Arsacal
button
button
button
button


Je mocht het doen...

Deken Moltzer 25 jaar priester; Piet Steur 12½ jaar diaken

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 24 september 2017 - 1128 woorden
Op weg naar de receptie met de jubilarissen
Op weg naar de receptie met de jubilarissen
Een hele drukte bij de receptie
Een hele drukte bij de receptie
deken Moltzer met collega-deken Cassee (l.)
deken Moltzer met collega-deken Cassee (l.)

Zondag 24 sep­tem­ber was er groot feest in de Sint Christoforus pa­ro­chie in Schagen: pastoor-deken Eduard Moltzer vierde zijn 25 jarig pries­ter­jubi­leum, diaken Piet Steur het koperen jubileun van zijn diaken­wij­ding. Na afloop van de Fees­te­lij­ke Mis was er een receptie waar velen, waar­on­der bis­schop Jozef Punt de feestelingen kwamen fe­li­ci­te­ren.

Bij de Eucha­ris­tie­vie­ring waren veel pries­ters en diakens aanwe­zig. Uit de regio waren past. Ignas TIlma en de diakens Toon Jorink en Hans Bruin er. Na­tuur­lijk assis­teerde cate­chiste Monica Wildeboer bij de vie­ring. Collega-deken Ton Cassee en mgr. Joop Stam waren er om te con­ce­le­breren evenals oud-pastoor jan van der Stok, past. Eric van Teijlingen en de pries­ter van de Tamil-ge­meen­schap die in Schagen hun vie­rin­gen heeft. Ook in de kerk waren ver­schil­lende pries­ters aanwe­zig. Het Sint Gregorius pa­ro­chie­koor zong een fraaie meerstemmige Mis.
Aan het begin van de vie­ring kreeg deken Moltzer een bloe­menslin­ger omge­han­gen van de Tamil­ge­meen­schap die hem ook harte­lijk toesprak tij­dens de receptie. Het is een teken van de be­trok­ken­heid van de pastoor ook bij de Tamils. Ook vanuit de 'gewone'pa­ro­chi­anen was er veel harte­lijke dank­baar­heid voor de inzet van de pastoor en de diaken.

Tijdens de vie­ring heb ik de volgende homilie gehou­den.

HOMILIE

Niet van het laatste uur

Wat zou­den deken Eduard Moltzer
en diaken Piet Steur
voor werkers in de wijn­gaard zijn?
Nee, ze zijn niet van het allerlaatste uur,
want ze kunnen vandaag een jubileum vieren
dat toch wel getuigt
van heel wat jaren van inzet:
Piet Steur 12,5 jaar als diaken,
zeer gesteund door zijn echt­ge­note Solveg,
Eduard Moltzer 25 jaar als pries­ter.
Bij de wij­ding van bei­den mocht ik aanwe­zig zijn,
Piet Steur mocht ik voor de wij­ding aan de bis­schop presen­te­ren
en Eduard Moltzer heb ik des­tijds als collega-pries­ter
mee de han­den mogen opleggen.
Ik vind het dus bij­zon­der en mooi
dat ik vandaag dit feest mee kan vieren,
nu we allemaal samen
dit koperen en zilveren jubileum
dank­baar mogen gedenken.

De last en de hitte

Als we mid­den in ons werk zitten,
vallen vaak de min­der leuke dingen op:
“de last van de dag en de bran­dende hitte”,
zoals die werkers in de wijn­gaard dat noemen.
We herkennen dat allemaal wel:
er zijn momenten of perio­den
in de opvoe­ding, in een relatie,
op het werk, met de ge­zond­heid,
met familie en ga zo maar door,
dat het allemaal niet zo simpel is,
dat de last weegt en het uit­zicht ontbreekt
of gewoon dat het allemaal wel erg druk is.

Omzien....

Maar als we jaren later nog eens omzien,
terug kijkend op ons leven,
dan zie we vooral een grote lijn,
pijn wordt min­der scherp, vreug­den lichten op,
we zien een proces van groei en rij­ping, per­spec­tief,
dat we ergens door­heen zijn geko­men
en we zien dan ook vaak meer de mooie dingen.
Dezelfde moe­der die had gezucht onder de drukte
van een baan en een jong gezin,
keek later terug en zei:
Wat was dat toch een mooie tijd!

Dank­baar­heid komt dan in ons hart:
we ervaren dat het ons gegeven was:
tot hier heeft de lieve Heer me geleid,
me bewaard en me kracht gegeven
en wat mooi dat ik dit heb mogen betekenen.

Geen pres­ta­tie... een cadeau

Zo’n dag is het vandaag.
Dit is een dag waarop we
heel veel mooie gaven zien
die God heeft gegeven.
De jubila­rissen kunnen aan vele gebeur­te­nissen denken,
mensen die op hun weg geko­men zijn,
wat ze hebben mogen betekenen
in vreugde en verdriet van mensen
maar ze gedenken op deze dag toch aller­eerst
de bron waaruit heel veel is voort­ge­ko­men:
de gave van hun wij­ding tot pries­ter en diaken.
Die wij­ding was en is niet iets wat ze hebben bereikt,
het is geen pres­ta­tie om trots op te zijn,
het is aller­eerst een cadeau,
niet eens ver­diend zozeer
en ook niet zozeer voor hen­zelf
maar dit geschenk is een dienst­werk
dat heel hun ver­dere leven
heeft gekleurd en bepaald.
Het maakte hen tot wie zij zijn:
pries­ter, diaken voor God en de mensen.
Daarom zijn wij allemaal
betrokken in hun dank­baar­heid.

Roeping

Mis­schien dat mensen van buiten
er soms heel anders tegen aan kijken,
maar ik denk dat jullie allen
en de jublia­rissen het kunnen beamen:
het is een prach­tige roe­ping.
Ik denk dat jullie - net als ik - zullen zeggen:
ik zou met niemand willen ruilen.
Na­tuur­lijk, het moet je roe­ping zijn,
anders kun je deze weg niet gaan,
het is niet voor ie­der­een;
het is en blijft iets moois,
een genade, die wij samen mogen vieren.

Ik mocht het doen

Ie­der­een die hier in de kerk zit
heeft van God een roe­ping gekregen
en dat is altijd een prach­tig cadeau;
we voelen dan bij iets wat we doen :
Dit hoort bij mij,
dit is mijn ding,
het geeft vervulling,
zo moet het zijn.
Na­tuur­lijk zien we dat niet altijd
en niet alles is even leuk en aar­dig.
Ook een pries­ter of diaken
heeft zijn zware, moei­lijke dagen,
net als wij allen.
Dan ervaren we de last en de hitte van de dag.
Dat hoort erbij.
Maar het moment moet dan ook weer komen,
dat je zegt:
Ik ben dank­baar dat ik het mocht doen,
dit is mijn roe­ping.

De werkers van het eerste uur

Dat is precies wat die werkers in de wijn­gaard
moesten leren.
De werkers van het eerste uur
gingen kijken en ver­ge­lij­ken.
Ze waren jaloers op degenen
die min­der had­den gedaan
en toch dezelfde belo­ning kregen.

Overigens was die denarie
het bedrag dat je in die tijd nodig had
om er met je gezin van te kunnen leven.

Anders kijken

Die werkers van het eerste uur
had­den er ook anders naar kunnen kijken:
zij waren als eerste uitgekozen om te mogen werken,
dat was na­tuur­lijk een stukje erken­ning
van hun kwali­teiten.
Staan wachten op de markt
in de hoop dat er iemand komt die je huurt,
is ook niet aan­trek­ke­lijk.
Die werkers van het eerste uur
waren de besten, de sterksten,
zij waren er meteen al uitgepikt.

De minsten eerst

Wat die heer van de wijn­gaard dan doet is
dat hij de zwaksten toch dezelfde eer
en een kans en een bestaan geeft;
zij komen als eersten aan de beurt,
die heer wil dus dat de anderen dat zien.
Zo is God, zo is Jezus: Hij is er aller­eerst
voor de zwakken en de kleinen
en nodigt ons uit dat te zien
en zelf ook om te zien naar
en kansen te geven aan
wie arm zijn en zwak,
wie in de min­dere positie zijn.

Wij zijn dus allen ge­roe­pen om
als de heer van die wijn­gaard te zijn
en onze liefde te laten uit­gaan
naar kwets­ba­re mensen.
Dat geldt zeker voor een pries­ter of diaken,
die Jezus te­gen­woor­dig mag stellen in de ge­meen­schap.

Nog goede jaren...

Van harte wil ik jullie, Eduard en Piet,
daarom fe­li­ci­te­ren met deze dag,
met deze mooie roe­ping
en ik bid en we bid­den allemaal vandaag
dat de Heer van de wijn­gaard
jullie dienst­werk
mag blijven zegenen en vrucht­baar zal maken,
en jullie nog goede jaren zal geven.
AMEN.

Terug