Apostolische Exhortatie Dilexi te van paus Leo XIV is verschenen
Over de liefde voor de armen
Op 9 oktober om 12.00 uur is de nieuwe Apostolische Exhortatie “Dilexi te” (Ik heb U bemind) gepubliceerd, die paus Leo XIV op 4 oktober j.l., feest van Sint Franciscus van Assisi, ondertekend heeft. Onderwerp is de liefde voor de armen. Graag geef ik een eerste reactie en een korte inleiding en samenvatting van een aantal thema’s, zonder volledig te zijn...
Een eerste reactie...
Dilexi te is een prachtig document. Misschien mogen we hier en daar de invoed zien van een Amerikaanse paus, die niet op de eerste plaats de overheidstaak hierin beklemtoont, maar de opdracht van iedereen om de caritas niet te vergeten. Met name spreekt mij bijzonder het uitgebreide ovezicht aan van de inzet van de Kerk voor de armen in de loop van tweeduizend jaar. Dit is belangrijk, niet zozeer om onszelf op de borst te slaan, maar vooral om te zien dat de zorg voor de armen een wezenlijk aspect is, ja centraal moet staan in de zending van de Kerk in deze wereld. Het document onderstreept weliswaar de plicht van de overheid om vor een rechtvaardige samenleving te zorgen en de armen in staat te stellen actoren te worden van hun eigen ontwikkeling, die zorg draag voor de armen, maar staat vooral stil bij onze opdracht als christen om naast de armen te gaan staan, ook door het geven van aalmoezen.
Een kort overzicht van het document:
Vooroordelen
De paus, die zijn Exhortatie begint met een verwijzing naar het leven van Franciscus, schrijft dat we ideologische vooroordelen jegens de armen moeten laten varen, Ook christenen laten zich soms verleiden tot economische benaderingen die geen goed doen aan mensen of generalisaties en onjuiste gevolgtrekkingen: de armen hebben dezelfde menselijke waardigheid als wij.
Bijbel
God heeft zijn voorkeursliefde voor de armen laten zien al in het Oude Testament, maar ook in het leven van Jezus die arm werd voor ons opdat wij rijk zouden worden door Zijn armoede (2 Kor. 8,9) (nn. 24-34).
Een kerk voor de armen... de geschiedenis
De paus gaat vervolgens in op de kerk als kerk voor de armen, een groot deel van het document is daaraan gewijd (nn. 35-80): de heilige Laurentius wordt genoemd en de kerkvaders die over sociale rechtvaardigheid schreven, met name Johannes Chrysostomos en Augustinus. In de geschiedenis van de Kerk komt deze zorg voor de armen ook naar voren in ziekenzorg: de paus verwijst naar Camillus, Vincentius a Paolo (nn. 50-51), maar ook naar het monastieke leven, waar landbouw, ziekenzorg en het bieden van hulp een belangrijke rol speelden. Andere heiligen zetten zich in voor de gevangenen en de vrijkoop van slaven (n. 60) en gaven zelf getuigenis door een leven in armoede, zoals de heilige \Franciscus en Clara (nn 64-65), maar ook Dominicus (66). Ook wordt niet vergeten dat vele religieuze instituten zijn gesticht om de armen onderwijs te geven en zo een betere toekomst voor hen mogelijk te maken. Vele instituten en initiatieven zijn verder gericht op het helpen en begeleiden van migranten en vluchtelingen. Moeder Teresa koos ervoor om naast de armen te gaan staan en voor de armsten der armen te werken (n. 77). Ook andere volksbewegingen, instellingen en personen worden genoemd die werkten en werken ten gunste van de armen. Dit maakt des te meer duidelijk dat de zorg voor de armen een wezenlijk kenmerk is van het kerk-zijn. Dat wordt onderstreept door de sociale leer van de Kerk.
Sociale leer
In de twintigste eeuw heeft de sociale leer van de Kerk zich ontwikkeld en die is door de pastorale constitutie Gaudium et Spes en vele Encyclieken verrijkt. In Medellin spraken bisschoppen zich uit voor een voorkeursliefde voor de armen. De Kerk en allen moeten zich inzetten om de structurele oorzaken van armoede aan te pakken en we moeten de armen leren zien als subject van hun eigen toekomst, zij moeten in staat worden gesteld hun eigen toekomst vorm te geven, en niet slechts worden beschouwd als object van liefdadigheid. Dit is een thema dat al tenminste sinds Populorum Progressio (1967) van paus Paulus VI in de kerkelijke documenten wordt benaderukt.
Heiligheid
De paus prijst bijzonder degenen die ervoor hebben gekozen om als arme onder de armen te leven (n. 101).
Heiligheid kan nooit worden los gezien van de feitelijke erkenning van de waardigheid van ieder mens (n. 106).
Aalmoezen
Het slot van het document gaat over het geven van aalmoezen. De paus zegt daarover allereerst dat het van belang is mensen aan een baan te helpen. Werk geeft niet alleen inkomen, maar het helpt ons ook om te groeien als persoon (n. 115). Maar als dat niet mogelijk is, blijft het geven van aalmoezen een noodzakelijk middel om contact te maken en mee te leven met degenen die het minder hebben.
Maar de naastenliefde van mensen ontslaat de overheid er niet van voor de armen te zorgen en voor een rechtvaardige samenleving.
Heel de bijbel beveelt het geven van aalmoezen aan. Ook Jezus zelf beveelt aan je bezittingen te verkopen en aalmoezen te geven, dan zullen we een schat in de hemel bezitten (Lc. 12, 33). Als we geen uiting geven aan onze overtuigingen en dromen door concrete daden van naastenliefde, zullen onze goede aspiraties vervagen. Ook al kunnen we de armoede in de wereld er niet mee oplossen, het is beter iets te doen dan niets, we moeten daardoor dicht bij het lijden van de armen zijn. Christelijke naastenliefde brengt mensen dichter bij elkaar.


















