Nieuwe kerkruimte in Schoorl ingewijd
Het gaat uiteindelijk niet om de stenen
Op zaterdag 14 januari was ik in Schoorl om daar het nieuwe, verkleinde kerkgebouw in te wijden. Voor de Eucharistieviering was er een bijeenkomst waarin door onder meer Siem van Diepen, emeritus pastoraal werker van Schoorl, op boeiende wijze werd stilgestaan bij de geschiedenis van de parochie en van de voorwerpen die zich in de kerkruimte bevinden.
De priesters die bij de parochie en de regio betrokken zijn, waren aanwezig om de inwijding mee te maken, met name pastoor Franklin Brighitta, pastor Anton Overmars en pater Ruben Quisver. Ook deken Eduard Moltzer, pastoor Eric van Teijlingen en rector Jeroen de Wit waren erbij.
HOMILIE
Proficiat
Broeders en zusters,
Natuurlijk wil ik U vandaag
van harte feliciteren
met deze vernieuwde kerk.
Ik hoop dat die
een goede dienst mag bewijzen
aan de katholieke gemeenschap
hier in Schoorl
en in het grotere verband van de regio.
Dat is een kenmerk van het katholiek-zijn
in onze tijd,
dat we geleidelijk ons kerk-zijn
en gemeenschap
in een groter verband gaan beleven
met mede-katholieken
van de wijdere omtrek.
Wisselingen in kerkgebouwen
Schoorl heeft in de loop van de eeuwen en jaren
heel wat wisselingen gekend
in kerkgebouwen.
Het is nog maar goed vijftig jaar geleden
dat hier een tweede kerk, de toeristenkerk, verrees,
die een jaar of tien is gebruikt.
En vijf en veertig jaar geleden
werd de oude parochiekerk
door dit gebouw vervangen,
dat nu een nieuwe vorm heeft gekregen.
En als we nog verder terugkijken:
na de hervorming
toen het katholieke kerk-zijn
werd verboden en ondergronds moest gaan,
werd vanaf ongeveer 1610
de heilige Mis hier weer opgedragen
ergens in een schuur in Catrijp.
Een schuur ging als schuilkerk functioneren,
maar Schoorl bleef lang
erg klein voor een eigen pastoor.
Een katholieke kerk mocht toen
van buiten niet herkenbaar zijn,
want de katholieke godsdienst was
officieel nog verboden.
Nieuwe kerk
In 1830 kwam er een nieuwe kerk,
die nog een beetje een schuilkerk was
tot de parochie in 1871
een nieuwe kerk begon te bouwen.
Toen die kerk gebouwd werd
was de katholieke kerk in opkomst:
Eeuwenlang waren de katholieken
een klein, verborgen clubje geweest
zonder macht of invloed.
Hogere posities in de maatschappij
waren er niet voor hen geweest.
Uit de schuilplaatsen
Maar in die negentiende eeuw
zijn de katholieken in heel ons land
als het ware uit
hun schuilplaatsen en schuilkerken gekropen,
er werden religieuze congregaties en kloosters gesticht,
ziekenhuizen gebouwd, scholen en weeshuizen gesticht
en ga zo maar door
en overal in Nederland
verrezen de prachtigste kerken,
met een toren,
vaak net iets hoger
dan die van de protestantse kerk!
Zo kwam er ook hier een fraaie kerk
met een mooie torenspits.
Seculier
Die tijd ligt al weer vrij ver achter ons.
De meesten van ons - de ouderen -
hebben daar nog net
een staartje van meegemaakt.
We leven nu in een volkomen andere tijd,
er is veel veranderd.
De helft van de bevolking van ons land
geeft aan niet meer gelovig te zijn.
De lucht die we inademen,
het klimaat waarin we leven
is - zoals dat heet - seculier.
Het is vaak moeilijk geworden
en ongemakkelijk
om openlijk te zeggen
dat je een gelovige katholiek bent.
Nieuwe Nederlanders
Tenminste dat geldt met name voor de mensen
met een Nederlandse achtergrond.
Voor de nieuwe Nederlanders
ligt dat weer anders.
Ik zag laatst een ceremonie
waarin mensen met een migratie-achtergrond
de Nederlandse nationaliteit kregen,
die waren allen gelovig,
er was niemand die niet de eed aflegde.
Dat gaat niet alleen over moslims,
ook de jongere mensen
in onze katholieke kerken
hebben heel vaak een migratie-achtergrond.
Onze kerk is dus anders geworden
en zal nog meer veranderen.
Onze katholieke kerk zal blijven
maar zij zal van gedaante veranderen,
met andere mensen
en een andere positie in de samenleving.
En in ons hart
vragen we het ons weleens af:
Wat is er mis gegaan?
Waarom hebben wij het geloof
niet door kunnen geven
aan onze kinderen en kleinkinderen?
De katholieke zuil
Daarin spelen natuurlijk
heel wat factoren een rol.
Als we de geschiedenis van de katholieke kerk
in ons land nagaan,
zien we dat het vroeger vaak ook ging
om het behoren tot een groep,
tot de katholieke zuil:
je was katholiek,
je stemde op de katholieke partij,
maakte deel uit van een katholieke standsorganisatie,
was in een katholieke
vakvereniging of werkgeversbond verenigd
en je ging dansen, sporten, op vakantie
in katholiek verband.
Katholiek-zijn was een sociaal gebeuren.
Iets daarvan zien we nog steeds
wanneer mensen er heel sterk aan hechten
om hun katholiek-zijn te beleven
in hun eigen dorp
en het moeilijk vinden
om buiten de gemeenschap van het dorp
dat kerk-zijn of gemeenschap te beleven.
Dan staat het sociaal gebeuren centraal.
Gemeenschapsgebeuren
Daar is misschien op zich
nog niets mis mee,
want kerk-zijn is een gemeenschapsgebeuren:
niemand kan kerk-zijn in zijn eentje:
we hebben het geloof
doorgegeven gekregen van anderen:
onze ouders, leerkrachten, catecheten enzovoorts;
we beleven het geloof samen met anderen,
we ontvangen de sacramenten
in een gemeenschap,
de gemeenschap van de Kerk.
Toch gaat kerk-zijn niet op de eerste plaats
over nestgeur en dorpszin, over stand of positie.
Kerk-zijn is gemeenschap in Christus.
Het gaat over het delen met elkaar
van ons geloof in Gods goedheid
en over het navolgen van Jezus,
Gods eniggeboren Zoon,
over de verlossing die Hij heeft gebracht,
over zijn kruis en verrijzenis.
We vormen gemeenschap met elkaar
omdat we in geloof met elkaar verbonden zijn,
elkaar willen inspireren en sterken
en samen God willen danken
voor wat Hij ons heeft gedaan.
Johannes de Doper
We hebben vandaag gehoord over Johannes de doper.
Dat komt natuurlijk mooi uit,
want deze voorloper van de Heer,
is ook de patroonheilige van deze kerk.
Johannes is absoluut geen conventionele figuur.
Hij denkt en doet niet
wat iedereen denkt en doet.
Hij is vrij en staat vrij
ten opzichte van machthebbers
en gevestigde belangen en opvattingen.
Hij heeft er geen probleem mee
om Farizeeën en Schriftgeleerden
te zeggen waar het op staat.
Maar waar staat het dan op,
volgens Johannes?
Als we in de evangelies
de prediking van Johannes nog eens nalezen,
wordt duidelijk dat hij ingaat
tegen een gevestigde orde die denkt:
ik heb deze of die sociale positie,
ik ben belangrijk,
ik ben een Farizeeër of Schriftgeleerde,
dus ik heb macht en gezag.
Het gaat niet om de plaats in de maatschappij
die we bekleden,
het belang en de waarde van een mens
hangen niet af van zijn positie.
Wat belangrijk is,
is veel meer
hoe je in het leven staat als mens.
Johannes getuigt van Jezus,
hij spreekt over de Zoon van God,
het Lam Gods
dat de zonde van de wereld wegneemt.
Zelf was Hij iemand
die het werken van de heilige Geest
wist te onderscheiden,
hij had een grote innerlijke openheid
waardoor hij in zijn hart
die zending van de hemelse Vader kon ervaren
en het teken van de duif
die over Jezus neerdaalde
toen die gedoopt werd,
kon begrijpen en verstaan
als het neerdalen van de heilige Geest.
Levende stenen
En daar gaat het nu ook om:
het gaat om onze band met God,
om geestelijk voedsel en inspiratie,
om het samen vieren van ons geloof,
om genade, de kracht van de heilige Geest.
Dat mag vandaag mijn wens zijn aan U allen
nu wij de inwijding van de vernieuwde
Johannes de Doperkerk mogen vieren:
we hebben de kerk rijkelijk
met wijwater besprenkeld;
dat was een herinnering aan ons doopsel
en aan het feit
dat het uiteindelijk niet
om de stenen gaat van dit gebouw,
maar om ons als levende stenen.
De stenen en het gebouw
kunnen weer veranderen,
de levende stenen moeten blijven!
Ja, ik wens U toe en ik bid
dat U allen levende stenen zult zijn
van dat geestelijk bouwwerk dat de kerk is
en dat verder gaat
dan een dorp of een stenen gebouw.
Ik wens U van harte toe
dat U als gemeenschap,
ook in het wijder verband van de regio
met Bergen en andere plaatsen,
geleid door de Geest
goed en gezegend verder mag gaan,
in Jezus’ Naam. Amen