Arsacal
button
button
button
button


Wees niet bang om je leven te geven: Hij is je grootste schat!

Gebedsuur om roepingen bij Het Werk

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 5 juli 2015 - 1350 woorden
De st. Clemenskerk in Merkelbeek
De st. Clemenskerk in Merkelbeek

Zondag­mid­dag 5 juli was ik in Merkelbeek in de St. Clemens­kerk waar het maan­de­lijkse door Het Werk geor­ga­ni­seerde gebedsuur werd gehou­den, waarin dit keer speciaal gebe­den werd om roe­pingen voor het bisdom Haar­lem-Am­ster­dam. Het was een mooie en goede bij­een­komst met vespers en aanbid­ding waar ondanks het zeer warme weer op deze zon­dag­mid­dag toch een flink aantal mensen naar toe was geko­men. Dat het flink warm was had zo z'n gevolgen: één van de acolieten ging onderuit en een mede­pries­ter die medelij­dend zag hoe ik transpireerde, was zo barm­har­tig om me te bevrij­den van de koorkap...
Na de aanbid­ding was er een ont­moe­ting met de aanwe­zigen waar­on­der ge­zin­nen die regel­ma­tig naar Merkelbeek komen om met het hele gezin catechese te krijgen. Met de zusters van de gees­te­lij­ke familie Het Werk en pater Wim Milten­burg fso heb ik daarna nog geruime tijd kunnen napraten.
Bij de vespers heb ik de volgende homilie gehou­den.

EN ZIJ VERLIETEN ALLES...

Over­we­ging bij het gebedsuur om roe­pingen in Merkelbeek

In de korte lezing van deze Vespers
komt dui­de­lijk tot uiting dat God
voor ieder van ons een roe­ping en uit­ver­kie­zing heeft.
Maar ook wij­zelf moeten iets doen....

Wat is be­lang­rijk?

De leer­lin­gen verlieten alles
om Jezus te volgen.
Zij zijn als die man in het evan­ge­lie
die alles verkoopt
om de schat maar te kunnen kopen
die hij in een akker gevon­den had,
of om die parel maar te kunnen kopen
die hij ergens had gevon­den.
Die ene schat en die ene parel
waren zo be­lang­rijk voor die man
dat hij er alles voor over had.
Als we dit verhaal al te let­ter­lijk nemen,
komen we er niet uit:
hoe moet die man ver­der leven
als hij alles heeft verkocht
voor die schat, voor die parel?
Maar waar het om gaat in dit evan­ge­lie
is heel iets anders:
er zijn bepaalde dingen in ons leven
die zo be­lang­rijk zijn,
dat we er alles voor over hebben.

Ontvoerd...

Een steenrijke multimiljonair
wiens dochtertje ont­voerd werd,
waarvoor een hoge los­prijs werd gevraagd,
wilde alles wel geven wat hij bezat
om zijn geliefde kind weer terug te krijgen.
Op het moment dat die man in angst zat
om zijn dochtertje
en besefte dat hij wel heel zijn vermogen
graag willen geven
om haar uit de klauwen van die ont­voer­ders
te red­den,
besefte hij
hoe weinig bete­ke­nis zijn geld had
en hoeveel zijn dochtertje voor hem betekende.
En dat is die multimiljonair als plus­punt
aan te rekenen.
Er was liefde in zijn hart, liefde voor dat dochtertje,
zijn hart was door de rijkdom niet versteend.

Een hart van steen

In een sprookje van Wilhelm Hauff,
“het hart van steen” geheten,
wordt het hart van een mens
de prijs voor rijkdom:
een arme kolenbran­der
krijgt een grote rijkdom
op voor­waarde dat hij zijn hart van vlees verkoopt
en het laat ver­vangen door een hart van steen.
Zo kan het gaan:
mensen die rijk wor­den lopen het gevaar
dat ze zich aan die rijkdommen gaan hechten,
dat die steeds be­lang­rijker wor­den
en op een bepaald moment hun afgod zijn gewor­den;
en naarmate er meer geld en goed is,
wor­den ze har­der,
het hart meer gesloten voor de mens in nood.
Dat is altijd een teken
dat we ons op de ver­keerde dingen richten:
als ons hart van steen wordt,
min­der gevoelig voor wat goed en kwaad is,
min­der fijn­ge­voelig on­der­schei­dend,
als we niet meer meeleven met
en geen aan­dacht hebben voor
mensen die verdriet hebben,
het moei­lijk hebben, lij­den.
Onze ver­bon­den­heid met lij­dende mensen
is een garantie dat we zelf men­se­lijk blijven.
Ook onze gevoelens van schaamte
(ik heb het niet over scrupulo­si­teit)
zijn eigen­lijk vaak een aan­wij­zing
dat het goed gaat met ons.

Wat is het waard bij mijn dood?

Na­tuur­lijk komt er een moment
dat we zelf zullen merken:
“Hier of daaraan heb ik groot belang gehecht,
maar wat stelt het eigen­lijk voor?”
Een goede vraag om aan ons­zelf te stellen
is dan altijd:
wat zal het nog voor me betekenen
op het moment dat ik sterven moet?
Dat is een heel goed en zuiver criterium.
Zo moet je eigen­lijk ook je leven inrichten,
zoals je het op dat laatste moment van je leven,
terug­kij­kend, met alleen de hemel voor je,
graag zou willen zien.
Hoe kan ik zo leven,
wat voor weg moet ik kiezen
om eens goed en dank­baar
terug te kunnen zien.

Wat je totaal geeft, is het meeste waard

Er zijn dus bepaalde zaken
die zo be­lang­rijk zijn
dat we er helemaal voor moeten gaan,
ze vragen een totale inzet, ze vragen alles.
Zo is het met de levens­keuze:
als iemand trouwt,
geeft die persoon zich helemaal:
“ik wil je lief­heb­ben en waar­de­ren
alle dagen van ons leven”,
tot de dood ons scheidt.
Als een pries­ter wordt gewijd,
klinkt het:
Gij zijt pries­ter in eeuwig­heid.
Het is voor altijd, het is een totale zelfgave.
Als een vrouw in het klooster gaat en professie doet,
of op een andere wijze haar leven
aan God toewijdt,
word zij niet voor niets
vaak gekleed als een bruid
en de nieuw geprofeste zuster
krijgt een ring aan haar vin­ger:
haar nieuwe levens­staat is een gees­te­lijk huwe­lijk,
het is voor altijd.
En dat komt ook in de celi­baats­be­lof­te
van de pries­ter tot uiting:
een pries­ter is getrouwd,
maar niet met een vrouw,
maar met de Heer en Zijn Kerk.

De dingen in het leven
die ons helemaal vragen,
die de totale gave van ons­zelf vragen,
zijn de mooiste.
Als we ons ergens helemaal voor kunnen geven,
dan hebben we pas echt idealen,
dan leven we ergens voor.

Heb je alles of heb je niks?

Jezus noemt het rijk der hemelen
zo´n kost­ba­re schat, zo´n prach­tige parel.

Voor dat ko­nink­rijk mogen we alles geven,
als we dat kunnen “kopen”, zitten we goed.
Stel je voor dat je op het einde van je leven
zou kunnen zeggen:
ik bezit vele miljoenen,
ik heb een prach­tig huis,
ik heb een fijne vrouw en kin­de­ren,
klein­kin­de­ren en achterklein­kin­de­ren,
ik heb een prach­tig leven gehad,
maar je zou niet het rijk der hemelen bezitten,
dan ben je toch een beklagens­waar­dig mens.
Je hebt alles en toch heb je niks!

In het licht van de eeuwig­heid...

Dat is ons uit­ein­delijke doel:
dat rijk der hemelen te ver­krij­gen,
die schat te kunnen verwerven.
En daarom is het altijd goed,
bij wat we doen
en bij de keuzes die we maken
te zien of die lijn er is
naar dat rijk der hemelen,
of het daarop staat gericht.

Dit was het grote motto van de heilige
Aloysius Gonzaga:
Wat betekent dit met het oog op de eeuwig­heid?
Als ik dit doe,
brengt het mij dichter bij God
of verwij­dert het mij juist van Hem?

Geef alles voor wat echt van waarde is

En zo zijn de woor­den van Jezus steeds weer
een uit­no­di­ging
om goed toe te kijken:
Is alles waar we zoveel voor over hebben
echt zo waarde­vol?
Als dat zo is:
geef er dan alles voor.
Betekent het uit­ein­delijk niet zoveel
en moeten we het toch weer afstaan, loslaten,
kunnen we het toch niet mee­ne­men,
dan is dat het niet waard
er veel voor te geven.

Als wij hier samen zijn
om te bid­den om roe­pingen,
doen we dat na­tuur­lijk aller­eerst
omdat de Heer het ons vraagt:
Bidt de Heer van de oogst
om arbei­ders te sturen
om te oogsten.

Mooier dan de mooiste i-phone, game of app

Maar eigen­lijk is ons gebed
toch vooral een bede
dat jonge mensen
God en Zijn ko­nink­rijk mogen ont­dek­ken
als de grootste schat voor hun leven
en dat zij uit­ein­delijk
de gees­te­lij­ke, inner­lijke kracht mogen bezitten
met de hulp van Gods genade
om te gáán voor de dingen
die wer­ke­lijk waarde hebben,
dat zij belang mogen hechten
aan wat wer­ke­lijk be­lang­rijk is,
dat zij God mogen vin­den
en dat de mooiste games, i-phones en apps
daarbij zullen verbleken,
omdat hun hart geopend is
en zij zich hechten aan wat blijft.
Ons gebed om roe­pingen
betekent niet dat iemand iets moet gaan doen
waarvoor hij of zij niet bestemd is
of dat het pries­ter­schap beter is dan het huwe­lijk,
maar het is een bede
dat jonge mensen die stem mogen leren verstaan
die hun zegt:
“Wees niet bang om je leven te geven
voor Hem.
Hij is je grootste schat,
de Enige die je kan vervullen.
Zijn schatten zijn het die
een blijvende waarde behou­den
tot in de eeuwig­heid”.
Amen

Terug