wach­ting naar Hem uit:
Hoe zal het zijn als Hij komt?
Hoe zal dit kerst­feest zijn?
En hoe zal het zijn als Hij komt
om mij te halen aan het eind van mijn leven
of aan het einde der tij­den?
Veel is nog verborgen,
maar wij beginnen deze Eucha­ris­tie­vie­ring
met het ver­trouwen
dat Hij komt ook hier en nu, in deze vie­ring,
en dat wij welkom zijn bij Hem.

Laten we ons klein maken voor Hem,
ver­ge­ving vragen voor de zon­den
en kracht om christen te zijn
in het leven van elke dag.


HOMILIE

Het gaat toch goed?

Veel mensen zullen mis­schien
niet zo heel erg vaak stil­staan
bij wat er allemaal mis kan gaan
in hun leven.
Als het leven best wel rede­lijk goed loopt,
er is werk, er is geld, er is een relatie,
er zijn geen erns­tige ziekten
bij onze dier­baarste mensen
en de oude dag ligt nog wat ver­der weg,
dan hebben we niet zo veel reden
om bij moge­lijke rampen of rampjes
stil te staan.
Het gaat toch goed?

Toch hebben we allemaal één zeker­heid:
de dag zal komen dat het ons min­der gaat
en eens komt de dag van onze dood.
We zijn voorbij­gan­gers op deze aarde.

Wat echt be­lang­rijk is

Wie wél al het een en ander heeft mee­ge­maakt
aan tegen­slagen, verdriet en lij­den
weet dat het die moei­lijke periodes zijn
waarin we wor­den gecon­fron­teerd
met de grote, exis­tentiële vragen.
Zo wordt dan bij­voor­beeld heel dui­de­lijk
wat we écht be­lang­rijk vin­den
en allerlei zaken verliezen hun zin.
Wat heeft het je te zeggen
dat de bekerfinale wordt gespeeld,
als je vrouw op sterven ligt
of als je kind een operatie moet onder­gaan?
Een multimiljonair had alles willen geven
toen zijn dochtertje werd ont­voerd.

Preek over iets leukers!

Voor veel mensen zijn dat mis­schien zaken
waaraan ze liever niet denken.
Preek liever over iets leukers,
zullen ze zeggen. 
Want zeker in onze tijd
willen mensen hun eigen lot in han­den hou­den,
controle hebben
en zelf een einde kunnen maken
aan een uit­zicht­loze situatie,
want die mag er niet zijn...
En soms vragen mensen zich verwijtend af
waarom hun die tegen­slag over­komt.

Slechte tij­den

Toch weten we dat zulke slechte tij­den
voor ieder mens zullen komen,
want we zijn ster­fe­lijk en alles is tij­de­lijk;
we wor­den er in het dage­lijks nieuws mee gecon­fron­teerd
dat dit voor anderen geldt,
er zijn zoveel mensen in onze wereld
die slechte tij­den onder­gaan;
en Jezus spreekt erover in het evan­ge­lie
dat we hebben gelezen, herken­ba­re zaken:
Tsunami’s en andere natuur­rampen,
rade­loze mensen,
schrik en span­ning onder de volken.

Voor wie niet gelooft...

Voor wie niet gelooft, zijn dit inder­daad zaken
dat alleen maar afschuw oproepen:
zoveel zinloos geweld, zin­loze ver­nie­ti­ging,
zoveel haat, zoveel strijd.
De wereld is er vol van.
Voor wie niet gelooft
is er geen ont­ko­men aan
en is dit het einde van alles.
Voor wie niet gelooft
gaat alles ten onder
en is er geen red­den meer aan,
wat heeft dat voor zin?

Voor wie gelooft...

Maar voor wie gelooft is dat toch anders,
want dat je in de put zit
of een afgrond voor je ziet,
is niet wat ons leven uit­ein­delijk bepaalt.
Die put of die afgrond:
je zult eruit wor­den getrokken!

Jezus zegt het ons zo dui­de­lijk vandaag:
“Als dat alles je over­komt:
richt u dan op, hef uw hoof­den omhoog,
uw verlos­sing is nabij!”
Er is hoop.

Kijk ook naar de mooie dingen,
de rijke erva­ringen,
de cadeautjes en knipoogjes van de hemel!

Hij is op komst!

Jezus nodigt Zijn leer­lin­gen uit
om die rampen in de grote wereld
én de rampen in ons eigen leven
als tekenen te zien:
dit is erg, dit is slecht,
de Heer kan niet veraf meer zijn,
Hij moet nu wel nabij zijn,
want Hij is onze Redder.

De ellende is geen eind­sta­tion,
de narig­heid heeft niet het laatste woord;
we moeten door een tunnel
maar de weg gaat naar het licht.
Jezus roept ons op tot moed,
tot waak­zaam­heid, standvas­tig­heid, gebed.

Geloof, hoop en liefde zijn de grote drie;
dus de hoop is heel be­lang­rijk,
die maakt dat we altijd toe­komst zien en per­spec­tief
en erop ver­trouwen dat het goed zal komen,
want God laat ons niet in de steek.
Hij komt aan het eind van ons leven
en aan het eind van de tijd.

"Neem mij maar"

In de tweede wereld­oor­log
was er een Maxi­mi­liaan Kolbe
die let­ter­lijk een stap zette van hoop en ver­trouwen
in het con­cen­tratie­kamp van Ausch­witz.
Toen een vader van jonge kin­de­ren werd uitgekozen
om de hon­ger­dood te sterven,
stapte deze pries­ter uit de rij van ge­van­ge­nen naar voren:
“Neem mij maar”.
Ze deden het en in de dodencel
bleef hij zijn mede-ter-dood-ver­oor­deel­den
bemoe­digen met veel geloof.
Hij bleef standvas­tig,
hij zou de hoop niet verliezen.

Laten we de Heer vragen
dat ook wij nooit ont­moe­digd zullen raken,
want er is hoop, er is een toe­komst
en Hij komt!
Amen.


Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.
Terug