Onder een nederige gedaante, zo komt Hij tot ons...
Sacramentsdag
Op Sacramentsdag mocht ik voor de eerst keer als bisschop de heilige Mis vieren in mijn 'thuisparochie': in de HH. Petrus en Pauluskerk in Leidschendam. Ik was daar bij gelegenheid van de 75e verjaardag van de buurman en het 45 jarig huwelijk van Aad en Joke de Koning-Vonk, buren, nu van mijn ouders, vroeger ook van mij, en familie. Hierbij de homilie die ik daar heb gehouden.
Het zit ‘m vaak in kleine dingen. We zitten bijvoorbeeld lang niet altijd op grote en dure cadeau’s te wachten - zeker als je wat ouder bent -, maar iets waar hartelijkheid uit spreekt, aandacht en liefde is voor ons veel meer waard. En dat zit ‘m vaak in kleine dingen.
Wat herinneren we ons bijvoorbeeld van onze jeugd? Wat heeft blijvende invloed op ons leven gehad? Dat zijn vaak positief of negatief zaken die te maken hebben met nabijheid, met aandacht en liefde of het gebrek eraan: iets wat onze ouders voor ons hebben gedaan, een woord dat ze hebben gesproken, hoe ze er waren op een moeilijk moment, dat schept een band. Misschien dat een of ander cadeau als kind ook wel veel indruk op ons heeft gemaakt, maar dan had dat eigenlijk iets te maken met de liefde die we erachter vermoedden.
Een oude heer kreeg voor kerstmis allerlei dure cadeau’s van zijn dochter toegestuurd. Op sommige cadeau’s zaten de prijskaartjes zelfs nog. Het stemde hem alleen maar bitter, ze mochten het allemaal zo wel weer meenemen, voor hem onderstreepten die dure cadeau’s alleen maar het gebrek aan een stukje hartelijke aandacht. Die dochter had beter wat tijd aan haar vader kunnen geven, dan aan het kopen van dure geschenken.
En wat heeft indruk op ons gemaakt, wat heeft ons geholpen in tijden of op momenten dat we het moeilijk hadden? Een hartelijk woord, een beetje begrip, nabijheid, iemand die naast je ging staan. Daar ligt misschien ook wel het grootste manco van onze samenleving: dat mensen niet meer samen leven, dat er veel eenzaamheid is en het gemeenschapsgevoel verdwenen is.
Toch ligt ook hier iets waar we vanuit ons geloof voor staan: dat we geschapen zijn om mens te zijn met en voor anderen, niet voor de materie en niet voor onszelf, maar open naar anderen, naar gemeenschap, in het Latijn heeft dat “communio”. En nu kom ik dan meer bij het thema van deze Sacramentsdag, het hoogfeest van Christus’ Lichaam en Bloed. Want dit is een dag van ‘communio’, van gemeenschap met Jezus Christus die wij in de heilige Communie ontvangen en van de gemeenschap met elkaar, want ook wij worden als kerk door de apostel Paulus ‘het lichaam van Christus’ genoemd.
Deze dag is er om Jezus te eren in de heilige communie, en om te weten dat wij met elkaar het lichaam van Christus mogen zijn en moeten zijn als we de Eucharistie vieren en de heilige communie ontvangen. Christus geeft zich hier aan ons en nodigt ons uit onszelf te geven aan onze broeders en zusters.
Ieder mens staat voortdurend op een soort kruispunt: wat doe je? Kies je ervoor om jezelf te verheffen boven anderen, ben je altijd bezig slagen te winnen, anderen te verslaan, je positie veilig te stellen? Zoek je grootheid en macht? Dat is het verhaal van Adam en Eva in het paradijs: zij wilden gelijk zijn aan God, kennis bezitten, macht hebben, groot zijn en zij aten van die appel (of wat voor vrucht er ook bedoeld mag zijn). Het gevolg was dat zij alleen stonden, niet omdat het eenzaam is aan de top, maar omdat zij de vriendschap van God verloren, hun ego kwam centraal te staan, en onder de mensen ontstond haat en nijd, om te beginnen sloeg Kaïn Abel dood en daarna ging dat verder.
En zo gaat het eigenlijk altijd: Wie zichzelf verheft en anderen vernedert, verliest mensen, misschien zijn ze bang voor je, misschien hebben ze je nodig, maar de innerlijke band raakt weg, eigenlijk sta je alleen. Het antwoord van God op deze daad van de appel in het paradijs, op die weg van de hoogmoed was juist het tegenovergestelde: God maakte zich klein, Hij werd geboren als een Kind, werd een mens zoals wij, kwam naast ons staan.
Hij was er voor mensen, leefde en stierf voor hen. Hij wilde bij ons zijn, zichzelf aan ons geven. En dat gaat door tot op de dag van vandaag in de heilige Eucharistie, de heilige communie. Hij wil zichzelf aan ons geven iedere keer opnieuw om ons te voeden met Zijn liefde, om ons te laten merken dat Hij naast ons staat, dat je in geloof en vertrouwen op Hem terug kunt vallen, dat Hij er altijd voor je is. En natuurlijk ook om ons uit te nodigen zelf ook zulke mensen te zijn, open naar anderen, iemand die naast anderen kan gaan staan, gevend en niet zozeer nemend, eenvoudig...
Natuurlijk is de heilige communie iets van geloof. Het is Jezus die dit op de laatste avond van Zijn leven heeft gegeven als een teken en een werkelijkheid: “Blijft dit doen, om Mij te gedenken”. Dit heel eenvoudige, alledaagse teken van het Brood heeft Hij uitgekozen, zo wil Hij bij ons komen, niet op een troon, in macht en majesteit, maar heel eenvoudig, opdat wij Hem ook zo heel eenvoudig, met een liefdevol hart, eerbiedig zouden ontvangen en onze gemeenschap zouden verdiepen met Hem en met elkaar. In die zin wens ik U vandaag heel bijzonder een goede, vruchtbare heilige communie toe. Amen.