Met de jongeren op weg naar Rome...
Op vrijdag 25 juli heb ik me aangesloten bij de jongeren die met de bisdomreis "Vanuit het hart, naar het hart" op weg zijn naar het Jubileum van de jongeren in Rome.
Turijn
In Turijn heb ik de jongeren na hun pelgrimstocht langs Banneux en Paray le Monial, ontmoet. In deze stad zullen we een paar mooie dagen hebben rond de grote heiligen die hier hebben geleefd en gewerkt, zoals Don Bosco en Pier Giorgio Frassati (hij zal op 7 september 2025 heilig worden verklaard). Juist op het moment van de geschiedenis dat Turijn sterk anticlericaal en antikatholiek was, waren er heiligen die er prachtige en grote werken van naastenliefde hebben opgezet.
Heiligdom van Christus Koning
Turijn is ook de stad van de lijkwade van Jezus, Giuseppe Cafasso en Cottolengo, maar eerst heb ik de heilige Mis gevierd in het heiligdom van Christus Koning (zie foto's van de kerk), waar de zusters van San Gaetano voor het heiligdom zorgen en een rusthuis voor ouderen hebben. Bij hen mag ik deze dagen logeren. Het is dit jaar honderd jaar geleden dat paus Pius XI het feest van Christus Koning instelde en de stichters van deze zusters, de zalige Luigi Boccardo die in kerk begraven ligt, had een grote devotie voor Christus Koning. De kerk van het heiligdom bevat dan ook een groot beeld van Christus als koning en hogepriester bekleed met de misgewaden.
Welkom
Op het vliegveld werd ik welkom geheten en opgehaald door don Antonio Borio, eigenlijk met emeritaat maar huis priester van de zusters en rector van de kerk van het heiligdom en tijdelijk administrator van de lokale parochie.
Aankomst van de jongeren
De reis had wel wat vertraging opgelopen, vooral door oponthoud bij de grens met Italië. Iets na negen uur ’s avonds kwamen de bussen met de 112 deelnemers aan. Op de foto's is daar een beeld van te zien. Ze konden vrijwel onmiddellijk aanvallen en na een heerlijke maaltijd de dag besluiten. Morgen zullen we de kathedraal zien, daar de Mis vieren en de lijkwade vereren.
Homilie
Wat je geeft, niet wat je hebt, maakt je gelukkig
Cari fratelli e sorelle,
La cosa più bella...
Qual è la cosa più bella che abbiamo vissuto nella nostra vita? A cosa ripenseremo con gioia, amore e gratitudine quando saremo sul letto di morte? La cosa più importante sarà l'amore, l'amore che abbiamo dato agli altri, i sacrifici che forse abbiamo fatto per i figli, per i bisognosi, etcetera. Proprio in questo abbiamo spesso sperimentato il sostegno della nostra fede e abbiamo capito che ciò che facevamo per amore degli altri non veniva da noi stessi, ma ci era stato donato, che potevamo dare amore e fare sacrifici per un fine buono con la grazia di Dio.
Una grazia
Dando noi stessi, la nostra vita diventa bella e acquista valore per l'eternità, ma questa è una grazia. Non sono le posizioni che abbiamo raggiunto, non sono gli onori che abbiamo ricevuto, non è il fatto che tutti si sono inchinati davanti a noi, ma il fatto che siamo stati al servizio degli altri e ultimamente in tutto al servizio di Dio, con amore: questo è ciò che rende bella la nostra vita.
Non sapete...
Non solo noi, anche gli apostoli hanno dovuto impararlo.È la madre che chiede nel Vangelo, ma sono gli stessi figli a cercare i posti migliori nel regno di Gesù, i posti d’ onore. Forse i discepoli si volevano nascondere dietro le spalle della madre, ma Gesù subito rivolge la Sua parola a loro: “Voi non sapete quello che chiedete”. Gli altri dieci apostoli non sono migliori: non sono indifferenti, ma si sdegnarono ed allora la loro mentalità non è tanto diversa dalla mentalità di questi figli dì Zebedeo, tra cui l’ apostolo San Giacomo, di cui oggi celebriamo la festa.
Lo Spirito santo
Gli apostoli poi, dopo la morte e risurrezione di Gesù en dopo la sua ascensione, hanno ricevuto il dono dello Spirito Santo. Così sono diventati più umili, fedeli e umili lavoratori nella vigna del Signore, fino alla fine della loro umana esistenza.
Un' invito
Tutto questo è un invito anche a noi di aprirci ai doni di Dio sempre di più, un invito ad essere umili servitori, di lavorare non tanto per noi stesso, ma per il bene degli altri e per la gloria di Dio e vedere in tutto il dono di Dio. Come ha scritto San Paolo, l’abbiamo sentito nella prima lettura di oggi: “Noi abbiamo un tesoro in vasi di creta. Questa straordinaria potenza appartiene a Dio, viene da Dio, non viene da noi”.
Beste broeders en zusters,
Het mooiste dat er is...
Wat is het mooiste dat we in ons leven hebben meegemaakt? Waaraan zullen we met vreugde, liefde en dankbaarheid terugdenken als we op ons sterfbed liggen? Het belangrijkste zal de liefde zijn, de liefde die we aan anderen hebben gegeven, de offers die we misschien hebben gebracht voor onze kinderen, voor de behoeftigen, enzovoort. Juist hierin hebben we vaak de steun van ons geloof ervaren en hebben we begrepen dat wat we uit liefde voor anderen deden, niet uit onszelf kwam, maar ons werd geschonken, dat we liefde konden geven en offers konden brengen voor een goed doel met de genade van God.
Een genade
Door onszelf te geven, wordt ons leven mooi en krijgt het waarde voor de eeuwigheid, maar dit is een genade. Het zijn niet de posities die we hebben bereikt, niet de eer die we hebben ontvangen, niet het feit dat iedereen voor ons boog, maar het feit dat we in dienst stonden van anderen en uiteindelijk in alles in dienst van God, met liefde: dat is wat ons leven mooi maakt.
Jullie weten niet...
Niet alleen wij, ook de apostelen moesten dit leren. Het is de moeder die in het Evangelie vraagt, maar het zijn dezelfde zonen die de beste plaatsen zoeken in het koninkrijk van Jezus, de ereplaatsen. Misschien wilden de discipelen zich verschuilen achter de rug van hun moeder, maar Jezus richt Zijn woord meteen tot hen: “Jullie weten niet wat je vraagt.” De andere tien apostelen zijn niet beter: ze zijn niet onverschillig, maar ze waren verontwaardigd, en hun mentaliteit verschilt niet zo veel van die van de zonen van Zebedeus, waaronder de apostel Sint-Jakobus, wiens feest we vandaag vieren.
De Heilige Geest
De apostelen ontvingen later, na de dood en verrijzenis van Jezus en na zijn hemelvaart, de gave van de Heilige Geest. Zo werden ze nederiger, trouwe en bescheiden werkers in de wijngaard van de Heer, tot aan het einde van hun menselijk bestaan.
Een uitnodiging
Dit alles is ook voor ons een uitnodiging om ons steeds meer te openen voor de gaven van God, een uitnodiging om nederige dienaren te zijn, om niet zozeer voor onszelf te werken, maar voor het welzijn van anderen en voor de glorie van God, en om in alles de gave van God te zien. Zoals Sint-Paulus schreef, wat we vandaag in de eerste lezing hoorden: “Wij dragen een schat in aarden vaten. Deze buitengewone kracht behoort aan God, komt van God, niet van ons.”





























