Arsacal
button
button
button
button


Breekbaar en krachtig tegelijk

Feestdag H. Moeder Teresa in Vredeskerk gevierd

Nieuws - gepubliceerd: donderdag, 5 september 2019 - 1292 woorden

Op don­der­dag 5 sep­tem­ber mocht ik met de zusters van Moeder Teresa (Mis­sio­na­rissen van de naasten­liefde) de feest­dag vieren van hun in 2016 door paus Fran­cis­cus heilig verklaarde stichteres. Moeder Teresa was een bij­zon­dere vrouw. Zij zag er zeer breek­baar uit, maar het was een vrouw met een enorme kracht.

De Eucha­ris­tie­vie­ring in de Vredes­kerk was goed bezet, ook al was het een door­de­weekse avond. Het is te zien dat er veel vere­ring is voor Moeder Teresa, de in Noord macedonië uit Albanese ouders geboren vrouw, die intrad in Ierland en naar India werd uitgezon­den, daar geraakt werd door het lot van de armsten en tot een nieuw ini­tia­tief kwam, de Missionaries of charity - zusters, broe­ders - dat een we­reld­wijd reli­gi­eus instituut werd, in dienst van de armsten der armen.

Zusters van de Familie van Maria ver­zorg­den de zang en zeven pries­ters con­ce­le­breer­den bij de fees­te­lij­ke Mis.

In de kerk is momenteel een ten­toon­stel­ling ingericht over het leven en werk van Moeder Teresa.

Homilie

Niet herkend...

Broe­ders en zusters,
De opdracht die het evan­ge­lie van deze dag ons geeft is dat we goed moeten doen en Jezus mogen herkennen in de minsten. Ook de recht­vaar­digen in dit evan­ge­lie had­den de Heer niet herkend. Hoewel zij niet wisten dat het de Heer zelf was die zij in de armen dien­den, had­den zij toch het goede gedaan en de armen gediend. Dat is zeer prijzens­waar­dig en zij krijgen dan ook lof toegezwaaid.

Het is de Heer!

Wij echter hebben van Jezus geleerd dat het de Heer is die wij dienen in de armen. Het is de bood­schap die Hij in deze parabel met nadruk en bij herhaling onder onze aan­dacht brengt: “Ik had hon­ger, ik had dorst, ik was vreem­de­ling, ik was naakt, ik was ziek, ik was in de ge­van­ge­nis...”. Wij hebben dus nog min­der een excuus dan de volken in de parabel om het goede niet te doen aan de armen en lijden­den. Bovendien geeft deze weten­schap al onze goede daden een extra dimensie: het is niet zomaar alleen iets goeds, het is een eerbe­toon aan God, een daad van Gods­ver­ering. Het goede dat wij doen heeft eeuwig­heids­waarde.

Zijn dorst lessen

De heilige Moeder Teresa van Calcutta was zich dit zeer goed bewust. Zo zei zij eens: “We doen het met Jezus, voor Jezus. We staan mid­den in de wereld maar zijn eigen­lijk con­tem­pla­tieven”. We doen dit werk aan Hem: dat was de diepste beweegre­den van al haar han­de­len en zij was ervan overtuigd dat de Heer, die zo barm­har­tig is en nederig van hart, snakt naar onze daden van barm­har­tige liefde: “I thirst”, Ik heb dorst. De enige wijze waarop wij Zijn dorst kunnen lessen is door onze daden van liefde, door onze woor­den van liefde, door onze gedachten die door de liefde zijn geïnspireerd.

Niet in een kringetje

Laten we bid­den dat de heilige Geest over ons mag komen en ons deze intenties en daden zal ingeven, ook als dat van ons offers vraagt. Laten we bid­den dat we niet in een kringetje om ons­zelf blijven draaien, maar dat Jezus en Zijn liefde in het centrum van onze gedachten en intenties zal zijn.

Een weg naar de dood?

Daar­mee is eigen­lijk ook al gezegd dat het van het grootste belang is dat we reflec­te­ren op onze wijze van spreken, denken en han­de­len. Waar die niet door de liefde waren geïnspireerd, moeten we ons bekeren. Waar de zelf­zucht triomfen vierde boven de zelveloos­heid, boven het verlangen om te geven, daar moeten wij erkennen dat de weg die wij gaan naar de dood toe leidt en niet naar het leven en dat we moeten omkeren.
Geef, Heer, dat wij iets van Uw onmete­lijke dorst naar goed­heid en waar­heid mogen lessen door onze woor­den en daden van naasten­liefde.

Goed­heid met waar­heid

Maar het is niet zozeer de goed­heid van een week hart, een soort senti­men­tele goed­heid, waar de Heer naar verlangt, die Hij graag in ons ziet, maar een goed­heid die gewor­teld is in de waar­heid, een sterke liefde, die voort­komt uit kracht. Dat mogen wij bij­zon­der in het leven van de heilige Moeder Teresa van Calcutta bewon­de­ren: zij hield van de armen, zij heeft haar hele leven voor de armsten der armen gegeven, maar zij bleef gewor­teld in de waar­heid. Zij zou nooit iets wat kwaad was, goed­keu­ren omwille van de lieve vrede of om zwak­heid goed te praten.

Abortus

Moeder Teresa was zich bij­voor­beeld heel goed bewust dat het vaak arme mensen zijn die een kind niet kunnen opvoe­den, die geen man hebben, geen onderdak en die in wanhoop hun toevlucht nemen tot een abortus. De heilige stichteres had altijd veel liefde en begrip voor deze vrouwen en voor moe­ders die in moei­lijk­he­den ver­keer­den. Zij zou hen niet met gestreng­heid of afkeu­ring najagen. En zij geloofde in de ver­ge­ving, dat een moe­der die in wanhoop mis­schien haar kind had laten doden, ver­ge­ving kon ont­van­gen, een nieuw begin kon maken, zich mocht verzoenen met wat er gebeurd was, juist vanuit het geloof dat haar kindje dat het le­vens­licht niet had gezien, in de liefde van God was geborgen. En zo kwam Moeder Teresa ook op voor het kind, voor het ongeboren leven en aarzelde zij niet abortus af te keuren, want het ergste is als we het kwade goed gaan noemen - wat de Schrift noemt: het las­te­ren van de heilige Geest -, zoals het ook een kwaad is als we geen begrip hebben en geen liefde voor de zon­daar - die wij uit­ein­delijk zelf ook allemaal zijn.

Primavalle

Toen ik in Rome stu­deerde ging ik iedere zon­dag­mor­gen naar het huis voor ongehuwde moe­ders dat de zusters mis­sio­na­rissen van de naasten­liefde - de zusters van Moeder Teresa - in Primavalle hebben - een wijk in Rome. Ik herinner me nog graag hoe een­vou­dig, liefde­vol de sfeer er was. De moe­ders voel­den zich thuis en geliefd en zij waren zich bewust van de barm­har­tige liefde van God te leven. Iedere zon­dag was ik daar voor de heilige Mis en om biecht te horen en dat was voor mij een heel goede pries­ter­lijke stimulans, naast mijn studie.

Breek­baar en krach­tig

Ik werd toen ook uit­ge­no­digd voor de professies en andere bij­zon­dere Eucha­ris­tie­vie­ringen waar Moeder Teresa bij aanwe­zig was. Zij zat temid­den van haar medezusters op de grond, onop­val­lend ener­zijds, maar tege­lijk was zij heel aanwe­zig met haar sterke per­soon­lijk­heid en karakter. Zij was heel breek­baar en heel krach­tig tege­lijker­tijd. Dat is een prach­tig voor­beeld, omdat het ook voor ons geldt: wij zijn breek­ba­re mensen, uit­ein­delijk kunnen wij niet terug vallen op ons eigen kunnen, wij leven van Gods genade. Het is goed ons te rea­li­se­ren dat wij die genade die alles kan - voor God is alles moge­lijk - ont­van­gen in een aarde­werken pot, die ge­mak­ke­lijk kapot kan gaan. Dat moet ons in­spi­re­ren om heel erg te ver­trouwen op de genade en daarbij zoals de heilige moe­der Teresa tege­lijker­tijd te beseffen dat wij heel krach­tig zijn door wat we hebben gekregen en dat we met Gods hulp in staat zullen zijn de goede strijd te strij­den.

Ongewenst en onbemind

De ergste ziekte van vandaag, noemde Moeder Teresa het ongewenst en onbemind te zijn, door ie­der­een verlaten, ver­wor­pen door de maat­schap­pij. Die ziekte wilde de heilige genezen, niet als haar werk, haar pres­ta­tie, maar als Gods werk. Wij zijn allen ge­roe­pen - niet alleen de zusters - om daarin mede­wer­kers, co-workers, te zijn en in die zin mis­sio­na­ris van de naasten­liefde.

Bid voor ons!

H. Moeder Teresa van Calcutta, bid voor de wereld, voor de kerk, voor ons allen en geef dat wij hen die arm zijn - materieel of gees­te­lijk - mogen dienen tot glorie en eer van U, Vader, Zoon en heilige Geest!


Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.
Terug