Arsacal
button
button
button
button


Geen tijd? Wat dan? - De waarde van een goed gezin

28e Zondag door het jaar A - Kathedraal

Overweging Preek - gepubliceerd: zaterdag, 10 oktober 2020 - 1465 woorden

Deze zon­dag was ik in de ka­the­draal. De koning laat zijn dienaren de geno­dig­den voor het bruilofts­feest van zijn zoon roepen. Maar die zijn te druk met hun werk... Dat is herken­baar!
Aan de gelo­vi­gen in de ka­the­draal is gevraagd de web­si­te van de pa­ro­chie in de gaten te hou­den, want we hopen volgende week meer dan der­tig mensen toe te laten in onze enorme ka­the­draal, maar wachten even de nadere berichten af.

De situatie is helaas erg onzeker, ook vanuit de over­heid zullen moge­lijk nieuwe beper­kingen komen, zeker als de corona-cijfers blijven oplopen.

Deze zon­dag hebben we voor deze situatie gebe­den en we hebben gebe­den om vrede in Nagorno-Karabach en om ge­zin­nen die een veilige thuishaven zijn. De gebe­den vindt U na de homilie.

Homilie

Druk, druk, druk? Maar wat is nu wer­ke­lijk be­lang­rijk?

Een koning die een bruilofts­feest geeft
voor zijn zoon...
Dat beeld dat we vandaag in het evan­ge­lie
en in de eerste lezing tegen­ko­men,
is ons wel bekend
en we hebben ervan gezongen
in het fraaie intrede­lied:
“De Heer richt op zijn berg een maal­tijd aan...”.

Gouden lepels

Die koning is God
en het bruiloftsmaal
is een beeld van de hemel.
Som­mi­gen van ons
zijn al van kinds af aan
met dit beeld opgevoed.
Ik heb het zelf nooit mee­ge­maakt
maar van oudere mensen hoorde ik wel
dat de zuster op school had gezegd
dat je in de hemel rijst at op bor­den van goud,
met gou­den lepels.

De hemel en de hel

En velen van U kennen wel
dat beeld over het verschil
tussen de hemel en de hel.
In de hel zitten de mensen aan tafel
met vorken en lepels aan hun armen vastgebon­den
met heel lange stelen,
zodat ze hun eigen mond
niet kunnen bereiken
met het heer­lijke eten dat op tafel staat.
Verwoed en boos zijn ze daar bezig
dat eten in hun eigen mond te stoppen,
maar zon­der succes.
In de hemel is de situatie, volgens dit beeld,
precies het­zelfde:
weer die lange lepels en vorken;
alleen geven de mensen aan tafel
daar elkáár te eten
en dat gaat na­tuur­lijk wel.
Na­tuur­lijk zijn dit allemaal maar beel­den.
Wel een mooi beeld
want daar gaat het leven en het mens-zijn om:
ik of de ander,
leef je voor jezelf of ben je dienst­baar?

Hoe zal de hemel zijn?

De profeet Jesaja zegt het ergens
en het wordt door de apostel Paulus herhaald
in zijn eerste Korinten­brief:
Wat geen oog heeft gezien
en geen oor heeft het gehoord,
wat in geen mensenhart is op­ge­ko­men,
heeft God bereid
voor wie Hem lief­heb­ben (vgl. 2Kor. 2,9).
We kunnen ons er dus geen voor­stel­ling van maken
hoe de hemel zal zijn,
we hebben er alleen
een paar woor­den en uitdruk­kingen voor
om dat aan te dui­den,
zoals: “in vrede zijn”:
helemaal in vrede zijn,
met jezelf, met anderen met de goede God.
Totale harmonie! In vrede!
De eerste chris­te­nen gebruikten dat woord al graag
en nog steeds bid­den we
dat de over­le­de­nen
mogen rusten in vrede.
Andere woor­den zijn er
zoals “vol­heid” en “geluk”
 en “God aanschouwen,
van aange­zicht tot aange­zicht”.
Maar het blijft allemaal men­se­lijk stamelen
over iets waar­van we ons hier op aarde
geen voor­stel­ling kunnen maken.

Wat is be­lang­rijk?

De geno­dig­den in de gelijkenis, de parabel,
die Jezus vandaag in het evan­ge­lie ver­telt,
vin­den eigen­lijk alles be­lang­rijker
dan de uit­no­di­ging die ze hebben gekregen.

Waar zijn die geno­dig­den dan zo druk mee bezig?
In de parabel is dat: met hun werk,
ze gaan naar hun akker of naar hun zaken
en anderen wor­den zelfs agressief
tegen­over de dienaren die hun
van de uit­no­di­ging van de koning komen ver­tellen.

Wat dat betreft is er in twee­dui­zend jaar
nog niet zoveel veran­derd.
Mensen zijn vaak heel erg druk
met hun leven en hun werk,
weten mis­schien zelfs vaak niet goed
hoe ze hun leven anders in zou­den kunnen richten,
terwijl toch deze manier van leven
alle gevaar in zich bergt
dat je aan anderen voorbij loopt
en aan God voorbij loopt.

Heb je tijd?

Heb je tijd, maak je tijd voor God, voor gebed,
voor het con­tem­pla­tieve, be­schou­wende
deel van je leven?
Heb je voldoende tijd
om bij je dier­ba­ren te zijn,
aan­dacht te geven aan,
mee te leven met je gezin,
er voor hen te zijn?

In onze samen­le­ving
staat het onder druk, aan alle kanten,
die tijd voor God en die tijd voor elkaar.
Dat min­der mensen naar de kerk gaan,
min­der mensen gelovig zijn
en kerkgang in het open­ba­re leven
niet zo wordt ge­waar­deerd,
is niet per se een teken van voor­uit­gang.

Keuzes maken

Je moet tegen de trend in durven gaan,
bewuste keuzes maken
om geloof en God een goede plaats te geven
en dat kan ik ie­der­een alleen maar aanbevelen.
Ik had deze week bij­voor­beeld grote waar­de­ring
voor iemand die veel van wielrennen houdt,
maar toch zijn clubje op zon­dag­och­tend heeft opgezegd
om weer naar de kerk te kunnen gaan.
“Ik moet me kunnen voe­den aan die bron
van Gods woord en de sacra­menten
en als ik daar geen vaste plaats voor inruim,
ebt het weg, zal het ver­dampen”.
Hij wilde priori­teiten stellen.

Een thuisbasis

En wat is het een rijkdom
als je een goed ge­zins­le­ven hebt gekend,
waar ouders tijd namen
voor elkaar
en om naar de erva­ringen
van hun kin­de­ren te luis­te­ren,
met hen te praten en te bid­den.
Tijd is vaak te schaars gewor­den.
Toch is wat we als kind en jon­gere
hebben mee­ge­kre­gen
een basis en een schat voor heel ons ver­dere leven.
In feite bouwt een samen­le­ving
op de gees­te­lij­ke volwassen­heid en stabili­teit
van mensen,
waaraan een goed ge­zins­le­ven
zo veel kan bijdragen.

Geen tijd?

Ik had eens te maken met twee mensen
die wil­den gaan trouwen
en niet in de gaten had­den
dat ze helemaal geen relatie met elkaar had­den.
Ze had­den negen jaar samengewoond,
maar waren zo druk met hun eigen dingen geweest.
Ze had­den niet gemerkt
dat ze elkaar uit het oog waren verloren.

Onze eigen drukte mag niet te be­lang­rijk wor­den.
Tijd voor God, tijd voor elkaar!

Wat zou het prach­tig zijn
als er in onze samen­le­ving
meer waarde wordt gehecht
aan wat echt be­lang­rijk is.

Op weg naar de bruiloft

De koning in de parabel
laat de geno­dig­den roepen voor het feest,
maar ze willen niet komen.
Dat slaat in de eerste plaats
op de door Jezus ondervon­den
afwij­zing door Zijn eigen volk.
Daarna wordt de uit­no­di­ging
tot ie­der­een gericht
die de dienaren van de koning maar kunnen vin­den.
Daar horen wij bij!
Kom, zeggen de dienaren.
Ze zeggen het tot goe­den en slechten,
want het gaat er niet om
hoe je verle­den is geweest,
het gaat erom of je op weg wilt gaan,
naar die bruiloft, naar die koning.

Bruiloftskleed

Mis­schien dat het ver­baast
dat vereist wordt
dat de gasten een bruiloftskleed dragen;
ze zijn immers zomaar
van de hoeken van de straten geplukt.
Maar het gaat hier om het beeld:
dat kleed is ons leven,
wat we met Gods hulp
van ons leven proberen te maken.
Het maakt niet uit wat er precies geweest is,
maar doe je best
om nu je op weg gaat naar de Heer
een mooi bruiloftskleed te dragen,
dat wil zeggen:
van je leven iets moois te maken,
goud voor God!
Het gaat om je inzet en je verlangen,
dat is dat kleed...
Ga zo op weg
en kom uit bij die bruiloft,
bij dat wat geen oog heeft gezien,
geen oor heeft gehoord,
wat in geen mensenhart is op­ge­ko­men.

 

Gebed van de gelo­vi­gen (Voor­bede)


Bis­schop: Laten we bid­den tot God onze Vader, die ons allen uitno­digt op weg te gaan naar het bruilofts­feest van Zijn Zoon.

De Pandemie

1. Laten we bid­den in deze tijd van nieuwe uitbraak van het corona-virus, dat we de pandemie spoe­dig te boven zullen komen; en bid­den we voor alle mensen die eron­der te lij­den hebben, die angs­tig zijn of ziek, de vrezen voor de toe­komst van hun werk of hun bedrijf of zich erg alleen voelen. Laat ons bid­den.

De ge­zin­nen

2. Laten we bid­den voor de ge­zin­nen, dat daar tijd en aan­dacht voor elkaar mag zijn; dat de families een veilige thuishaven zullen bie­den en een goede basis voor de jonge mensen. Laten we bid­den dat veel jonge mensen een ker­ke­lijk huwe­lijk zullen aan­gaan en met Gods hulp een mooie, besten­dige relatie weten op te bouwen. Laat ons bid­den.

De vrede (Nagorno-Karabach)

3. Laten we bid­den om vrede in de wereld. Deze week willen we bij­zon­der denken aan de regio Nagorno-Karabach waar een gewapend conflict was uitgebroken tussen Armenië en Azerbeidzjan. In deze dagen is er een wapenstilstand gesloten. Laten we bid­den dat die duur­zaam zal zijn en dit conflict door dialoog zal wor­den opgelost. Laat ons bid­den.

Respect voor de rechten en waar­dig­heid van iedere mens

4. We willen ook bid­den dat de rechten en de waar­dig­heid van iedere mens ge­res­pec­teerd zullen wor­den. Laat ons bid­den.

Om onthaas­ting

5. Laten we bid­den dat de liefde tot God en de liefde tot de naaste een centrale plaats krijgen in het leven van de mensen, dat daar tijd en aan­dacht voor zal zijn. Laat ons bid­den.

Terug