Arsacal
button
button
button
button


Ga erop uit om goed te doen...

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 26 januari 2014 - 953 woorden
interieur van de kerk in Burgerbrug vanaf het altaar
interieur van de kerk in Burgerbrug vanaf het altaar

Zater­dag­avond was ik voor de heilige Mis in een van de kleinste pa­ro­chies van het bisdom Haar­lem-Am­ster­dam: de O.L. Vrouw geboorte­paro­chie in Bur­ger­brug, die reeds vele jaren samen­werkt met Tui­tjen­horn en Warmen­hui­zen (BTW-pa­ro­chies), wat bin­nen­kort zijn beslag zal krijgen in een personele unie.

Pastoor C. Hulse­bosch die ik al meer dan tien jaar goed ken, eerst als pries­ter­stu­dent en later als econoom van het semi­na­rie, con­ce­le­breerde bij de vie­ring. Ook all is de pa­ro­chie klein, zij beschikt over een actief dames- en heren­koor en een flink kerk­bestuur, waar­mee ik na de heilige Eucha­ris­tie nog een tijd heb zitten praten. Ieder jaar wordt hier veel werk gemaakt van het 'Kindje wiegen' met kerst­mis, waarbij mensen en dieren bijdragen aan een levende kerst­stal.

Zondag­och­tend was ik in de Maria­kerk in Haar­lem Noord (Schoten), dat is intussen al aar­dig ver­trouwd.

In beide Eucha­ris­tie­vie­ringen heb ik de volgende preek gehou­den:

homilie

Een erva­ring die we allemaal wel opdoen
is dat het ons goed doet als we er op uit gaan.
Er zijn allerlei redenen waarom we de nei­ging kunnen hebben
om dat niet te doen:
bij­voor­beeld wanneer je net een dier­baar iemand hebt verloren
heb je gewoon tijd nodig om te rouwen
en het verlies te ver­werken.
Als je je werk hebt verloren
-ook dat is een vorm van verlies –
geldt eigen­lijk het­zelfde:
dan heb je mis­schien de nei­ging
om thuis op de bank te blijven zitten.
Als we ons niet zo goed voelen,
mis­schien een beetje ‘down’ zijn
hebben we min­der zin om erop uit te gaan,
andere mensen te ont­moe­ten
of iets te onder­ne­men.
Tege­lijk ervaren we heel vaak
dat het ons goed doet
als we in contact zijn met andere mensen,
als we actief zijn,
erop uit gaan,
iets doen voor een ander.
Een mens is nu eenmaal door God geschapen
als een sociaal wezen,
hij is ge­roe­pen om in contact te tre­den met anderen,
er voor anderen te zijn.
Er zijn na­tuur­lijk mensen met wie we ge­mak­ke­lijk contact hebben,
die een beetje tot ons eigen kringetje behoren,
waar we pret­tig mee kunnen praten.
Andere mensen zijn er die we niet zo goed kennen,
met wie we niet zo veel gemeen hebben,
waar­mee we moei­lijker in gesprek komen.
En als we ouder wor­den,
is het vaak nog iets moei­lijker
om nieuwe contacten te leggen.
Maar nogmaals: we merken dat het ons goed doet
als dat tóch gebeurt,
als we onze horizon verbre­den.
En het doet ons helemaal goed
als je mag merken dat je van bete­ke­nis bent voor een ander.
Mis­schien denken we vaak
als we geholpen wor­den door een ander
dat we dank­baar moeten zijn
omdat die ander zoveel voor ons doet,
maar het is mis­schien ook vaak andersom:
als anderen iets voor ons kunnen doen,
maken we die ander rijker,
we geven in feite iets
aan de persoon die iets voor ons doet!
Dat is toch wat we allemaal meemaken:
Als je iets voor een ander kunt doen,
maakt dat jezelf rijker,
het geeft je vreugde en geluk,
het maakt je dank­baar.
Als we iets doen voor een ander,
iets mogen betekenen voor een mede­mens,
geeft ons dat vreugde en voldoe­ning.
Liefde geven maakt ons rijker.
Paus Fran­cis­cus laat het ons steeds opnieuw zien:
je moet erop uit gaan,
juist naar degenen die niet in tel zijn, ver­der af staan.
Daarom ging de paus eerst naar het eiland Lampedusa
waarde vluch­te­lingen zitten
en in Rome eerst naar de laatste en minste pa­ro­chie,
naar de jeugdge­van­ge­nis, naar zieke kin­de­ren
en daarom omhelst hij juist iemand
die in zijn gezicht vol met akelige zweren en zwellingen zit.

Jezus zelf geeft ons vandaag dat voor­beeld
in het evan­ge­lie dat we hebben gehoord.
De Heer start Zijn open­ba­re leven en Zijn werk­zaam­heid
in een grens­ge­bied van Zebulon en Naftali.
Het is een gebied waar weinig echte Joden wonen,
maar wel allerlei soorten mensen,
hei­denen wor­den ze genoemd
en een volk dat leeft in het land van doodse duisternis.
Niet bepaald de soort van de goede mensen, zou je zeggen.
Maar Jezus gaat juist daar naar toe.
Hij zoekt de mensen op
die veraf staan,
die er niet zo bij horen.
We weten na­tuur­lijk dat Jezus heel veel goed
voor die mensen heeft gedaan;
het evan­ge­lie ein­digt daar vandaag mee,
dat Hij alle ziekten en kwalen onder het volk genas.
En vandaag horen we dat Hij daarbij ook
de blijde bood­schap verkon­digt
en dat is iets wat ook wij niet moeten vergeten:
Een goed woord, een beetje harte­lijke aan­dacht
kan zoveel doen,
daar knap je soms meer van op,
dan van duizend cadeautjes!
En daarbij moeten we niet vergeten
ook een woord van geloof te spreken,
het hoeft niet altijd alleen maar
over dage­lijkse dingetjes te gaan.
Mis­schien bent U ook niet zo’n prater
en doet U liever iets voor een ander
dan dat U over ‘zware on­der­wer­pen’ begint.
Ik ben blij met al het goede dat U doet,
iedere keer dat U klaar­staat voor een ander,
voor de pa­ro­chie, een alleenstaande of een zieke.
Soms kan een simpele vraag,
zoals: “Kun je het aan?”,
al een mooi en goed gesprek doen ontstaan.
Een woord van geloof
met een beetje ver­trouwen,
een belofte van gebed,
ook dat geeft steun.

Jezus gaat dus uit
naar de mensen aan de rand
van de Joodse samen­le­ving van Zijn tijd,
Hij roept op tot een goed leven, beke­ring
en geneest alle zieken.
Tege­lijk roept Hij vandaag
Zijn eerste leer­lin­gen.
Eenvou­dige mensen waren het
- mensen zoals U en ik -,
werk­zaam in het visserij­bedrijf.
Zij gaan met Jezus mee,
ze kijken bij Hem de kunst af,
want ook zelf moeten ze erop uit gaan,
ze moeten mensenvissers wor­den.

Ook ons nodigt Hij uit:
“Kom, volg mij”
Volg mij na,
doe zoals Ik,
ga erop uit
om goed te doen
en mensen te winnen
voor de liefde, voor God.
AMEN.

Terug