Arsacal
button
button
button
button


Heb je wel hulp nodig?

De Helper, de heilige Geest

Overweging Preek - gepubliceerd: maandag, 20 mei 2013 - 1230 woorden
Kom, helige Geest...
Kom, helige Geest...

Op Pinkster­dag was ik voor de hoog­mis in de Sint Adel­ber­tus­kerk in Haar­lem-Noord waar pas­to­raal werker Han Hoogakker afscheid nam en om ge­zond­heidsre­denen met ver­vroegd emeritaat ging. In een fees­te­lijk ver­zorgde vie­ring wer­den veel harte­lijke woor­den geproken aan zijn adres en velen kwamen hem bedanken voor zijn inzet.

Ook ik heb hem bedankt en de pastoor, Peter de Jong, en de vele vrijwlli­gers die zich voor de pa­ro­chie inzetten en die momenteel het fusie­pro­ces soms best als een las­tige periode ervaren.

Bij deze gelegen­heid hield ik de hierna volgende homilie:

Homilie

Vandaag op het Pinkster­feest belooft Jezus aan Zijn leer­lin­gen in de zaal van het Laatste Avondmaal en over hun hoofd heen ook aan ons: de Helper, de heilige Geest.

De Helper, zo noemt Hij de Geest.

Mis­schien is wel de meest fun­da­men­tele over­tui­ging in een men­sen­le­ven en tege­lijk een keuze waar wij allemaal voor staan of hebben gestaan: of we uit­gaan van onze eigen kracht of dat we leven in de over­tui­ging dat we hulp nodig hebben, een Helper, dat we het niet alleen kunnen.

Voor mij per­soon­lijk is het ant­woord eigen­lijk evi­dent: we kunnen het niet zelf, de krachten en de moge­lijk­he­den die we hebben, zijn voor­bij­gaand, we wor­den ouder en onze krachten zullen afnemen, we zijn ster­fe­lijke mensen en we weten niet wanneer en hoe (ook al denken mensen soms hun stervensuur in eigen hand te kunnen nemen); ineens kan ons iets uit han­den geslagen wor­den, de eco­no­mische situatie veran­dert, en ga zo maar door.

En de moge­lijk­he­den die we hebben zijn ons ge­schon­ken, je moet ze eigen­lijk eer­der als een gave zien, een geschenk, dan als een eigen kracht.

Als je ze als gave ziet zul je ook eer­der geneigd zijn ze mooi en dienst­baar te gebruiken.

Dat we het uit­ein­delijk zelf niet kunnen, vin­den we allemaal ergens wel een beetje moei­lijk: als kind wil­den we al graag groot zijn en het zélf kunnen; en we zien er allemaal bij het ouder wor­den tegen op dat we af­han­ke­lijk wor­den, ons­zelf niet meer kunnen red­den en mis­schien dan eigen­lijk ook wel een beetje dat er dan niet echt pret­tig en liefde­vol voor ons wordt gezorgd, dat we eer­der tot last zijn, dat we niet ge­res­pec­teerd wor­den in onze men­se­lijke waar­dig­heid.

Daar raken we na­tuur­lijk ook aan een probleem van onze samen­le­ving waar bezuinigd wordt en juist de zwakkeren in de samen­le­ving: de ouderen, zieken en ge­han­di­capten ge­mak­ke­lijk het gevoel kunnen krijgen dat ze er eigen­lijk niet mogen zijn.

En dat raakt tege­lijk aan een diep men­se­lijke angst: de vrees dat je uit­ein­delijk niet geborgen bent, dat je alleen maar moet ver­trouwen op je eigen kracht, dat er niemand is die voor je zorgt en dat je er dus eigen­lijk niet mag zijn als mens.

Ik had ruim twee maan­den gele­den een mooie erva­ring.

Al maan­den tevoren was vast­ge­legd dat ik op 13 maart naar Rome zou gaan en dat bleek nu precies de dag waarop paus Fran­cis­cus werd gekozen.

Meteen na aan­komst gingen we naar het Sint Pieters­plein en vijf minuten later was er witte rook! Het eerste ver­schij­nen van de nieuwe paus op het balkon maakte wel indruk op mij.

Het ging zo: Hij stond daar gewoon in zijn witte toog en eerst was er even een stilte, de paus stond daar als nie­tige mens in de stilte; daarna begon hij te spreken, u weet het mis­schien nog wel: buona sera! we baden samen een Onze Vader en een Wees gegroet en toen was er weer een lan­gere stilte omdat de paus gevraagd had om voor hem te bid­den, terwijl hij diep gebogen stond.

Toen gaf hij ons zijn zegen.

De volgende dag ging hij de reke­ning betalen in het pries­terho­tel waar hij had gelo­geerd en belde hij onder meer naar zijn tandarts in Argentinië om te zeggen dat zijn afspraak niet door kon gaan en naar de krantenkiosk om zijn abon­ne­ment op de krant op te zeggen.

Al deze dingen hebben een bete­ke­nis: zijn nie­tig daar staan in de stilte en het gebed van de mensen voor hem, maken dui­de­lijk dat hij aller­eerst wil ver­trouwen op de hulp van Boven, dat daar alles uit voortvloeit; met al die andere dingen die de paus deed - en ik zou er nog veel meer kunnen noemen - wordt dui­de­lijk dat hij mens in ge­meen­schap wil zijn.

Hij communi­ceert: we doen het samen en wat voor bijdragen je ook geeft aan de opbouw van het ko­nink­rijk van God en van de samen­le­ving, je verdient respect en waar­de­ring; we hebben elkaar nodig, we zijn geen losse korrels zand, we doen het samen.

Het begint dus bij een basis-over­tui­ging dat je een Helper nodig hebt, dat je het niet alleen kunt, dat er geen enkele reden is om jezelf af te sluiten voor andere mensen en die ander die God is, niet alleen omdat je het toch niet alleen kunt, maar ook en vooral omdat het samen zoveel mooier is.

Open jezelf naar anderen, open jezelf naar God.

En eigen­lijk begint het bij dat laatste: “Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onder­hou­den; mijn Vader zal hem lief­heb­ben en wij zullen tot hem komen”.

Als je gelooft in een Gever van het leven, in een doel van je bestaan, in een God die je hemelse Vader is, is je basis­hou­ding er al een van dank­baar­heid, van liefde, vreugde en vrede: je leven heeft een diepe zin.

Jouw leven is geborgen in de zorg van een God die liefde is, een God die het kruis mis­schien niet van je wegneemt, maar je laat zien dat je weg gaat naar de ver­rij­ze­nis, naar het geluk.

Als je echt gelooft, moet er liefde zijn in je hart, anders is je geloof niet echt en die liefde zal over­stro­men uit je wezen naar anderen toe.

Ja, we staan voor een keuze in ons leven, een keuze die alleen maar be­lang­rijker wordt in onze samen­le­ving waar samenhang en open­heid voor anderen vaak ver te zoeken is: kies je voor je eigen kracht of kies je voor ver­trouwen en overgave; kies je voor het “ik”, het “individu”, ieder voor zich, of kies je voor samen? Op het eerste Pinkster­feest gingen de deuren open, de apos­te­len tra­den naar buiten, met vuur en over­tui­ging; zij verkon­dig­den die bood­schap van liefde die Jezus hun had nagelaten en zij zorg­den voor de armen en gebrekkigen of lieten dat doen.

Laten we bid­den dat die heilige Geest ons allen mag bezielen! Graag wil ik tot besluit nog een woord spreken tot pas­to­raal werker Han Hoogakker die vandaag afscheid neemt.

Ik wil jou en ook je echt­ge­note vandaag heel harte­lijk danken.

Je hebt geen ge­mak­ke­lijke tijd achter de rug, je hebt altijd vanuit geloof en een goed hart willen leven en werken; je goed­heid en er willen zijn voor de mensen maakten je ook kwets­baar omdat mensen je nogal eens ertoe willen brengen - vaak zon­der kwade be­doe­lin­gen - om over je eigen grenzen heen te gaan.

Een teken van het fun­dament waarop je bouwt, Han, was het feit dat je in deze moei­lijke periode van je leven je kracht zocht en vond in twee abdijen, in de stilte bij de Heer.

We wensen je van harte toe dat je goed mag her­stel­len en bevrijd van een zekere druk, vanuit je geloof en je goede hart nog veel voor anderen mag betekenen.

AMEN

Terug