Arsacal
button
button
button
button


De Kerk in de Oekraïne is op de pleinen bij de mensen...

Priesterfeest in Egmond aan den Hoef

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 2 maart 2014 - 1152 woorden
Veel parochianen kwamen de pastoor feliciteren
Veel parochianen kwamen de pastoor feliciteren

De eerste zon­dag van maart stond in het zui­den in het teken van Carnaval, maar ook in Egmond aan de Hoef was het feest: pastoor Anton Overmars vierde er zijn koperen pries­ter­feest met de pa­ro­chi­anen en had me uit­ge­no­digd om juist op die dag de pa­ro­chie te bezoeken.

Het was inder­daad een goede gelegen­heid - niet alleen om de pastoor te fe­li­ci­te­ren, maar ook om veel mensen in de pa­ro­chie te ont­moe­ten. De beide koren Soli Deo gloria en St. Caecilia van Egmond aan de Hoef en Egmond aan zee zongen tezamen en bepaald niet onver­diens­te­lijk!

In de preek stond ik ook stil bij de zorge­lijke situatie in Oekraïne en bij de rol van de Kerk daar in de gebeur­te­nissen van de laatste weken.

Homilie

Nee, de lezingen van vandaag
zijn niet speciaal gekozen
voor het koperen feest van uw pastoor.
Het zijn gewoon de lezingen
die bij deze zon­dag horen,
maar ze zijn wel heel toepas­se­lijk
en maken het me in zekere zin ge­mak­ke­lijk
om vandaag iets te zeggen
over de plaats van de pries­ter
in de gelo­vi­ge ge­meen­schap
en Uw pastoor van harte te fe­li­ci­te­ren
met dit eerste mooie jubileum
van zijn pries­ter­schap.

Het pries­ter-zijn gaat over de dingen
die uit­ein­delijk echt be­lang­rijk zijn.

De afgelopen weken hebben we regel­ma­tig
over de ont­wik­ke­lingen in de Oekraïne gehoord.
Helaas zijn ook de berichten van de laatste dagen
niet zo posi­tief:
er zijn in dat land dui­de­lijk span­ningen
tussen pro-Russische bevol­kings­groepen,
en de Oekraïners die meer op het westen,
op Europa zijn gericht
en daarbij is de finan­cieel-eco­no­mische situatie
verschrikke­lijk slecht.
Het is geen reli­gi­eus conflict,
het is juist eer­der zo dat de Kerken daar
oproepen tot ver­zoe­ning en weder­zijds begrip.
Maar de Kerk was wel aanwe­zig bij de mensen
op de pleinen en in de straten
en kerken ver­an­der­den in hospitalen,
ze wer­den open­ge­steld
om gewon­den op te vangen.
Op de pleinen bij de mensen
wer­den Missen opgedragen, gebe­den gedaan,
kruisen en iconen opge­steld.
De kerk staat er dicht bij de mensen
en de mensen hebben geloof.
Dat geloof was niet afwe­zig
waar de mensen demonstreer­den,
ook al gingen die demonstraties
helemaal niet over het geloof.
Dat is een teken dat het dage­lijks leven daar
met het geloof van de mensen
is verbon­den.
Ze hebben een inner­lijke over­tui­ging
dat aan Gods zegen
veel is gelegen
en dat zin en doel van ons leven
ver­der gaan
dan dit korte aardse bestaan.

Dat is bij ons na­tuur­lijk wel wat anders.
In ons dage­lijks leven,
op ons werk, op school, op straat
komen we heel weinig uitingen tegen
van geloof.
Over­heids­maat­re­ge­len lijken er eer­der op gericht
om het geloof achter de voordeur te hou­den:
men vindt dat een privé-zaak
en ver­der niet.
Er is meer reclame voor het huma­nis­me
op de radio
dan voor het katho­lie­ke geloof.
En we spreken er niet zo ge­mak­ke­lijk over,
in onze samen­le­ving zijn we geneigd
om ons geloof binnens­ka­mers te hou­den,
“Ie­der­een mag geloven wat hij wil”,
zeggen we dan,
“Maar val mij er niet mee las­tig”.

Tege­lijker­tijd zien we toch
dat iedere mens op een of andere wijze
bezig is met vragen als:
“Wie ben ik? Waar kom ik vandaan,
waar ga ik naar toe,
wat is de zin van mijn leven,
waarom besta ik?
Is alles toevallig
of zit er een hand, een wil, een hart,
een liefde
achter dit alles?”
En ergens voelt ieder toch wel
dat dit de centrale vraag van ons leven is.

In deze maat­schap­pij leven wij allemaal,
in deze samen­le­ving leven ook de pries­ters;
in een samen­le­ving die niet erg
met God en kerk bezig lijkt te zijn,
is hun leven aan deze vragen,
aan God
toegewijd.
Een pries­ter is iemand die ervoor gekozen heeft
om zijn leven in dienst te stellen
van het onzicht­ba­re, van God;
niet te gaan voor rijkdom,
voor een relatie
of voor aardse zeker­heid.
Een pries­ter is iemand
die een groot geschenk heeft ont­van­gen:
de genade van zijn pries­ter­schap .
“Men moet ons be­schou­wen
als helpers van Christus,
belast met het beheer
van Gods geheimen”,
zei Paulus vandaag
in de tweede lezing.

Een pries­ter is een kwets­ba­re mens,
zoals wij allen,
hij is een mens met zon­den en gebreken
en met gaven en talenten;
Hij kan een woord spreken
van verlos­sing, aanvaar­ding en troost,
een profe­tisch woord soms ook
en hij kan andere mensen raken en kwetsen,
ook dat zijn we ons de laatste jaren
maar al te goed bewust.
Een pries­ter is niet beter dan iemand anders.
Maar met al zijn gewone kwets­baar­heid
wil hij zijn leven stellen
- en daartoe is hij ge­roe­pen, gewijd en gezon­den -
in dienst van een onmete­lijk geheim:
het won­der van Gods barm­har­tig­heid,
Zijn liefde voor ieder van ons,
dat God naar ons toe­ge­ko­men is in Jezus ,
dat Hij ons heeft willen bevrij­den
uit de macht van het kwaad,
dat Hij ons wil ver­ge­ven
iedere keer opnieuw
en ons de genade wil geven
om weer een nieuw begin te maken,
dat God ons sterk wil maken
om goed te kunnen zijn.
Daarom is voor een pries­ter
een van de mooiste sacra­menten
het sacra­ment van de biecht,
waarin die pries­ter
heel per­soon­lijk tot een mens
in naam van God mag zeggen:
“Ik ontsla je van je zon­den”,
je bent vrij, begin opnieuw,
blijf niet hangen in het kwaad
dat je hebt gedaan.

Als pries­ter, beste pastoor,
mag je prach­tige dingen doen:
je bent een beheer­der van Gods geheimen,
zoals de apostel Paulus zegt,
je mag aan mensen
de liefde en het licht
van Jezus Christus brengen.

En daarom zegt onze paus Fran­cis­cus
het volgende
- het zijn woor­den die hij op allerlei manieren
telkens weer herhaalt :
Ik geef de voor­keur aan een Kerk die gebutst is,
gewond en smerig
omdat zij erop uit gegaan is
langs de straten
boven een Kerk die ziek is
door haar gesloten­heid
en door het gemak zich vast te klampen
aan de eigen zeker­he­den. (...)
Als iets ons een heilige onrust moet geven
en op ons geweten moet wegen
dan is het dat zo velen van onze broe­ders en zusters
zon­der de kracht, het licht en de troost
van de vriend­schap met Jezus Christus leven,
zon­der een geloofs­ge­meen­schap die hen verwel­komt,
zon­der een horizon van zin en leven. (Evangelii Gaudium)

Het evan­ge­lie van vandaag
geeft precies die bood­schap weer,
die de pries­ter mag door­ge­ven:
het geld - de mammon - is niet zo be­lang­rijk,
dat zul je niet mee kunnen nemen
als het uur van het afscheid komt
en ook het voedsel en de kle­ding niet.
Laat dat dan ook niet
in het centrum van je leven staan,
laat dat dan ook niet
de focus van je aan­dacht en je verlangens zijn.
Houd je vast aan wat blijft
en leef in zekere zin onbe­zorgd
bij alle zorgen, pijn en verdriet
die je mis­schien hebt,
omdat er een Vader is
die voor je zorgt,
die je inder­daad geen kalme reis belooft
maar een behou­den aan­komst.

Van harte proficiat, pastoor,
met 12,5 jaar pries­ter­schap.
God zegene je!
Blijf vol vuur,
ga erop uit,
verkon­dig en leef voor
die blijde Bood­schap.
En u allen:
Blijf elkaar steunen
en bemoe­digen in het geloof
en probeer ook iets van dat geloof en ver­trouwen
met anderen te delen,
zoals de paus dat zo dui­de­lijk vraagt. AMEN

Terug