Arsacal
button
button
button
button


Een dag voor nieuwe katholieken

Maria Geboorte in Heiloo

Overweging Preek - gepubliceerd: zaterdag, 8 september 2012 - 1480 woorden
Dag voor nieuwe katholieken: Bij het getuigenis van Anne Commandeur
Dag voor nieuwe katholieken: Bij het getuigenis van Anne Commandeur

8 sep­tem­ber, feest­dag van Maria Geboorte, werd in Heiloo de dag voor de nieuwe katho­lie­ken gehou­den. Midden op de dag, om 12.00 uur was er een fees­te­lij­ke Eucha­ris­tie­vie­ring in de grote kapel waarvoor hon­der­den mensen waren geko­men. Daarbij heb ik de on­der­staan­de preek gehou­den. Een zonnige dag beguns­tigde de goede sfeer die er toch al heerste... Op de dag voor de nieuwe katho­lie­ken hield Anne Commandeur eerst een prach­tig ge­tui­ge­nis over haar weg naar de katho­lie­ke kerk.

Het geloof had zij van huis uit mee­ge­kre­gen en het had haar nooit 'lekker' gezeten dat zij er zo weinig mee deed. Ze is nu actief in de kerk, daarin opgeno­men, ker­ke­lijk getrouwd en verdiept zich in de katho­lie­ke theo­lo­gie. In kleine groepen wer­den vond daarna een uit­wis­se­ling plaats en was er een bij­een­komst voor bege­lei­ders van nieuwe katho­lie­ken. Na de Mis en de lunch kon men kiezxen uit een rond­lei­ding over het hei­lig­dom of een inlei­ding over het gebed door mgr. J. van Burg­ste­den. De dag werd plenair besloten met een vragensessie waarbij ik p0ogde zo goed moge­lijk ant­woord te geven en een hapje en een drankje. Mgr. J. Punt gaf acte de présence bij het zilveren pries­ter­jubi­leum van mgr. G. de Korte, bis­schop van Gro­nin­gen-Leeu­war­den.

Homilie

Broe­ders en zusters,

Wij mogen deze dag van de geboorte van Maria vieren in dit hei­lig­dom van Maria ter Nood.

Een mooie dag, een mooie plaats! Maria is de ‘nieuwe mens’, helemaal voor God, niet voor de zonde, haar leven was één groot, onafgebroken ‘ja’ voor God.

De geboorte van een nieuwe mens is altijd heel bij­zon­der. Deze week nog ver­telde mij een jonge opa dat hij zijn zoon helemaal had zien ver­an­de­ren bij de geboorte van zijn eerste kind. Hij werd vader en dat maakte eigen­lijk alles anders, zeker ook de manier waarop hij in het leven stond.

Ik denk dat we dat wel kunnen begrijpen en dat we allemaal wel bepaalde gebeur­te­nissen hebben mee­ge­maakt die ons veran­derd hebben.

We kunnen dat allemaal invullen voor ons­zelf: een moei­lijke erva­ring, een lij­den, een over­lij­den of mis­schien ook juist een heel mooie erva­ring, die ons opende voor de schoon­heid van het leven en voor God, heeft ons leven veran­derd.

Ik denk vandaag daarbij speciaal aan de nieuwe katho­lie­ken in ons mid­den: jullie hebben iets mee­ge­maakt, een wen­ding, een inzicht, een nieuwe bele­ving, die jullie heeft veran­derd, al is dat mis­schien soms een glei­de­lijke groei geweest, met fases, stappen en erva­ringen, maar zo dat jullie de stap hebben gezet om katho­liek te wor­den.

Welkom in de grote familie van de katho­lie­ke kerk! Die familie strekt zich uit over heel de wereld - we spreken daarom van uni­ver­se­le of algemene Kerk - en over alle tij­den sinds de komst van Christus. Er is geen tijd of je komt heel dui­de­lijk die katho­lie­ke kerk tegen.

Één van de se­mi­na­risten maakt de scriptie waar­mee hij zijn studie afsluit over de tijd van de heilige Cyprianus van Carthago, een bis­schop die rond 256/258 na Christus gestorven is.

Cyprianus schrijft over de een­heid van de Kerk, de bis­schop, de pries­ters, diakens en leken en over de lagere clerus en je kunt het allemaal zo herkennen; veel is er eigen­lijk niet veran­derd: ook toen zag de Kerk er heel katho­liek uit, zo katho­liek dat ik het weleens moei­lijk vind om te begrijpen dat iemand pro­tes­tant kan zijn.

We zijn tege­lijk een Kerk van mensen en dat wil zeggen dat je in die Kerk ook de rook van Satan vindt, zoals paus Paulus VI dat eens uitdrukte.

Het kwaad is overal op aarde. Denk dus niet dat als je katho­liek wordt je het kwaad ontlopen kunt! Maar de ge­schie­de­nis van de Kerk is toch méér een ge­schie­de­nis van heiligen dan een ge­schie­de­nis van mis­bruik, inquisitie, kruis­tochten en Borgia’s.

De Kerk wordt getekend en ge­ken­merkt door de heiligen die haar hebben opge­bouwd door hun liefde voor de naaste, hun zorg voor onder­wijs, armen, zieken, hulp­be­hoe­ven­den, voor de missie, ver­kon­di­ging en heili­ging.

En jullie, wij allemaal, zijn ge­roe­pen om heiligen te zijn. De Kerk heeft heiligen nodig en apos­to­laat: goede, mooie ini­tia­tie­ven die aan de mensen van onze tijd de schoon­heid van het gelaat van de Christus tonen.

Laat je geloof niet werkeloos blijven! Je moet er iets mee gaan doen, concreet en tast­baar, je mag het niet in de binnen­ka­mer van je hart verborgen hou­den! Een nieuw begin.

Velen van jullie, nieuwe katho­lie­ken hebben zo’n nieuw begin gemaakt. We vieren ook vandaag zo’n nieuw begin: Maria wordt de dageraad van het heil genoemd, omdat met haar de verlos­sing begon: haar moe­der­schap en haar “ja” tot God: daar is het mee be­gon­nen.

Maria en Jozef zijn een prach­tig beeld voor iedere katho­liek: zij waren een­vou­dige mensen, nederig ook, geen figuren die zich­zelf op de borst slaan van: ‘kijk mij nou eens’.

Jozef had zijn rechten kunnen laten gel­den: hij ontdekt dat Maria zwan­ger is, voordat zij gingen samenwonen. (Dat heeft overigens niets te maken met wat nu onder samenwonen wordt verstaan: als het huwe­lijk gesloten was, kwam enige tijd daarna het moment dat de bruid plech­tig en fees­te­lijk naar de nieuwe woning werd geleid en daarna begon het samenwonen; het was dus samenwonen een tijdje ná het huwe­lijk en niet ervoor!).

Jozef ontdekt dus dat Maria zwan­ger is. Hij denkt dat er een andere man in het spel is en hij had haar kunnen laten stenigen. In plaats daar­van besluit hij geen wraak te nemen maar stilletjes te ver­trek­ken.

Prach­tig! Hier zien we een van de be­lang­rijk­ste dingen voor een christen: dat je goed weet om te gaan met wat mensen je aandoen. Dat je weet te ver­ge­ven, ook al kost dat moeite en gaat dat niet van­zelf. Als het van­zelf zou gaan zou dat betekenen dat je je verdriet en je pijn had weg­ge­stopt.

Ook Maria is door haar open­heid voor God, haar bereid­heid om Gods wil te doen ook als Die haar plannen in de war kwam gooien, een gewel­dig voor­beeld voor ieder van ons.

Maar Maria is na­tuur­lijk ook meer: je kunt niet buiten haar om. Maria hoort erbij. De Heer heeft haar aan jou als moe­der gegeven: “Zie daar je moe­der”. Eer je moe­der, dat hoort bij je katho­lie­ke geloof! Een nieuw begin.

God heeft met ons een nieuw begin gemaakt, ieder keer dat wij Zijn ver­ge­ving hebben ont­van­gen in het sacra­ment van de biecht.

Hij heeft met ons een nieuw begin gemaakt op tal van andere momenten van ons leven: Hij heeft ons geleid, Hij heeft ons nieuwe wegen geopend.

Langs allerlei soms vreemde en won­der­lijke wegen leidt Hij ons mensen. En zo is het altijd gegaan. De stam­boom bij­voor­beeld waar­mee het evan­ge­lie vandaag begon, is een bonte afwisseling van goed en vooral kwaad.

Er komen maar een paar vrouwen in voor, maar ook die zijn niet veel bij­zon­ders: Tamar bij­voor­beeld is een overspelige vrouw, het is bijna incest wat daar is gebeurd, want de kin­de­ren in de stam­boom zijn van haar schoon­va­der; Rachab is een hei­dense hoer die de Joodse verspie­ders her­bergde; Ruth is een bui­ten­landse, hei­dense vrouw en “de vrouw van Uria” was Batsheba, die getrouwd was met Uria en toen een overspelige relatie met David kreeg.

Heel erg netjes is het dus allemaal niet en dat is dan het geslacht van koning David, waaruit de Messias moet voort­ko­men.

Maar God schrijft recht op kromme lijnen en Jezus wordt geboren uit deze familie en toch ook weer niet, want Maria is zwan­ger van de heilige Geest.

God maakt steeds weer een nieuw begin. Je kunt het in je eigen leven merken en mis­schien zul je daarin ook wel eer­lijk­heidshalve moeten erkennen dat het niet allemaal zo fan­tas­tisch was. Maar Hij laat je toch niet vallen. Je krijgt nieuwe kansen.

En de grote genade van je eigen zonde is, dat je dan mag zien, dat God zich niet laat ont­moe­di­gen door het kwaad in jou, niet door het kwaad in de wereld en niet door het kwaad in de Kerk; en dat Hij het kwade weet om te buigen naar iets goeds.

Het kwaad is een be­proe­ving en een beko­ring, maar: richt je hart en je gedachten op de kracht van God. Het kwaad is erg, het lij­den is erg, maar God is groter. Het kwaad kan je niet overwel­digen, je bent veilig geborgen in het hart van God.

Zo kunnen we zelf ook - met Maria - getuigen: de Heer heeft grote dingen aan mij gedaan: Hij heeft mij op een bij­zon­dere wijze aan­geraakt, mij geleid, mij gebracht tot waar ik nu ben en die dank­baar­heid om Gods lei­ding, is een kracht waardoor je - bij de teleur­stel­lingen die je ook zult voelen, zoals Jezus ze gevoeld heeft - kunt ver­trouwen en over­ge­ven.

Moge Maria daarbij onze voor­spraak en ons voor­beeld zijn.

AMEN

Terug