Brief bij het aantreden als bisschop
Bij het aantreden als bisschop van Bisdom Haarlem-Amsterdam heb ik een brief geschreven. Door de bijzondere omstandigheden vanwege het coronavirus wil ik mij graag middels deze brief tot u richten.
Broeders en zusters,
Op tweede Pinksterdag, gedachtenis van de Heilige Maria, Moeder van de Kerk, is in Rome bekend gemaakt dat paus Franciscus het ontslag van mgr. Jozef Marianus Punt als bisschop van Haarlem-Amsterdam en als legerbisschop heeft aanvaard. Dit houdt in dat ik met ingang van 1 juni bisschop van Haarlem-Amsterdam ben geworden. Ik wil U bij deze gelegenheid graag iets van me laten horen en U met een korte brief groeten en op de hoogte stellen.
Een rare tijd...
Na m’n benoeming tot coadjutor op 22 december 2018 zijn de kerkrechtelijke voorwaarden vervuld bij een vesperviering in de Sint Nicolaasbasiliek, voorafgaand aan de nieuwjaarsreceptie. Er hoeft dus niets formeels meer te gebeuren. Dat komt in de situatie waarin we verkeren natuurlijk wel goed uit, omdat kerkelijke vieringen met meer dan dertig mensen nu niet zijn toegestaan. Gelukkig ben ik geen onbekende in het bisdom, een kennismaking heb ik met velen van U al veel eerder, in ‘veiliger tijden’, kunnen doen. En ik hoop dat we elkaar in de nabije toekomst weer ‘gewoon’ kunnen ontmoeten.
Want we zitten in een rare tijd; van een Corona-crisis met allerlei regels die de samenleving en ons kerkelijk leven zo diepgaand hebben veranderd, hadden we ons tevoren geen voorstelling kunnen maken. Ik hoop dat U het goed maakt. We bidden dagelijks in de vieringen voor de zieken, de overledenen en hun nabestaanden, voor allen die financieel zwaar getroffen zijn, voor de mensen die alleen zijn, voor allen...
Het is een rare tijd ook voor een afscheid en een nieuw begin in ons bisdom.
Dank aan bisschop Punt
Vandaag wil ik allereerst mijn voorganger danken: mgr. dr. Jozef M. Punt mag op 1 juli aanstaande gedenken dat hij 25 jaar geleden tot bisschop is gewijd. Hij heeft ons bisdom al die jaren gediend, eerst als hulpbisschop, later - na het plotseling overlijden van mgr. H. Bomers in 1998 - als Apostolisch Administrator en sinds 2001 als Diocesaan Bisschop.
Bijna 22 jaar heeft hij leiding gegeven aan ons bisdom en de verantwoordelijkheid ervoor gedragen. Dat waren niet altijd gemakkelijke jaren, maar de onderlinge saamhorigheid in ons bisdom is gegroeid en er is veel ten goede gebeurd. Deze korte brief biedt niet de geschikte gelegenheid om daar uitvoerig op in te gaan, maar wel wil ik mgr. Punt heel hartelijk danken voor zijn geloof, zijn liefde voor Maria, zijn inzet voor ons bisdom, zijn trouw aan Christus en de kerk.
Zoals U mogelijk al hebt gehoord, is mgr. Punt door het Corona-virus besmet geweest en daarbij zijn andere gezondheidsproblemen gekomen. Deze omstandigheid en de beperkingen van deze Corona-tijd maken een mooi afscheid op dit moment onmogelijk. We hopen dat in de nabije toekomst een feestelijke viering en afscheid wél zal kunnen plaatsvinden, daarover wordt U te zijner tijd geïnformeerd. We wensen mgr. Punt een goed en voorspoedig herstel van zijn gezondheid toe.
Toekomstvisie?
Sommigen vragen me nu: wat gaat er veranderen? Wat zijn Uw plannen? Ik denk dat U er vreemd van zou staan kijken als ik nu met een totaal nieuwe beleidsvisie kom. Meer dan acht jaar was ik als vicaris-generaal en hulpbisschop nauw betrokken bij de lijnen die in ons bisdom zijn uitgezet. Veel gemaakte keuzes zijn uit de eisen van de tijd geboren en hebben geleid tot een duidelijke koers, toegepast met oog voor lokale pastorale situaties en personen. Natuurlijk vraagt onze weg naar de toekomst soms ook om pijnlijke besluiten. Overleg en wederzijds begrip zijn daarbij net zozeer belangrijk als oog voor het geheel van de wijdere regio en van onze diocesane kerk van Haarlem-Amsterdam.
Vier thema’s voor de toekomst
Ik wil me op dit moment beperken tot vier thema’s, die volgens mij voor christen-zijn en dus voor de kerk in ons bisdom belangrijk zijn:
- Wij zijn ‘Samen Kerk’. Dat is niet alleen de naam van ons Bisdomblad, maar vooral een belangrijke werkelijkheid: wij moeten en mogen het samen doen. Wij staan als gedoopte en gevormde christenen samen voor dezelfde opdracht, we hebben de roeping elkaar te inspireren en te bemoedigen en concreet onze verbondenheid te beleven. Dat doen we met eerbied en respect voor de verschillende charisma’s, talenten en spiritualiteiten die er in onze katholieke Kerk zijn. Daarbij denk ik aan de vele vrijwilligers die in onze parochies actief zijn. In ons bisdom beleven we de verbondenheid met gelovigen van alle nationaliteiten, met jongeren en ouderen: wij zijn samen dat lichaam van Christus dat de Kerk is, wij vormen samen één gemeenschap....
- Kerk zoekt contact, zoveel mogelijk en met iedereen. Zij is wezenlijk missionair. Paus Franciscus heeft dit onderstreept: hij wil een kerk die erop uit gaat en wegen zoekt om in contact te zijn met de mensen in onze samenleving. Welke wegen kunnen we vinden om hen in aanraking te brengen met de waarde van ons geloof? En de blijde boodschap van de verrezen Heer? Vaak valt het licht op wat niet mag: “Gij zult niet...”. Veel mensen kennen van het geloof alleen de verboden, terwijl je die pas kunt plaatsen als je de schat van het geloof en van de relatie met Jezus Christus hebt ontdekt. Voor iedere geloofsgemeenschap in ons bisdom is het dus wezenlijk erop uit te gaan, mensen in contact te brengen met de rijkdom van het evangelie en de stappen van hun groei te respecteren. Daarom zullen ook bredere en actueel maatschappelijke initiatieven welkom zijn en nodig; ze kunnen mensen op de weg van het evangelie plaatsen.
- Christen-zijn uit zich in daden. Niemand kan christen-zijn zonder daden van concrete naastenliefde. In wat we doen voor onze naaste, wordt christen-zijn zichtbaar en concreet. Dáárin wordt duidelijk dat christen-zijn niet om ‘mooie woorden’ gaat, maar dat het écht is (vgl. 1 Joh. 3, 16-18). De beleving van de onderlinge liefde en de zorg voor armen en mensen in nood, was hét kenmerk van de eerste christenen. Anderen werden daardoor aangetrokken en wilden het evangelie en de geloofsgemeenschap leren kennen (vgl. Hand. 2, 42-47; 4, 32-36). Caritas is dus een wezenlijk en aantrekkelijk aspect van ons kerk- en christen-zijn; inzet voor caritas en vriendschap met de armen zijn noodzakelijk.
- Jongeren en gezinnen hebben recht op onze aandacht. Jonge katholieken - jongeren en gezinnen - vinden niet altijd gemakkelijk een structuur en stimulans om hun geloof met leeftijdgenoten te beleven. Zij zijn bezig hun leven vorm te geven en hun kinderen op te voeden. Het is daarom van groot belang dat we aan hen gemeenschap, steun en vorming bieden om hun mooie roeping - waar in onze tijd te weinig aandacht voor is - waar te kunnen maken.
Deze thema’s zijn van groot belang voor ons bisdom Haarlem-Amsterdam. Ik ben allen dankbaar die zich in ons bisdom hiervoor inzetten. Natuurlijk kunnen nog andere thema’s worden genoemd die ook belangrijk zijn. Op dit moment wil ik het hierbij laten. We zullen vast en zeker nog gelegenheid krijgen om deze en ook andere aspecten meer uit te werken.
Laten we bidden dat ons aller inzet voor het evangelie vruchtbaar zal zijn. Van harte wens ik U allen Gods zegen toe! Moge Maria, moeder van de kerk, onze voorspraak zijn.
Haarlem, 1 juni 2020
+Johannes Hendriks
bisschop van Haarlem-Amsterdam