Arsacal
button
button
button
button


Kerkproeverij voor jongeren

Kapel van het Begijnhof

Nieuws - gepubliceerd: zondag, 29 september 2019 - 299 woorden
Altaar van de Begijnhofkapel
Altaar van de Begijnhofkapel

In de kapel van het Begijnhof werd deze zon­dag ‘kerk­proe­ve­rij’ voor jon­ge­ren gehou­den. ‘Kerk­proe­ve­rij’ is een ac­ti­vi­teit waarbij kerk­gan­gers mensen uit­no­di­gen die niet gewend zijn naar de kerk te gaan en wellicht niet gelovig zijn, om de vie­ring een keer mee te maken met uitleg.

Deze zon­dag was dit voor het eerst door het jon­ge­ren­plat­form geor­ga­ni­seerd. Voor een volgend jaar moet er nog gekeken wor­den hoe het ini­tia­tief meer bekend­heid kan krijgen en meer jon­ge­ren uit­ge­no­digd kunnen wor­den, maar het begin was er!

Om 13.30 uur startte de mid­dag met een uitleg over de vie­ring van de Eucha­ris­tie. Om 14.00 uur begon de heilige Mis waarvoor ik graag naar de Begijnhof ben geko­men. Ook tij­dens de Mis, waarbij de pastoor van de Am­ster­damse bin­nen­stads­paro­chie, Eric Fennis, con­ce­le­breerde, heb ik ge­pro­beerd op li­tur­gisch verant­woorde wijze toelich­ting te geven. Na­tuur­lijk is het een kwestie van de genade en die mens of de bezoekende jon­ge­ren inder­daad uit deze mid­dag iets mee­ne­men voor hun leven. 

In de preek heb ik het over de rijke vrek - die geen naam heeft - en de arme Lazarus gehad. Jezus maakte met dit verhaal dui­de­lijk hoe we niet moeten leven: op­ge­slo­ten in ons zelf, zon­der zorg voor anderen, gefocused op rijkdom, feesten, geëerd wor­den. Jezus zelf is precies de andere weg gegaan: Hij de almach­tige, eeuwige, aller­hoog­ste koning werd een een­vou­dig en arm mens, dienst­baar aan ons. Johannes Chrysostomos (vierde eeuw) wees zijn gelo­vi­gen er al op dat zij niet alleen de kerk moesten versieren om tot uitdruk­king te brengen dat zij Hem als koning eren en Gods huis dus een paleis is, maar dat zij Hem vooral moesten dienen in de armen.

Na afloop was er nog een in­for­meel samen­zijn, waar we kon­den be­luis­te­ren hoe de jon­ge­ren het had­den gevon­den.

Terug