Arsacal
button
button
button
button


Wat moet ik nou biechten...!?

Catechese op de avond van de barmhartigheid

Overweging Bezinning - gepubliceerd: dinsdag, 29 juli 2025 - 1938 woorden
Wat moet ik nou biechten...!?
Voor de kerk met de don Antonio, zusters en leken van de parochie en begeleiders van onze groep
Voor de kerk met de don Antonio, zusters en leken van de parochie en begeleiders van onze groep
Wat moet ik nou biechten...!?

In Turijn hebben we de avond van de Barm­har­tig­heid gehou­den, met per­soon­lijk gebed, aanbid­ding en gelegen­heid om te biechten. Het was een intense en mooie avond in de paro­chie­kerk vlakbij het logeer­a­dres, waar we door pastoor don Tonino Borio en zijn mensen zeer harte­lijk wer­den ont­van­gen. Hier­on­der de catechese die ik bij die gelegen­heid heb gegeven.

Intussen ben ik weer terug gekeerd in Neder­land. Er wachten weer andere ver­plich­tingen op me. De jon­ge­ren zijn nu in Rome en wor­den ondergedom­peld in de sfeer van het Jubileum van de Jon­ge­ren, dat eigen­lijk een extra WereldJon­ge­ren­da­gen is. Vele hon­derdduzen­den jon­ge­ren komen daar samen. Daar ben ik niet meer bij, aan de ene kant jammer, maar ik ben blij dat ik ruim vier dagen met deze 112 jon­ge­ren heb kunnen optrekken. Een mooie groep met een prach­tige geest en leuke sfeer. Ze wer­den begeleid door zeven pries­ters, zusters en andere gelo­vi­gen, waar­on­der de deel­groep­lei­ders, die als een sterk team samen­werkten onder lei­ding van kape­laan Javier Acuña Acuña. Jos van Bussel en Marieke zorg­den op kun­dige en betrokken wijze voor het ver­voer names Christoffelreizen. Ik ben hen allen bij­zon­der dank­baar, want ik zag met hoeveel inzet, geloof en liefde zij dit doen.

Na­tuur­lijk denk ik ook aan de andere jon­ge­ren die vanuit Neder­land naar Rome zijn gegaan: de pelgrimage van de bis­dom­men Roermond, Breda en Gro­nin­gen Leeu­war­den, een bede­vaart van ver­schil­lende reli­gi­euze ge­meen­schappen en het bisdom Den Bosch en de 180 jon­ge­ren van de Neo­ca­te­chu­me­nale Weg, waar­van velen even­eens uit ons bisdom. En bij de reis van ons bisdom waren wel een twin­tigtal jon­ge­ren uit het aarts­bis­dom Utrecht. In Rome zijn de jon­ge­ren van onze bede­vaart samen met jon­ge­ren uit tal van andere lan­den in de Fiera di Roma onder­ge­bracht, een groot complex aan de buiten­kant van Rome, met goede verbin­dingen naar de bin­nen­stad. Het is er heel een­vou­dig, de jon­ge­ren nemen zelf matje en slaap­zak mee, helemaal WJD-stijl, maar het is een unieke gelegen­heid om gelo­vi­ge jon­ge­ren van heel de wereld te ont­moe­ten en het geloof te vieren. Bij aan­komst zagen we bij­voor­beeld Bra­zi­li­aanse en Argen­tijnse vlaggen, onderweg ont­moe­ten we Fransen (bisdom Nancy) en Span­jaar­den en een neo­ca­te­chu­me­nale groep uit e VS. Heel de wereld komt weer samen in Rome, bij onze nieuwe paus Leo XIV. Graag begeleid ik de jon­ge­ren en onze paus in deze dagen met m'n gebed...!

 

Geraakt door de Liefde van God

Catechese ter voor­be­rei­ding op de avond van barm­har­tig­heid

Jansenisme

In de zeven­tien­de eeuw ontstond binnen de katho­lieke kerk het Jansenisme. Dat was een stro­ming die beïn­vloed was door het pro­tes­tantisme en vooral de leer dat som­mi­gen voorbestemd, gepredesti­neerd waren voor de hemel, maar vele mensen niet. Dat werd gevisualiseerd in de kruis­beel­den met een afbeel­ding van Jezus die op het kruis de armen recht omhoog houdt, om daar­mee te zeggen: zoveel ruimte als er is tussen de armen van Jezus, zo weinigen zijn het die gered zullen wor­den. Het Jansenisme en het Jansenis­tisch kruis zijn door de pausen ver­oor­deeld. Jezus is voor alle mensen gestorven, Hij is er voor ieder­een.

Todos, todos, todos

Jullie her­in­ne­ren je mis­schien nog, dat Paus Fran­cis­cus dat zei bij de wereld­jon­ge­ren­da­gen in Lissabon: Todos, todos, todos.

De paus zei daar: “De Kerk is niet ‘de ge­meen­schap van de besten’, maar ‘de Moeder van allen’: een broe­der­lijke en gastvrije haven voor ieder­een, waar de logica van ‘open armen’ heerst en niet die van ‘wijzende vin­gers’, omdat ieder­een - jong en oud, gezond en ziek, recht­vaar­dig en zon­daar - be­lang­rijk is en niemand ‘nut­teloos’ of ‘overbo­dig’ is”.

Een jour­na­list vroeg de paus op de terugreis van de wereld­jon­ge­ren­da­gen in het vliegtuig: Maar de kerk is er toch niet voor allen, want zij veroor­deelt homo­sek­su­elen en trans­gen­ders, mensen die ongehuwd samen­wo­nen en nog veel meer.

Nee, ant­woordde de paus, de kerk is er voor ieder­een, voor allemaal, ook voor hen. Maar na­tuur­lijk als je Jezus wil volgen moet je een weg van beke­ring gaan. Je hoeft niet perfect te zijn maar je moet tegen Jezus willen zeggen: Hier ben ik, maak mij zoals U me hebben wil! Laat mij helemaal van U zijn!

Zo waren Zijn leer­lin­gen...

Levi, Matteüs was niet perfect, integen­deel hij was een afperser en collaborateur; toch riep Jezus hem om een apostel te wor­den; de overspelige vrouw in het Johannes-evan­ge­lie was niet perfect, integen­deel zij had ver­keerde wegen bewandeld, de mannen ston­den erom heen om stenen naar haar te werpen, maar Jezus ver­oor­deelde haar niet (en trouwens: waar was de man met wie zij dat overspel had gepleegd?); Petrus was niet perfect: soms was hij bang. Soms was hij laf en verloochende zijn Heer; toch koos de Heer hem uit als rots van de Kerk en her­der van Zijn schapen.

De rover en moor­de­naar die naast Jezus ge­krui­sigd was, was na­tuur­lijk ook beslist niet perfect; maar hij had de moed om nederig te zijn en ver­ge­ving te vragen. En Jezus ant­woordde hem: “Vandaag nog zul je met mij zijn in het Paradijs”.

Wat roepen jouw zon­den bij Hem op? Wraak, vergel­ding?

Dus als Jezus van deze mensen zoveel heeft gehou­den dat Hij hen riep en aan hen het paradijs beloofde, wie ben jij dan? Een arme zon­daar, ja, dat klopt, maar daarom juist geliefd door God. Jouw zon­den roepen in Hem alleen het verlangen op om je te helpen een goed en dienst­baar, nederig, liefde­vol chris­te­lijk leven te lei­den. Daarom wil Hij je steeds opnieuw weer helpen om op te staan en ver­der te gaan, zon­der ont­moe­digd te raken. Dat is je leven: steeds weer opnieuw beginnen, omdat je leer­ling van de Heer wilt zijn.

Wie kan biechten?

We zijn allemaal zon­daars, maar je hebt pas een probleem als je zegt: ik ben perfect. Dan kun je geen christen zijn, want een christen gaat een weg, wil groeien...

Kun je nederig zijn en een­vou­dig? Dan kun je biechten. Je wilt perfect zijn en als perfect wor­den gezien? Door ieder­een goed gevon­den wor­den? Je zin krijgen? Dan is het moei­lijker om te kunnen biechten. Als je er depressief van wordt als je bij jezelf iets ziet dat niet zo gewel­dig is, als je ervan in de put raakt dat er iets niet goed is aan je, dan raak je ge­mak­ke­lijk in de put want er is altijd wel iets... Maar als je bedenkt en kunt ervaren hoeveel God van je houdt, dat Hij je graag ziet, met al je zwak­he­den, dat Hij voor jou wilde sterven...dan geef je ge­mak­ke­lijker je zon­den aan Hem.

Een drif­tige puber

Theresia van Lisieux: was best een vroom kind, maar als zij haar zin niet kreeg of als er iets tegenzat, stampte ze met haar voeten, begon te huilen en te krijsen. Bij­voor­beeld als het Kerst­mis was, kwam zij met haar familie terug uit de Nacht­mis en dan mochten ze één voor één de kerst­cadeautjes open maken die bij de haard ston­den. Dan barstte zij telkens weer in tranen uit omdat een cadeautje haar niet beviel en stampte zij met haar voet; en ieder­een stond erbij. Toen Therese 14 jaar oud was, kwamen ze weer terug van de kerk, ze kwamen thuis en haar vader zei: Gelukkig is dit de laatste keer want de kin­de­ren wor­den te oud voor die cadeautjes, gelukkig maar, want dan hebben we die scenes niet meer. Hij dacht dat Therese het niet hoorde, maar zij hoorde het wél. Haar zus Céline merkte dat en dacht: o jee, nu krijgen we het, nu gaat Therèse helemaal los. Maar dat gebeurde niet. Zij bleef kalm. Therese liet zelfs niet merken dat ze het gehoord had of dat het haar pijn had gedaan. De cadeautjes wer­den open gemaakt en zij bleef rus­tig en bedankte heel aar­dig. Ineens was ze anders gewor­den. Later vroegen ze haar: hoe kon je dat, hoe kwam dat? Ik voelde de H. Geest over me komen, ant­woordde ze: Theresia kreeg de gave van zelf-controle. Ineens kon zij dat eisende loslaten.

God zal je helpen om te groeien. Soms merk je dat je iets steeds weer ver­keerd doet op dezelfde manier. Blijf rus­tig, geduld! Verwacht het re­sul­taat niet op de eerste plaats van je eigen krachtsin­span­ning, maar van Gods genade.

De hemel verdienen

Teta Linek had altijd geld gegeven om een jongeman voor pries­ter te laten stu­de­ren. Op een gegeven moment schreef hij een brief dat hij pries­ter was maar nog steeds geld nodig had. Zij bleef hem steunen en dacht: zo verdien ik de hemel; zij ging door hem te steunen ook als hij schul­den zei te hebben. Toen besloot zij hem te gaan opzoeken, lang verhaal kort, zij kwam aan en ontdekte dat zij bedrogen was. Hij was geen pries­ter gewor­den en woonde samen met een meisje en zijn leven was verre van gods­diens­tig. Hij had haar bedrogen. Nu was haar hoop op de hemel ver­volgen. Ze dacht: dan maar een bede­vaart naar Rome. Ze had­den een audientie bij de paus, Pius XI, die heel oud was en al flink ziek. Vlak bij haar was hij mensen aan het groeten, hij struikelde, zij kon hem opvangen, zo gaf zij troost. Dat deed zij met zoveel liefde... Kort daarop is zij gesotrven, in vrede, want toen begreep zij het: niet mijn ver­diensten maar de liefde, ik koop de hemel niet, het is genade. Het is niet mijn perfectie, maar Gods liefde. Je bent niet goed of prijzens­waar­dig en je verdient niet de hemel omdat je zo perfect bent en alles zo goed doet, maar omdat God van je houdt en jij in ant­woord op die liefde van Hem wilt hou­den.

Tranen van berouw

Iemand moest huilen van berouw en spijt. Waarom huilde die persoon? Omdat die bang was voor straf? Nee, uit liefde! Je hebt berouw en spijt omdat je iemand niet wil kwetsen, zeker Jezus niet! Tranen van berouw heb je niet van angst, maar die zijn een genade, je bent geraakt door de liefde van God.

Soms doe je een ander tekort, soms doen we God te kort, of ons­zelf. Het zou mooier zijn geweest als ik dit niet had gedaan, gezegd, gedacht. Dan kun je het belij­den in de biecht, maar doe het met vreugde, omdat er Één is die je alles vergeeft.

Wat doe ik nou ver­keerd?

Een oude man zei lang gele­den tegen mij: Wat moet ik nou biechten? Ik roof niet, ik steel niet, ik moord niet, wat doe ik nou ver­keerd? En God is toch geen God die Zijn kin­de­ren in de kachel stopt?

Nee, dat klopt, Hij houdt van je, maar het gaat erom: wat wil je geven aan, wie wil je zijn voor Iemand die heel veel van je houdt?

Het was ook voor mij

Hoe zou je Jezus kunnen troosten? Geef Hem iets moois, geef Hem je hart. Heb je veel tegen­slag en moei­lijk­he­den? Geef ze aan Hem, verenig je met Zijn lij­den.

Ook jouw zon­den troosten Jezus als je ze aan Hem geeft, want Hij is voor jou gestorven. Je geeft ze aan Hem in de biecht. Mis­schien is er iets waarvoor je je schaamt. Is het te erg? Wees niet bang, zwijg niet uit schaamte, kijk niet naar de mens van de pries­ter, die ook zijn fouten heeft, maar kijk naar Jezus, het is voor Hem. Als je het voor Hem belijdt, zeg je als het ware tegen Hem: ja Lieve Heer het was de moeite waard dat U voor mij bent gestorven. Dat erken ik, dat belijd ik.

We zijn niet perfect, maar daarom kwam Hij juist naar ons toe, uit liefde!

post deze webpagina op: Facebook X / Twitter

Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.
Terug