Arsacal
button
button
button
button


De kerk sluit? Het gaat om de levende stenen!

Derde zondag van de veertigdagentijd B

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 8 maart 2015 - 991 woorden
H. Maria Magdalena kerk in ’t Kalf
H. Maria Magdalena kerk in ’t Kalf

Op deze derde zon­dag van de veer­tig­da­gen­tijd wijst Jezus naar Zijn lichaam als de ware tempel. Dat lichaam van Christus zijn wij. Meer dan de tempel van steen tellen de gees­te­lij­ke tempel en de levende stenen... Deze zon­dag bezocht ik de H. Maria Magdalena pa­ro­chie in 't Kalf in Zaan­dam om er de heilige Eucha­ris­tie te vieren en met de pa­ro­chi­anen koffie te drinken. Daar heb ik de volgende homilie gehou­den.

Homilie (Johannes 2, 13-25)

De kerk: huis van God

U heeft het mis­schien wel mee­ge­kre­gen:
In ons land is veel protest en dis­cus­sie ontstaan
over het sluiten van kerken
en het beleid daaromheen.
We kunnen daar wel
een heel dui­de­lijk sig­naal in zien
van wat een kerk voor ons mensen betekent:
we zijn erin gedoopt en gevormd,
we biechten er
en hebben er onze eerste heilige communie gedaan;
velen hebben er een sacra­menteel huwe­lijk gesloten
of hebben er afscheid geno­men van een dier­ba­re.
Wij hebben her­in­ne­ringen aan pastoors en kape­laans
en het is nog altijd de plaats
waar wij God ont­moe­ten,
de heilige Eucha­ris­tie vieren
en de heilige communie ont­van­gen.
Dat is iets kost­baars en moois
en het is eigen­lijk alleen maar jammer
als mensen niet komen
want het geloof is een grote schat voor ons leven
en het is iets kost­baars
om met God verbon­den te zijn,
in de kerk, in de ge­meen­schap.
Ik zou het heel fijn vin­den
als alle jon­ge­ren en­thou­siaste gelo­vi­gen zijn,
bezield door de grote idealen
van geloof, hoop en liefde.

Eerbied in Gods huis...

Ook voor de Joden was de kerk,
vooral de tempel in Jeru­za­lem
uitermate be­lang­rijk
als plaats van Gods aanwe­zig­heid.
Je zou je dus kunnen voor­stel­len
dat Jezus en de vrome Joden
niets moesten hebben
van oneerbie­dig­he­den
in dat heilige gebouw.
Toch gaat het
- als Jezus in het evan­ge­lie van vandaag
de handelaren de tempel uitdrijft
en zegt dat van het huis van Zijn Vader
geen markthal moet wor­den gemaakt -,
niet in de eerste plaats
om de eerbied in Gods huis,
al zou­den we dat er mis­schien wel mee kunnen verbin­den.
We lijken mis­schien allemaal weleens een beetje
op die handelaren in de tempel
als we even vergeten zijn
dat dit het huis van God is
en dat die aanwe­zig­heid
van de Heer in het ta­ber­na­kel
het middel­punt is.
Maar daar gaat dit evan­ge­lie dus
niet direct over.

Verwij­zing naar het Paas­mys­te­rie

Het gaat voor de evangelist Johannes
die dit evan­ge­lie heeft ge­schre­ven
aller­eerst om een diepere bete­ke­nis,
zoals dat in zijn evan­ge­lie vaak het geval is.
Waar Johannes met het verhaal over dit gebeuren
in de tempel van Jeru­za­lem naar toe wil,
geeft hij heel subtiel aan
door over het paas­feest te spreken
en over Jezus’ opgaan naar Jeru­za­lem
en over de ver­rij­ze­nis van Jezus uit de doden
op de derde dag.
Johannes lijkt daar­mee
een verbin­ding te willen leggen
met het lij­den, sterven en verrijzen
van Jezus
in Jeru­za­lem.
Het gaat hier eigen­lijk
over de bete­ke­nis die Jezus’sterven en verrijzen
voor ons heeft.

De tempel van Jeru­za­lem: centrum van het Joodse volk

Voor de Joden was die tempel
- meer nog dan voor ons een kerk -
ongelooflijk be­lang­rijk.
Koning Herodes had net
een prach­tig nieuwe gebouw
laten optrekken
- dat wordt nog even vermeld:
46 jaar was eraan gebouwd,
weten de Joden Jezus te ver­tellen -
en dat gebouw was met goud bedekt,
helemaal verguld,
zodat het straalde in de zon.
Het was let­ter­lijk schit­te­rend.
Bovendien was die tempel het centrum
van heel het Joodse geloof.
Alle Joden moesten er regel­ma­tig naar toe
om offers te brengen,
zoals Maria en Jozef dat ook hebben gedaan,
al moesten die daar dagen voor reizen.

Eeuwen voor Christus
was de tempel ooit verwoest geweest;
in de bijbel - in het Oude Testa­ment -
vin­den we heel veel passages
die dat verdriet tot uiting brengen.
O, wat waren de Joden daardoor aan­ge­sla­gen!

Droef­heid om het sluiten van kerken...

Toen wij, bis­schop­pen, in Rome waren
voor het Ad Limina bezoek
en we het bij onze ont­moe­ting met de paus
over het sluiten van kerken had­den,
wees paus Fran­cis­cus ons op de Joden
die zoveel verdriet had­den
over de verwoes­ting van de tempel.
‘De mensen bij jullie lijken daarop,
maar jullie moeten dan doen
zoals de profeten toen hebben gedaan:
Deel hun verdriet,
want het is ook heel erg jammer,
maar help hen ook om weer met hoop vooruit te kijken”,
was zijn bood­schap.

De ware tempel: levende stenen

Die tempel was voor de Joden dus zeer be­lang­rijk,
het centrum van hun geloof,
daar kwamen de Joden hun offers brengen;
dat waren in die tijd allerlei offers van dieren:
duiven, schapen en run­de­ren.
Het wisselen van geld in de tempel was nodig
omdat je de offerdieren alleen
met het speciale tempel­geld kon kopen

Alles wat voor die offers nodig was,
wordt dus door Jezus de tempel uit gejaagd
en Hij wijst naar zich­zelf, naar Zijn lichaam
als de tempel die zal wor­den afgebroken
en in drie dagen weer zal wor­den opge­bouwd.
Al die offers zijn niet meer nodig,
zegt Jezus hier eigen­lijk mee
en deze tempel is uit­ein­delijk van betrekke­lijke waarde;
het ware offer is een gees­te­lijk offer
en de ware tempel
zijn wij samen,
die in deze wereld
het lichaam van Christus
mogen vormen.
Wij zijn allemaal ledematen van Jezus Christus,
of om het anders te zeggen:
wij horen bij Hem
en wij mogen Hem han­den en voeten geven
door de goede dingen die wij doen,
de goede woor­den die wij spreken,
de liefde, het geloof en de hoop die wij ver­sprei­den.
Niet de stenen,
maar de levende stenen
- wij­zelf dus -
tellen het meest!

Na­tuur­lijk hoop ik van harte dat deze kerk
nog vele, vele jaren mag blijven bestaan;
maar vooral hoop ik
dat jullie hier nog vele, vele jaren
een levende geloofs­ge­meen­schap mogen vormen,
dat het geloof mag wor­den doorge­ge­ven,
dat we hier iets mogen ervaren
van Gods aanwe­zig­heid en werk­zaam­heid,
dat Hij er is,
dat het leven niet draait om ons­zelf
om ons geld en de status en hoe je over­komt
- daar gaat het niet om -,
maar dat het middel­punt en het doel van ons leven
ergens anders liggen,
dat wij het lichaam van Christus zijn
en dat wij dus een roe­ping hebben
om van ons leven iets moois en waarde­vols te maken,
een tempel
een plaats waar God aanwe­zig kan zijn.
AMEN.

Terug