Een visie op katholiek onderwijs
Proefschrift van Quirien Hagens
Op woensdag 1 oktober 2025 promoveerde Quirien Hagens, toegewijde zuster van Emmanuël, docent levensbeschouwing en filosofie en stagecoördinator aan de Tilburg School of Theology, op een proefschrift over het perspectief op de identiteit van katholiek voortgezet onderwijs in een seculiere context als de Nederlandse, gebaseerd op het denken van paus Franciscus.
Let's move forward
"Let's move forward" heet het - overigens in de Nederlandse taal gestelde - werk. Het proefschrift is ontstaan vanuit de persoonlijke ervaringen van de nieuwe doctor met de weerbarstigheid van de huidige situatie met name als het gaat om de katholieke identiteit vorm te geven. Paus Franciscus heeft vanaf het begin van zijn pontificaat duidelijk gemaakt dat een hervorming nodig was van de vormgeving van de relatie van de kerk met de samenleving van deze tijd. De kerk moest er op uit gaan en contact zoeken. Zijn denken bood Quirien Haagens inspiratie om een onderzoek te doen naar een betekenisvolle invulling - en de mogelijke bijdrage daaraan vanuit de theologie - van de identiteit van katholiek onderwijs in onze geseculariseerde situatie.
De situatie in Nederland
Om deze vraag te beantwoorden brengt de jonge doctor eerst de situatie van het katholiek onderwijs in Nederland in kaart, waarbij zij de visie van de kerkelijke documenten (en de ontwikkeling daarin) beschrijft en de huidige relatie van de katholieke kerk met het onderwijs in ons land uitvoerig belicht.
Relatie Kerk - school in Nederland
Hier komt naar voren dat de relatie tussen kerk en onderwijs gespannen is (geweest) en dat er nog steeds veel wantrouwen en ambivalentie bestaat. De nieuwe doctor stelt dat er geen vertaalslag is gemaakt vanuit de Romeinse normen die ook openingen kennen naar pre-evangelisatie, naar de Nederlandse situatie. Het perspectief is overwegend formeel, meent de auteur (personeelsbeleid, akkoordverklaring). Zij is van mening dat de Kerk vast blijf thouden aan een traditioneel confessioneel begrip van katholiek onderwijs, terwijl het onderwijs zich eerder in niet-confessionele richting ontwikkelt.
Voor zover ik kon zien zijn documenten als de Kennisbasis godsdienst-levensbeschouwing (2014) voor PABO's (misschien niet het eerste aandachtsveld van dit proefschrift) en de Onderwijsbrieven van het Officium Educationis nog niet meegenomen.
Twee (katholiek) onderwijs-theorieën
In een tweede deel bespreekt zij vervolgens twee onderwijstheorieën, zoals zij die noemt, die beide op tekort schietende wijze een visie geven op vorming in katholieke scholen. Beide theorieën beklemtonen de notie van openheid voor het transcedente als pre-evangelisatieoptie en dat is belangrijk (transcedentieoptie) maar deze notie wordt door beide auteurs beschreven op een manier die tekort schiet, ofwel binnen traditioneel confessionele kaders of losgekoppeld van het confessionele fundament.
Hierbij had de genoemde Kennisbasis wellicht een goed vergelijkingspunt kunnen bieden: daar is transcedentie één van de drie centrale waarden. Ik zou benieuwd zijn hoe de auteur dit concept binnen het kader van de kennisbasis beoordeelt.
In het vierde deel ziet zij uiteindelijk de transcedentieoptie tot een centraal gegeven in (katholiek) onderwijs: de openheid voor het Transcedente kan op verschillende manieren aanwezig zijn en een manier om aansluitend bij de ervaring van de leerlingen te bespreken wat en wie een mens overstijgt.
Paus Franciscus
Een derde deel gaat in op het denken van paus Franciscus en ziet daarin een nieuw perspectief voor katholieke identiteit en het vak Godsdienst/levensbeschouwing. Dit deel beschrijft de benadering van Paus Franciscus en zijn beoordeling van de situatie: zelfgenoegzaamheid die een terugkeer naar de bron vraag: Christus. Het bevorderen van die verandering vraagt van de Kerk erop uit te gaan met barmhartigheid, ontvankelijkheid, luisterbereidheid en dialoog. Dit veronderstelt een relationeel mensbeeld: de mens open voor God en de naaste, met veel verschillende facetten en grote verscheidenheid (polyhedronconcept).
Cirkelmodel
De auteur ziet een cirkelmodel voor zich van concentrische cirkels, van 'light' naar 'heavy'kerkelijk. Dat is een benadering die vorming en begeleiding vraagt, aansluitend bij de ervaring van de leerlingen van en openheid voor het transcedente.
Binnen de doelstelling van katholiek onderwijs, dat gericht is op vorming en wel: vorming van heel de mens, is dit zeker een belangrijk aspect, lijkt me. Dit doet recht aan het feit dat geloof en godsdienst gebaseerd zijn op een persoonlijke geloofsovertuiging, een innerlijk aanvoelen en beamen. Een mens komt tot geloof door Gods genade, doordat hij of zij geraakt wordt, innerlijk aansluiting vindt. Toch zou ik het aspect van kennisoverdracht niet willen uitsluiten. Ook daarbij is het natuurlijk nodig een of althans enige verbinding te zoeken met de leerling die de kennis overgedragen krijgt.
- Dr. M. H. Q. Hagens
- Let's move forward
- Een meerzijdig perspectief op de identiteit van katholiek voortgezet onderwijs in seculiere context, gebaseerd op het denken van paus Franciscus
- ISBN 978 90 361 0809 6
- De dissertatie telt 485 pp


















