Arsacal
button
button
button
button


Colm Dekker diaken gewijd voor Fraterniteit Sant’ Egidio

in Mozes en Aäronkerk

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 7 april 2019 - 1039 woorden

In de Mozes en Aäron­kerk aan het Waterloo­plein in Am­ster­dam werd zon­dag 7 april Colm Dekker tot diaken gewijd voor de missio­naire fraterni­teit van Sant’ Egidio. Colm Dekker is onlangs tot stadsdiaken voor Am­ster­dam benoemd.

De plech­tig­heid begoen om 17.00 uur in een geheel gevulde kerk. Er waren heel wat pries­ters en diakens geko­men om de vie­ring mee te maken. Mgr. Jan van Burg­ste­den was aanwe­zig en een af­ge­vaar­digde van de Koptische kerk. Ook was mw. Hilde Kieboom was er; zij is verant­woor­de­lijke voor Sant’ Egidio in de Benelux; een afvaar­diging vanuit Rome had de reis gemaakt en velen van Sant’ Egidio uit Antwerpen en andere plaatsen in Neder­land.

Colm Dekker is gewijd voor de Missio­naire fraterni­teit van Sant’ Egidio en de leden daar­van wor­den op dit moment nog geïncardi­neerd in het Bisdom Frosinone in Italië. Het was dus met een machti­gings­brief van de bis­schop van dat diocees dat ik de wij­ding mocht doen.

De gaven­pro­ces­sie werd gevormd door allerlei mensen die met Sant’ Egidio verbon­den zijn, waar­on­der vrien­den van de straat.

Na afloop van de vie­ring was er een drukke en gezellige receptie in het naast de kerk gelegen huis van Sant’ Egidio.

 

Homilie

Beste Colm, broe­ders en zusters,

Passie­tijd

Wij vieren deze heilige diaken­wij­ding
op de dag dat de passie­tijd begint:
onze gelo­vi­ge aan­dacht richt zich
op het verlossend lij­den van onze Heer.
Mis­schien lijkt het ongepast
om op een dag als deze
dit fees­te­lijk gebeuren
van jouw diaken­wij­ding, Colm, te vieren,
maar dat is het niet.
De passie­tijd brengt ons
tot sobere eenvoud en inkeer,
tot boete en ver­zoe­ning,
tege­lijk vieren we zoals iedere zon­dag
ons weke­lijks Pasen:
de ver­rij­ze­nis van Jezus Christus
 als onze grootste bron van hoop en vreugde.
En wat we in deze weken
zo betrokken en met eerbied gedenken
is niet aller­eerst de gruwe­lijke dood
van een on­schul­dig iemand
die als mis­da­diger
werd ver­oor­deeld en ter dood gebracht,
maar veeleer een leven gevend geheim,
het paas­mys­te­rie,
dat God ons zozeer heeft lief gehad
dat Hij ons Zijn enig­ge­bo­ren Zoon heeft gegeven
en dat die de geringste is gewor­den,
de die­naar van allen,
uit liefde voor ons.

Roeping

Daar ligt in een notendop
de vreugde en de roe­ping van iedere christen,
van ons allen.
Zoals de apostel Paulus het vandaag zei
in de tweede lezing:
“Ik wil Christus kennen,
ik wil de kracht van zijn opstan­ding gewaar wor­den
en de ge­meen­schap met Zijn lij­den.
Ik wil steeds meer op Hem lijken in Zijn sterven
om eens te mogen komen
tot de wederopstan­ding uit de doden”.
Daar ligt de roe­ping van ons allemaal,
maar op een bij­zon­dere wijze
die van de nieuwe diaken!

In­spi­re­rende tijd

De diaken­wij­ding is een bij­zon­dere deelname
aan dat geheim van Jezus Christus,
die zich­zelf arm heeft gemaakt
om vriend van ons te zijn in onze armoede
en ons langs de weg van de vriend­schap,
- de liefde ten einde toe -
tot Zijn familie te laten behoren.
Is er eigen­lijk über­haupt wel
een mooiere, meer in­spi­re­rende tijd
om deze wij­ding te ont­van­gen?
We zullen straks in het wij­dings­ge­bed bid­den
om de kracht van de Geest
om te kunnen dienen
in navol­ging van Jezus Christus.

Inserviunt

Diaken-zijn, beste Colm,
is geen per­soon­lijk project,
geen carrière-stap
of iets wat jezelf kiest:
dat lijkt me leuk, dat ga ik eens doen;
en nog min­der is het een status
om ermee eigen doelen te rea­li­se­ren.
“Inserviunt”, zegt het concilie (LG 29), “zij dienen”.

Je vrien­den

Diaken ben je voor je vrien­den
en die vrien­den zijn de armen,
degenen die arm zijn aan mid­de­len en moge­lijk­he­den,
die je wilt beminnen
met de voor­keurs­liefde die Jezus voor de armen heeft
en uit­ein­delijk is het ieder
die Gods eeuwige liefde behoeft.
Je hebt niet gekozen,
op de eerste plaats bén je gekozen.
Je kunt alleen diaken wor­den
als je een roe­ping daartoe onderkent,
een roe­ping van Godswege.
Je bent zojuist naar voren geko­men
- “Ja, hier ben ik” -
om die roe­ping te gaan be­ant­woor­den
in beschik­baar­heid.

Een wegge­ge­ven leven

Deze stap vooruit, naar de Heer, gezet
is vooraf gegaan door een andere stap
die in dezelfde lijn stond van dit geven van jezelf
en die je samen met Corine hebt gezet.
Het ja-woord dat jullie elkaar hebben gegeven,
zal straks resoneren in het ant­woord
dat je zult geven op de vragen die je wor­den gesteld:
“Ja, dat wil ik”.
Corine en jij delen een leven
en een cha­risma van vriend­schap met de armen,
binnen de ge­meen­schap van Sant’ Egidio.
Deze roe­pingen staan niet los van elkaar
en ze mogen elkaar ver­ster­ken.
Het gaat over geven, beschik­baar­heid,
over er zijn voor een ander
in vriend­schap en liefde,
jullie voor elkaar, voor de Heer, voor de armen.

Overspelig

Het evan­ge­lie maakte ons nog eens dui­de­lijk
wat dat betekent.
Een vrouw wordt betrapt bij overspel.
De man met wie zij dat heeft gedaan,
komt niet ter sprake,
de zwakkere wordt verne­derd.
Het komt vaak voor
dat mensen die hard over anderen oor­de­len,
zelf de zon­den begaan
die zij bij anderen aanklagen.
In wat de Fari­zeeën en Schrift­ge­leer­den hier doen,
zit de intentie om Jezus
van iets te kunnen beschul­digen;
zij verwerpen hun Heer
en is dat niet de kern van de de­fi­ni­tie
van een overspelig geslacht?

In het zand

Maar Jezus schrijft op de grond.
Velen hebben zich afge­vraagd
wat Jezus daar zou schrijven.
Maar het gaat er niet om wat Hij schrijft
- anders had de evangelist ons dat wel gezegd -
het gaat erom dat Hij in het zand schrijft.
De zonde die zij begaat,
de zon­den die wij begaan,
zijn niet in een rots gebei­teld,
maar in het zand ge­schre­ven.
Ze kunnen wor­den uitgewist
en ze zijn feite­lijk al uitgewist
door de vriend­schap tot de dood
van Jezus Christus.
En in het boete­sa­cra­ment
zullen we iedere keer opnieuw
die­zelfde woor­den mogen horen:
“Ga heen en zon­dig niet meer.
Ook ik veroor­deel je niet”.
Dat zegt iets over de blik
waar­mee Jezus naar ons ziet
en dus over de blik
waar­mee wij willen zien
als wij op Jezus willen lijken.

Lege han­den

Beste Colm, dat die blik je eigen mag zijn,
die in de ander niet zozeer de grenzen
als de moge­lijk­he­den ziet,
die wil dienen, die wil zoeken,
die oog heeft voor wie zwakker is en arm,
met lege han­den staat.
Ook omdat wij wel beseffen
dat we uit­ein­delijk allemaal
met lege han­den staan...

(foto­se­rie: Wim Koopman)


Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.
Terug