Arsacal
button
button
button
button


Oordelen? Zijn antwoord is eerst stilte

Vijfde zondag van de veertigdagentijd C

Overweging Preek - gepubliceerd: dinsdag, 15 maart 2016 - 1062 woorden
De overspelige vrouw, Sebastiano Conca (* 1680)
De overspelige vrouw, Sebastiano Conca (* 1680)

Op de vijfde zon­dag van de veer­tig­da­gen­tijd heb ik het R.K. centrum ‘op weg naar mens-wor­ding’ La Vie in Zeewolde bezocht, waar ik de heilige Eucha­ris­tie heb gevierd met Elizabeth Duet, mede­wer­kers en vrien­den van het Centrum waar een gees­te­lij­ke be­ge­lei­ding wordt gebo­den om mensen te helpen de mens te zijn die zij wer­ke­lijk zijn, meer mens te wor­den.

Tijdens de Eucha­ris­tie heb ik de volgende homilie gehou­den naar aan­lei­ding van het evan­ge­lie van de overspelige vrouw (Jo. 8, 1-11).

Homilie

Geïnspireerd

Dit stukje evan­ge­lie
vin­den we niet in de oudste hand­schriften van de bijbel
en ook niet bij de Griekse kerk­va­ders.
Waar­schijn­lijk heeft deze mooie ge­schie­de­nis
dus niet in de oudste versies van het evan­ge­lie gestaan.
In som­mi­ge niet-katho­lie­ke bijbels
wordt het daarom weg­ge­la­ten of tussen haakjes gezet.
Toch heeft de katho­lie­ke Kerk hierover niet geaarzeld:
het behoort tot de heilige Schrift,
deze woor­den zijn door de heilige Geest geïnspireerd,
ze zijn het woord van God.
Wellicht is dit stukje er later bij gevoegd,
maar het geeft precies de geest van Jezus weer:
een geest van barm­har­tig­heid en ver­ge­vings­ge­zind­heid.
"Ga heen en zon­dig van nu af niet meer".

De fouten van anderen

Toegeven dat je iets ver­keerd hebt gedaan
is voor ons mensen vaak moei­lijk.
Iemand verde­digt zijn eigen stand­punt,
zijn eigen handel­wij­ze;
weinig mensen weten hun eigen fouten op te noemen.
Betekent dit dat de meeste mensen geen fouten maken,
of hebben ze te weinig zelfkennis?
Bijna ie­der­een weet wel een aantal fouten en tekort­ko­mingen
van een ander op te noemen.
Zelfs van een goede kennis, vriend of vriendin
weten we wel bepaalde nadelen.
Vele gesprekken gaan over de min­pun­ten van anderen.
Met roddel­bla­den wordt een fortuin ver­diend.

Wegpraten, weg­stop­pen...

Ook komt het nogal eens voor
dat mensen hun eigen min­der goede kanten
eigen­lijk wel zien,
maar ze wegpraten:
er zijn zoveel ergere dingen.
Het is be­grij­pe­lijk,
maar toch is het jammer
als mensen altijd naar een ander wijzen,
komen we na­tuur­lijk nooit ver­der
en gaat de wereld niet vooruit.
Het meest vrucht­baar is toch wel:
als we ons­zelf eens aan­wij­zen
en de vin­ger eens op de zere plek bij ons­zelf leggen!
En dat is meestal een plek
die te maken heeft met een verwon­ding,
een gees­te­lijk lit­te­ken
dat we zelf hebben opgelopen.
Verbeter de wereld,
begin bij jezelf!
Durf naar jezelf te kijken,
niet oor­de­lend en veroor­de­lend
maar met de barm­har­tige blik van Jezus.

Niet uit angst, niet voor de belo­ning

En doe het dan niet uit angst voor de hel,
doe het zelfs niet
om de belo­ning van de hemel te krijgen;
doe het gewoon uit liefde
tot Hem die voor ons en voor deze wereld
zo veel gele­den heeft.

Het ant­woord is stilte

Daar staat die vrouw dan
met allemaal mannen om haar heen
die oor­de­len
en haar te kijk stellen,
haar vast pinnen op haar gedrag,
Was het goed wat zij had gedaan?
Dat is het niet wat Jezus zegt,
Hij vraagt haar niet meer te zon­digen.
Maar het oor­deel van de schrift­ge­leer­den
is er op gericht
haar bij die zonde te bepalen,
dat het de­fi­ni­tieve in haar leven te laten zijn.
Jezus’ ant­woord is aller­eerst de stilte,
Hij ant­woordt niet,
Hij oor­deelt niet
en door die stilte die er valt,
komt er ruimte voor Gods aanwe­zig­heid,
voor een diepte
die het niveau van de op­per­vlak­kige emoties verlaat.

Oordelen... naar twee kanten

Mensen oor­de­len vaak hard.
Mensen zeggen nogal eens gauw iets
dat anderen diep kan kwetsen.
Dat kan ons­zelf ook over­ko­men,
een hard, veroor­de­lend woord
is er zo uitgefloept.
Dat woord komt er vaak uit door emotie,
een kwaad­heid, teleur­stel­ling, agressie.
Soms wordt juist iets goedge­praat,
wordt iets be­grij­pe­lijk gevon­den,
wordt iets weg gepraat.
Ook dat is oor­de­len,
ook dat is op­per­vlak­kig
en dan wordt wat ver­keerd was
niet serieus geno­men..
Jezus zegt: “Ook ik veroor­deel U niet”
en Hij zegt het ook aan ons:
"Oordeelt niet opdat gij niet ge­oor­deeld worde";
dat betekent niet alleen dat wij niet het recht hebben
iemand te veroor­de­len om wat hij of zij heeft gedaan;
het betekent ook dat wij niet het recht hebben
om het goed te praten.

Het oor­deel overlaten

Wij moeten het oor­deel aan God overlaten,
die de harten, de intenties
en de ge­schie­de­nis van mensen kent
als geen ander.
Wij weten van som­mi­ge dingen
die we hebben gedaan
dat ze niet goed zijn;
God zelf leert ons van som­mi­ge dingen
dat ze goed zijn of slecht.
Ook voelen we dat vaak in ons­zelf al aan
dat iets toch niet zo goed is
of juist wel.
Maar zelfs als we een mede­mens kwaad zien doen
of als we zelf te kort zijn geschoten,
is het nog goed om te bedenken
dat we het oor­deel aan God moeten overlaten,
dat Hij alleen de gezind­heid van iemands hart
kan beoor­de­len.
We moeten het oor­deel aan God overlaten.
Aan de andere kant
moeten we ook geen situatie scheppen
waarin ver­keerde dingen
in feite wor­den goedge­keurd.
Dan verduis­te­ren we de bood­schap van Jezus.

De paus en vrouwen die abortus deden

En bovenal is er barm­har­tig­heid en ver­ge­ving,
zoals Jezus die geeft aan de overspelige vrouw
die voor Hem staat.
Die ver­ge­ving is er voor iedere mens.
Een mooie samen­vat­ting
van de hou­ding van dit evan­ge­lie
vond ik in de en­cy­cliek "Evangelium vitae"
van de heilige paus Johannes Paulus II.
Het is een stukje waarin hij zich richt
tot vrouwen
die een abortus hebben onder­gaan.
Daar staat:
"De Kerk beseft dat uw beslis­sing
door uit­een­lo­pende factoren beïn­vloed kan zijn
en zij twijfelt er niet aan
dat deze beslis­sing meestal pijn­lijk en ontred­de­rend was.
De wond in uw hart is wellicht nog niet geheeld.
Wat gebeurd is, was en is beslist ver­keerd.
Maar wees niet wanhopig.
Probeer liever te begrijpen
wat er gebeurd is en zie dat eer­lijk onder ogen.
Als U dat al niet gedaan heeft,
 geef u nederig en vol ver­trouwen over
aan het berouw.
De Vader van genade
zal U ver­ge­ving schenken en vrede,
in het sacra­ment van ver­zoe­ning".

Barm­har­tige blik

We zijn allemaal geplaatst
onder de barm­har­tige,
liefde­volle blik van Jezus.

Barm­har­tig­heid en ver­ge­ving
is er voor ieder van ons.

Hij kent ons,
Hij doorschouwt ons hart.

Wanneer we Zijn barm­har­tige blik
in ons laten binnen­ko­men,
zullen we zelf geholpen wor­den
om het harde oor­de­len te verlaten
en ook het vergoei­lijken van dingen:
alles staat onder de stralen van Zijn liefde.
Naarmate we zelf ervaren hebben
hoe­zeer we leven van Zijn barm­har­tig­heid,
zullen we van daaruit zelf weer
barm­har­tig kunnen zijn voor anderen,
zoals Jezus het heeft voor­ge­daan:
"Ga heen en zon­dig van nu af niet meer".
AMEN.

Terug