33e Zondag door het jaar A
Natuurlijk zijn we allemaal heel vertrouwd met de betekenis van het woord talent: het is een gave, een kunde die je bezit, een charisma dat je hebt. Die betekenis van het woord ‘talent’ komt uit de parabel die we zojuist hebben gehoord.
Oorspronkelijk was een talent een grote, zware hoeveelheid goud, van wel 34 kilo, met een waarde van ongeveer 6000 maal het dagloon van die tijd, wat betekent dat één talent zo tegen de twintig jaarsalarissen waard was! Het gaat dus om enorme bedragen die door die heer aan zijn dienaren worden toevertrouwd. Met vijf talenten in huis hoefde je nooit meer te werken! Maar dat is dus nu juist net niet de bedoeling, want de Heer zegt dat je er mee aan de gang moet gaan en opbrengst moet genereren.
Dat het woord ‘talent’ is gaan betekenen wat het nu betekent heeft alles te maken met de betekenis van deze parabel, want Jezus doelt er duidelijk op dat wij allemaal talenten, gaven hebben toevertrouwd gekregen van de Heer, die ons het leven heeft gegeven en dat je met die talenten moet woekeren, dat je met de gaven die je toevertrouwd zijn moet werken, ze in moet zetten voor de goede zaak. Vooral de laatste woorden van het evangelie van vandaag maken dat heel duidelijk, waar gesproken wordt over de duisternis, waar geween zal zijn en tandengeknars. Die uitdrukking kennen we uit het evangelie uit de mond van de Heer wanneer Hij oordeelt aan het einde der tijden. Doe je best en probeer de talenten in te zetten die God je heeft gegeven, dat is de boodschap van vandaag.
Nu zijn we allemaal verschillend. Van sommige mensen vallen de talenten heel erg op: ze zijn bijvoorbeeld creatief of zakelijk heel succesvol, ze weten misschien altijd weer iets grappigs te zeggen of kunnen heel goed muziek maken.
Ik weet natuurlijk niet hoe U over uw eigen talenten denkt: misschien bent U gelukkig en tevreden met wat Onze Lieve Heer U bij de schepping heeft toevertrouwd, misschien ook heeft U de indruk dat U bij het uitdelen van de talenten helaas bent overgeslagen.
Toch is dat nooit helemaal waar. En het is ook niet zo dat de talenten die heel erg in het oog springen, altijd de beste of belangrijkste zijn. Onder de heiligen vind je bijvoorbeeld aan de ene kant heel opvallende figuren met grote, opzienbarende talenten, zoals Franciscus van Assisi, die een heel charismatische persoonlijkheid moet zijn geweest, maar ook heel onopvallende figuren. Sommige heiligen leidden een heel onopvallend bestaan, zoals bijvoorbeeld Martinus de Porres. Hij was een eenvoudige lekenbroeder in een klooster in Lima in Peru. Hij verzorgde zieken, in en buiten het klooster. Een nederig en teruggetrokken man, maar toen hij stierf en begraven werd, stroomden tienduizenden mensen toe om hem te begeleiden. En de heilige Theresia van Lisieux kwam nooit buiten haar klooster en zij is jong gestorven. Haar leven was het God te zoeken in heel kleine en eenvoudige dingen. Dus je kunt soms van jezelf denken dat je niet zoveel talenten hebt, maar toch heeft God U iets gegeven, Hij heeft U bepaalde gaven toevertrouwd en daarmee ook een beetje de weg gewezen naar wat het specifieke doel van uw leven is, wat Uw bijdrage kan zijn aan het koninkrijk van God. En het is ook heel belangrijk om altijd te bedenken dat de liefde de grootste gave, het grootste talent is. De liefde en de goedheid die U geeft aan mensen om Uw heen en aan God zelf in uw gebed, maken Uw leven tot een rijke schat, de moeite waard!
Een oud verhaal vertelt dat op de gedenksteen van een nieuwe kerk, gebouwd op een heuveltop op kosten van een rijk man, op wonderbaarlijke wijze niet de naam van die man kwam te staan, maar die van een arm, onbekend vrouwtje, dat iedere dag water en voer was komen brengen aan de paarden die de stenen naar boven hadden moeten slepen. In haar hart was liefde geweest.
Wees niet jaloers en raak niet ontmoedigd. Als U ziet wat een ander kan, wat u zelf niet kunt, als het U in het oog springt dat een ander veel meer talenten heeft gekregen, wees dan niet afgunstig. Liefde en goedheid zijn het belangrijkste. Daar gaat het uiteindelijk om. Misschien heeft die keiharde zakenman uiteindelijk minder waardevolle talenten dan U. En denk eraan dat het in die parabel van het evangelie gaat om zeer grote, zware betaalmiddelen, 34 kilo per stuk of nog meer, waar je vreselijk mee loopt te slepen. Het is niet altijd voordeliger als je veel in het oog springende talenten hebt. Dat kan ook een last zijn. Ieder kunstje dat je kent, moet je ook vertonen en soms ben je gelukkiger als je je kunt concentreren op weinige, mooie talenten en je daar iets mee doet. Je bent niet altijd gelukkiger als je vele verantwoordelijkheden moet dragen. En raak ook niet ontmoedigd: ik kan dit niet, ik kan dat niet en anderen doen alles beter. Nee! je moet gewoon jouw eigen goede dingen doen. Die zijn een bijdrage, van al het goede dat je zaait, zul je ook oogsten, er komt iets uit voort. Soms anders dan je denkt, soms valt het je bitter tegen, maar als je je hebt ingezet, als je hebt gegeven wat je hebt te geven, dan kun je eerlijk zeggen: ik heb mijn best gedaan, misschien is het niet zo gelukt als had gemoeten of zoals ik had gewild, maar met al mijn gebrekkigheid heb ik toch mijn best gedaan. Er komt vaak meer uit voort dan je kunt meten.
En dan mogen we ook nog eens luisteren naar de woorden die de Heer in de parabel spreekt tot degene die de vijf en die de twee talenten heeft. Twee keer spreekt die heer precies dezelfde woorden: “Uitstekend, goede en trouwe dienaar, over weinig waart ge trouw, over veel zal ik U aanstellen, ga binnen in de vreugde van uw heer”. het maakte niet uit of die dienaar de vijf of de twee talenten had: dit was wat hij te horen kreeg omdat hij gewoekerd had met wat hem was toevertrouwd, hij had zich ingezet, de beloning was voor beiden gelijk.
Dat de Heer ons mag zegenen om met vertrouwen aan het werk te gaan met de talenten die Hij ons heeft toevertrouwd. Amen.