Arsacal
button
button
button
button


Wie is God: herdershond of Goede herder?

Bid om roepingen!

Overweging Roeping - gepubliceerd: zondag, 12 mei 2019 - 341 woorden

De vierde zon­dag van Pasen is de zon­dag van de goede her­der. God, Jezus Christus is als een goede her­der, die zorg heeft voor de schapen. Maar som­mi­gen denken dat Hij de her­ders­hond is. Hoewel, een paar her­dershon­den hebben we wel nodig...

Zater­dag­mid­dag maakte ik een wan­de­ling in een gebied rich­ting duinen. Daar stuitte ik ineens op een kudde schapen. De her­der stond er tame­lijk ontspannen bij en keek vrien­de­lijk glimlachend naar haar dieren (in dit geval was de her­der een vrouw). Twee her­dershon­den ren­den luid blaffend om de kudde heen en hiel­den die zo bij elkaar. Toen ik dit tafereel zo zag moest ik onwil­le­keu­rig denken: veel mensen zien God als die her­ders­hond die streng de mensen in het gareel probeert te hou­den. Maar Hij is de goede her­der die hen liefheeft en zelfs zijn leven voor hen geeft en naar wie je met ver­trouwen toe mag gaan.

Als we het over de her­ders­hond hebben, denken we mis­schien eer­der aan kape­laan Odekerke uit ‘Dagboek van een her­ders­hond’. De her­ders­hond: zo werd de jon­gere pries­ter - de kape­laan - wel genoemd die als assis­tent van de pastoor overal op afging: naar de scholen, de vereni­gingen en organi­sa­ties en andere bij­een­komsten en die zelf catechese ver­zorgde voor de jon­ge­ren en de zorg had voor de mis­die­naars. Een veelzij­dige taak en aan zulke pries­ters hebben we nog steeds gebrek, niet per se heel streng en altijd blaffend, maar wel heen en weer rennend om erbij te zijn, volle­dig man van God, bena­der­baar en bena­de­rend...

Paus Fran­cis­cus sprak over de ‘nabij­he­den’ van de pries­ter in zijn homilie bij de pries­ter­wij­ding van Roepingen­zon­dag 2019. Sprekend tot de wij­de­lin­gen zei hij: "Dit zijn de ‘nabij­he­den’ die eigen zijn aan de pries­ter: dicht bij God in het gebed, dicht bij de Bis­schop die jullie vader is, dicht bij het presbiterium, bij de andere pries­ters, als broe­ders, zon­der elkaar te 'ontle­den' (kwaad spreken van elkaar) en dichtbij het volk van God".

Heer, zend arbei­ders in uw wijn­gaard!

Terug