Arsacal
button
button
button
button


Bezoek aan Schalkwijk en gesprek met de parochianen

vijfde zondag van Pasen

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 18 mei 2014 - 1023 woorden
de Moeder van de Verlosserkerk in Schalkwijk
de Moeder van de Verlosserkerk in Schalkwijk

Op de vijfde zon­dag van pasen was ik voor de heilige Eucha­ris­tie in de Moeder van de Ver­los­ser­kerk van de pa­ro­chie­ge­meen­schap Schalk­wijk-Haar­lem. Onlangs is de pas­to­raal werker Alfons Bartholomée daar eer­vol ont­slagen na der­tien jaar in de pa­ro­chie werk­zaam te zijn geweest. De bedoeling van het bezoek was om na de Eucha­ris­tie­vie­ring gelegen­heid te geven aan de pa­ro­chi­anen om vragen te stellen en opmer­kingen te maken.

Daar werd veel gebruik van gemaakt en het was dui­de­lijk dat er de nodige frustratie was achter­ge­ble­ven. De pijn en het verdriet kan ik niet weg­ne­men, maar wel kon ik al iets ver­tellen over de toe­komst van de pa­ro­chie voor wat betreft de pas­to­raal: naast een uitbrei­ding van de inzet van admini­strator (waar­ne­mend pastoor) deken Cassee en kape­laan Nico Kerssens, wordt gezocht naar een part-time invulling voor het pas­to­raat.

Naast kri­tiek op de gang van zaken waren er ook sug­ges­ties en aan­dachts­pun­ten voor de toe­komst. Mevr. drs. D.P. Broersen, coördinator van het dekenaat Haar­lem, was even­eens aanwe­zig en blijft be­schik­baar voor vragen en be­ge­lei­ding.

Hier­on­der de homilie die ik bij deze gelegen­heid heb gehou­den.

Homilie

Het evan­ge­lie nam ons vandaag mee
naar de zaal van het Laatste Avondmaal
waar Jezus in Zijn gesprekken met de apos­te­len
die leer­lin­gen voor­be­reidde
op de tijd die zou komen.
Jezus zou hen gaan verlaten,
die drei­ging hangt voel­baar over die avond
en de leer­lin­gen voelen zich bedrukt.
Jezus spreekt over Zijn heen­gaan
en de apos­te­len worstelen met allerlei gevoelens,
gevoelens van angst, van rouw, van twijfel;
ze zijn verontrust en ze worstelen met de vraag
of ze wer­ke­lijk nog ver­trouwen mogen hebben in de toe­komst.
Het zijn gevoelens die velen van U
denk ik herkennen
omdat U dat ook ervaart
rond het vertrek van Alphonse Bartolomée.
Daar zullen we na de vie­ring over praten.
Ik ga daar dus nu nog niet uit­druk­ke­lijk op in,
maar straks zal daar alle gelegen­heid voor zijn.

De leer­lin­gen van Jezus
raken hun beste vriend kwijt,
degene op wie zij hebben ver­trouwd,
hun profeet en Meester
en dat dompelt hen in verdriet en rouw.
Zij zien Hem gemar­teld wor­den
en sterven aan een kruis, alsof Hij een mis­da­diger is.
Maar dan als Hij begraven is,
gaan vrouwen naar het graf
en komen terug met de bood­schap:
“De Heer is verrezen!”
Maar kunnen ze dat wel geloven?
Hoe kan dat waar zijn?
Die bood­schap van de ver­rij­ze­nis
veroor­zaakt bij de leer­lin­gen
een mengeling van angst en vreugde,
van aanbid­ding en twijfel,
zelfs tot het moment dat Jezus afscheid van hen neemt
bij Zijn hemel­vaart.
Jezus probeert hen over die hobbel
van hun twijfel en ongeloof heen te helpen
door Thomas Zijn won­den te laten voelen,
door voor hun ogen iets op te eten,
door het brood voor hen te breken,
door hen opnieuw
de erva­ring van hun roe­ping te laten beleven
bij het meer van Galilea
waar zij - na een nachtlang vergeefs gevist te hebben -
op aan­wij­zing van de Heer
een over­vol net met vissen vangen.
Vragen, twijfels, ongeloof
Die mengeling van gevoelens
die we bij de apos­te­len zien,
is iets wat in de paas­ver­halen
steeds opnieuw naar voren komt.
Is het wel waar?
Kan ik daar wel op ver­trouwen?
Is de Heer wer­ke­lijk verrezen?
En uit­ein­delijk:
Is God er wel echt voor mij?
Bestaat Hij wel
en ziet Hij mij wel zitten?
Is het niet allemaal fantasie?

Dat zijn na­tuur­lijk allemaal heel herken­ba­re, men­se­lijke vragen.
We hebben er allemaal mee te maken,
dat die vragen op ons af komen.
Soms gaat het goed, zit er van alles mee,
maar nogal eens ook is er tegen­slag,
verdriet en pijn en dus ook vragen.
Je ge­zond­heid gaat niet goed,
je verliest een dier­baar iemand,
er is span­ning op je werk of in je relatie,
je wordt gepest op school,
iemand zit je dwars,
er zijn finan­ciële problemen
enzo­voorts.
Er is geen on­mid­del­lijke oplos­sing, geen uit­komst
en God lijkt dood, Hij ant­woordt niet.
Dan voelen we ons al gauw terneer­ge­sla­gen,
dan zit je niet zo lekker in je vel
en komen er na­tuur­lijk allerlei vragen en twijfels op.

Na­tuur­lijk weten we wel
dat we in zulke perio­den of op zulke momenten
niet op ons best zijn;
we zien het uit­zicht niet,
we missen het per­spec­tief,
we zien het allemaal veel min­der zitten.
Ik denk dat velen van ons wel de erva­ring hebben
dat je dan beter geen ver reikende beslis­singen kunt nemen,
dat je moet wachten.
Als we weer moed en vreugde en ver­trouwen ervaren,
wordt ook de weg die we moeten gaan
weer dui­de­lijker en helder­der.

En soms als we in een periode zitten
dat het allemaal niet zo gaat,
helpt een andere omge­ving,
een nieuwe erva­ring
of een goed gesprek met een dier­baar iemand,
die je begrijpt en ver­trouwt.

Dat is wat vandaag in het evan­ge­lie gebeurt.
Jezus spreekt tot het hart van Zijn apos­te­len
over ver­trouwen:
Laat je hart niet verontrust wor­den,
heb ver­trouwen,
geloof dat God, dat Ik
je niet in de steek laat,
dat er ruimte is in het huis van de Vader,
ook voor jou.
Die woor­den zegt Jezus ook tot ons.
En na­tuur­lijk zal het ons gaan
zoals die apos­te­len.
Op bepaalde momenten gaan die woor­den
het ene oor in en het andere oor uit;
we denken dan gauw:
Hij heeft mak­ke­lijk praten.
Maar nee, Hij heeft toch niet zo ge­mak­ke­lijk praten:
Hij heeft het zelf doorstaan,
Hij heeft het zelf onder­gaan,
Hij heeft gele­den
op tal van manieren,
Hij heeft het mee­ge­maakt.
Hij is een God die naast ons staat.

Maar daar zegt Jezus nog iets bij:
De woor­den die ik jullie spreek,
komen van Mijn Vader,
maar als je moeite hebt om Mijn woor­den te geloven,
geloof dan “omwille van de werken”,
geloof dan omwille van wat Ik, Jezus, heb bewerkt,
de erva­ringen die jullie met Mij hebben opgedaan,
de won­de­ren, de tekens.
Ook dat geldt eigen­lijk net zo goed voor ons:
Bewaar in je hart die mooie momenten,
die keren dat je werd aan­geraakt
door de liefde van God,
die dagen die je als een klein cadeautje hebt ervaren,
een knipoog van de hemel,
dat wat je dank­baar maakte, vreugde gaf.

Want die vreugde geeft ons kracht,
een zelfbewust­zijn ook, zoals de tweede lezing zei:
“Jullie zijn een uit­ver­ko­ren geslacht,
een ko­nin­klijk pries­ter­schap,
Gods eigen volk...
AMEN

Terug