Arsacal
button
button
button
button


Zij zochten en volgden een ster....

Driekoningen, Openbaring des Heren

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 6 januari 2019 - 719 woorden

De dag van de Open­ba­ring des Heren - in de volksmond 'Drie Koningen' - waarop de oosterse chris­te­nen Kerst­mis vieren, is een groot feest: het ver­telt ons van zoeken en vin­den en dat je daarbij soms een ster nodig hebt die je leidt....

Over­we­ging

Wijzen waren het...

Wij weten niet wie die wijzen waren;
wij kennen hun namen niet,
wij weten niet van­waar zij kwamen
en waarheen zij gingen;
ook niet met hoevelen zij waren
en wat voor mensen het waren.
Zeker, de overleve­ring spreekt ons
van drie koningen uit Perzië
en die weet ons ook de namen te onthullen:
Kaspar, Melchior en Baltasar;
het kan goed dat deze overleve­ring een kern van waar­heid bevat,
zoals dat zo vaak is in oude tradities;
maar het evan­ge­lie ver­telt ons dat niet.
Wij weten alleen:
wijzen waren het en zij volg­den een ster,
zij zochten de pas­ge­bo­ren koning der Joden
om hem hun hulde te brengen.
Zoals zo vaak
is het evan­ge­lie niet geïn­te­res­seerd in
de ach­ter­gron­den en weetjes
waar­mee de roddel­bla­den wor­den gevuld;
want het gaat er eigen­lijk niet om
dat wij iets over die wijzen aan de weet komen,
maar dat wij - mensen die dit horen -
het verlangen beginnen te voelen
om een klein beetje te wor­den als die wijzen toen,
nu bijna twee­dui­zend jaar gele­den,
en te zoeken naar de waar­heid en de vrede
die met kerst­mis op aarde ver­sche­nen zijn in het Kind van Betlehem.

We hebben anderen nodig!

Het leven is zoeken.
De wijzen gingen naar Herodes en zijn schrift­ge­leer­den
om de weg te vragen.
Mensen hebben zelf vaak niet de kennis,
de erva­ring of de kracht
om de goede weg te vin­den
of om eruit te komen.
Wij hebben anderen nodig!
We moeten er eens over praten
met Onze Lieve Heer in het gebed
in alle open­heid en eer­lijk­heid,
waarbij we ook ons­zelf onder ogen durven zien
zoals wij zijn,
maar ook met een goed en ver­trouwd iemand
die een ver­stan­dig oor­deel heeft.
Soms is het al voldoende een klankbord te hebben.
Het is be­lang­rijk om de juiste personen te kiezen
om ergens over te praten,
want de eerste die U tegen­komt is niet altijd de beste.
Niet bij ie­der­een is alles veilig,
niet ie­der­een is even ver­stan­dig en wijs,
niet ie­der­een kan echt luis­te­ren,
enzo­voorts.
Het hoeft niet iemand te zijn die alle ant­woor­den weet te geven,
want iemand kan ook te vlug of te veel ant­woor­den geven,
maar wel iemand die in zich­zelf de rijkdom van de wijs­heid heeft
en daarbij hoort een groot geloof
en een diep ver­trouwen
niet op mensen
maar op God.

 

Hoe kom ik eruit?

Eens ver­dwaalde iemand in een diep donker bos.
Korte tijd later ver­dwaalde er nog iemand en ontmoette de eerste.
Zonder te weten hoe het hem was ver­gaan,
vroeg hij hem hoe hij eruit kon komen.
"Dat weet ik niet", ant­woordde de eerste,
"Maar ik kan je wel zeggen
welke wegen je nog ver­der het bos in lei­den,
dus laten we samen de weg zoeken om er weer uit te komen". (Kurzgeschichten III, 189)

Schatten vin­den...

De wijzen reizen onder geleide van een ster.
Er is ook ons van alles gegeven dat ons lei­den kan.
Ook ons zijn de heilige boeken gegeven,
zoals die waaruit de wijzen en schrift­ge­leer­den te weten kwamen
dat het Kind geboren was.
Onze bron is het ge­schre­ven en over­ge­le­verde
Woord van God
Daar vin­den we waar het om gaat en waar het naar toe moet.
Die vormen een schat van god­de­lijke wijs­heid.
Maar het is uit de dingen die we meemaken
en die we inner­lijk ver­werken
dat we levens­er­va­ring opdoen;
daarin leren we God
op een heel per­soon­lijke manier kennen
en dat heeft vaak alles van een worsteling;
maar zo kunnen we met een hart en verstand
verlicht door Gods genade
- want alleen kunnen we niets -
grote schatten vin­den
die van de grootste waarde voor ons leven zijn.

Wat ons vervult...

Een tijdlang zagen de wijzen geen ster,
zij had­den het gevoel alleen in het donker te lopen tobben;
zo voelen we ons soms: alleen in het donker.
Maar dan ineens is die ster er weer
en die ging voor hen uit.
En ze wor­den vervuld van dank­baar­heid en vreugde.

Dat is de belo­ning.
Veel dingen in het leven laten ons leeg en koud achter.
Maar de gees­te­lij­ke waar­den,
de rijkdom van ons hart,
verkregen langs pijn en verdriet,
hebben ons dus offers gekost,
maar ze vervullen ons uit­ein­delijk
met dank­baar­heid en vreugd.

Terug