Arsacal
button
button
button
button


Je bent een kind van God

Doop van de Heer

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 13 januari 2019 - 1011 woorden

Zondag 13 januari, feest van de Doop van de Heer, was ik voor de Eucha­ris­tie­vie­ring - fraai opge­luis­terd door de Bavo­can­to­rij - in de ka­the­drale basiliek van Sint Bavo in Haar­lem.

In de kerk was ook een Russisch Orthodoxe toe­rist die de H. Mis meemaakte en voor en na de ka­the­draal van onder tot boven heeft gefotografeerd. Tja, in Rusland hebben ze mooie kerken, maar wij hier gelukkig ook!

Stel­ling­name?

De afgelopen dagen zijn er ver­schil­lende mensen die me om een stel­ling­name hebben gevraagd inzake de ver­kla­ring door pro­tes­tantse dominees over huwe­lijk en homo­sek­sua­li­teit. Dat lijkt mij niet nodig en niet gewenst. Wat de katho­lie­ke Kerk vindt onder meer over huwe­lijk en seksua­li­teit, staat dui­de­lijk in de Cate­chis­mus van de Katho­lie­ke Kerk en in andere ker­ke­lijke do­cu­menten. Daar sta ik van­zelf­spre­kend achter en ik heb er niet veel aan toe te voegen, alleen dit:

Je bent een kind van God

"Mijn welbeminde"

We zijn allemaal kind van mensen,
van een vader en moe­der
en we zijn kin­de­ren van God.
God zegt tot iedere mens:
“Jij bent Mijn kind, Mijn welbeminde”,
wat die mens ook doet
en welke wegen hij of zij ook gaat,
dat is iets wat geen mens teniet kan doen.
Het is niet dat God alles goed vindt,
dat het voor hem niet uitmaakt wat we doen,
maar Zijn liefde voor ons
gaat niet verloren
en dat betekent dat we altijd weer
een nieuw begin kunnen maken
met onze Vader in de hemel.

Een 'bio­lo­gische vader'?


Maar wat bedoelen we eigen­lijk,
als we zeggen:
we zijn kin­de­ren van God?
Moslims nemen daar vaak aanstoot aan,
die zeggen dat God geen kin­de­ren heeft.
Ze verstaan het dan blijk­baar
alsof wij een ‘bio­lo­gische vader’ bedoelen.
Zo is het na­tuur­lijk niet,
maar wat wordt er dan mee bedoeld?

Op wie lijkt het?

Als er een kind geboren wordt
is dat voor de ouders altijd weer
een belevenis
dat je iets mag krijgen,
dat je iemand krijgt toe­ver­trouwd,
die boven jezelf uitgaat.
Zeker, het pas­ge­bo­ren kind
is de vrucht van de liefde van twee mensen,
het is een tast­baar bewijs van
en een levend monu­ment voor die liefde.
"Op wie lijkt het?",
vraagt de familie zich al meteen na de geboorte af.
Het lijkt op allebei,
op papa en mama;
mis­schien lijkt het uiter­lijk meer op papa
en het inner­lijk meer op mama, of om­ge­keerd,
maar het heeft iets van allebei
en het draagt in zich iets mee
van de ge­schie­de­nis van twee families.

Uniek

Maar boven alles en voor alles
is dat kind zich­zelf, een eigen persoon,
met een eigen levensge­schie­de­nis
en een eigen wil
en een eigen roe­ping.
Als ouders kunt U zeggen: Het is ons kind,
maar het is ook weer niet uw kind,
het is er niet voor U,
het is U alleen maar toe­ver­trouwd
om er Uw beste zorgen aan te geven;
het is een eigen unieke persoon.

U dient een geheim


Dat is iets wat eigen­lijk wel iedere ouder beleeft;
een kind is geen ding,
dat gemaakt wordt
en dat in mijn macht is
zoals een auto of een fiets
of een werktuig
of een huis;
al die dingen dienen mij.
Bij een kind is dat anders:
ouders dienen een geheim,
zij dienen een men­se­lijke persoon,
die zich door die dienst
ontplooien kan, geholpen wordt
om trouw te zijn aan keuzes en idealen,
en ver­diens­te­lijk en mens­waar­dig te leven
volgens een roe­ping
die ergens al in het hart van die mens
verborgen ligt
en die deze mens hope­lijk
langzamer­hand mag gaan ont­dek­ken.

Liefde terug geven

Het is na­tuur­lijk goed
wanneer de kin­de­ren
met het voor­bij­gaan van de jaren
hun ouders van dienst zijn
ook om iets van de liefde terug te geven,
die zij eens van hen ont­van­gen hebben.
Liefde vraagt om een ant­woord;
het zou niet aar­dig of men­se­lijk zijn
als je de liefde niet met liefde beant­woordt.

Liefde en pijn

Kin­de­ren hebben betekent ook altijd
pijn en zorgen hebben
en jezelf opzij zetten.
Alles wat met liefde verbon­den is,
is ook met pijn verbon­den.
Maar het zijn juist die dingen
die het leven waarde­vol maken en mooi.

Niet heel veel anders is het tussen God en ons.

Kinderloos?


Overigens is het na­tuur­lijk niet nodig om kin­de­ren te hebben
om een mooi en waarde­vol leven te kunnen lei­den.
Koning Boudewijn en koningin Fabiola
- het vroe­gere vorstenpaar van België -
die geen kin­de­ren kon­den krijgen,
had­den daar eerst veel verdriet van
maar zagen het toen als hun roe­ping
om hun hart wij­der te openen voor anderen.
Ze wil­den niet bij hun verdriet blijven staan,
daar niet op blijven focussen.
Want wie het meeste aan zich­zelf denkt
is het onge­luk­kigst.
En door steeds vooral goed aan jezelf te denken,
word je onge­luk­kig.
Het gaat erom dat we iets voor anderen betekenen,
de liefde voor God en de liefde voor de naaste.

Kin­de­ren van God

We ervaren een kind dus als een kost­baar geschenk;
of beter nog mis­schien:
een kost­ba­re schat ons in bruikleen gegeven,
een bij­zon­der geheim dat ons overstijgt.

En daarom zeggen we dat alle mensen
kin­de­ren zijn van God:
zij lijken op hun aardse ouders,
maar dragen in zich ook het beeld van God;
ieder mens brengt iets nieuws, iets oor­spron­ke­lijks
in deze wereld,
dat er nog niet eer­der was.
Ieder mens is het product van zijn ouders,
maar toch ook weer niet.
Een mens is meer dan dat...
Een mens heeft leven, zijn geest, zijn vermogens,
zijn doel en bestem­ming, zijn roe­ping
gekregen van God.
Dat we kin­de­ren zijn van God
drukt dus Gods zorg en liefde voor ons uit.

Het doopsel

Bij het doopsel komt dat goed tot uiting,
want dan leggen we het kind
in dank­baar­heid als het ware terug
in de armen van de hemelse Vader,
die dit kind beschermt, aanneemt en zegent.
Het doopsel is een zegen en genade
voor een mens als kind van God.
Van ons mensen uit is het doopsel
een gebed om zegen voor dit kind,
we stellen het kind onder Zijn bescher­ming;
van God uit is het doopsel leven gevend,
be­vrij­ding uit de macht van het kwaad
een zegen die Hij geeft, een band die Hij aangaat
als van een goede vader met zijn kind.
“Gij zijt mijn zoon, mijn dochter,
mijn Welbeminde,
in U heb ik mijn behagen gesteld”
Amen.

Terug