Ben je ook bang voor het lijden, voor de toekomst?
Liduina van Schiedam
Op 14 juni wordt in Nederland het feest van de heilige Liduina gevierd. Deze Schiedamse heilige was 38 jaar ziek, grotendeels aan bed gekluisterd. Haar lijden was zwaar. Hoe hield zij dit vol?
Als jong meisje was zij op het ijs ten val gekomen. Dat was het begin van haar lijdensweg.
Opstandig
De heilige Liduina heeft
met haar lijden moeten worstelen:
drie jaren lang verlangde zij beter te worden
en kon zij haar lijden
dat inderdaad verschrikkelijk was,
uitzichtloos en ondraaglijk,
niet aanvaarden.
Zij was opstandig
en wilde van dit lijden af.
Een uitweg?
Juist door niet te willen
wat haar was toebedeeld
op dat moment,
werd haar lijden nog zwaarder,
maar wie zou kunnen willen
dat hij aan bed gekluisterd is,
het eten bijna niet kan verdragen,
open wonden heeft
en wormen in de ingewanden,
koorts en hevige pijnen.
Een arts zou haar nu vermoedelijk
euthanasie hebben aangeboden
en zou zij de verleiding hebben kunnen weerstaan?
We weten het niet,
maar we weten wel
dat zij ondanks alles een gelovige vrouw was
en het contact met priesters zocht
om een weg te vinden.
Een genade
En zo begon een nieuwe fase
in haar 38 jarig lijden:
zij ging het lijden van Jezus beschouwen,
iedere dag deed zij zeven oefeningen
over Zijn lijden.
Zo kreeg zij de genade
haar steeds maar voortdurende lijden
te kunnen verenigen met dat van de Heer
en die woorden die wij
in het evangelie hebben gehoord
als het ware tot haar devies te maken:
“Als de graankorrel niet in de aarde valt
en sterft,
blijft hij alleen,
maar als hij sterft,
brengt hij veel vruchten voort”.
God gaf haar de roeping
om met Jezus
zo’n graankorrel te worden
en vruchtbaar te zijn voor velen.
Het onmenselijke werd goddelijk vruchtbaar
Zij wilde niet meer beter worden,
zij wilde haar roeping
met beide handen
als een geschenk aanvaarden,
hoe zwaar die roeping
naar menselijke maatstaven ook was.
Haar lijden leek onmenselijk,
maar het werd goddelijk
en vruchtbaar:
zichtbaar, hier op aarde
doordat vele mensen
naar haar toe pelgrimeerden
en haar raad vroegen,
velen ook die haar
aalmoezen gaven
waarmee zij weer veel goed kon doen
onder de armen van haar tijd;
maar haar grootste vruchtbaarheid
bleef onzichtbaar, want we weten niet
welke genaden door Gods goedheid
in feite uit dit grote lijden
in vereniging met Gods Zoon
zijn voortgekomen.
Kasplantje
Het leven van Lidwina
leek afgelopen
en voortaan waardeloos,
zij was een kasplantje,
maar deze menselijke berekening
was compleet mis, er naast,
want op het moment
dat al haar menselijke krachten
waren uitgeschakeld
kon de grote goddelijke werkzaamheid
door haar beginnen
en zij kreeg een betekenis
en vervulde een rol
die zij als gezond meisje
nooit had kunnen vervullen.
Durf je?
Lidwina wijst ons zo een weg
door een donker bos waarin wij gemakkelijk verdwalen.
Zij wijst een weg
waar menselijke redeneringen ophouden:
de weg van de overgave.
Durf je je eigen wil los te laten?
Durf je te geloven en te vertrouwen
dat wat God je geeft goed is?
Durf je je aan Hem over te geven?
Misschien zijn wij ook bang voor het lijden,
voor ziekten die ons zouden kunnen treffen,
of voor het lijden in andere vorm,
angst voor de toekomst,
of misschien treft ons een verdriet
dat we eigenlijk nog steeds
niet echt uit Gods hand hebben aangenomen.
Vraag om licht voor één stap
Ik weet: het is gemakkelijk gezegd.
Tegelijk is het voor ons de enige weg.
Daarom is het goed dat wij God vandaag vragen
om die genade:
dat we het lijden
dat Hij op onze weg plaatst
van harte mogen kunnen aannemen,
niet klagen maar dragen
en vragen om kracht
en geloven en vertrouwen
dat dit onze roeping is
en dat God juist genoeg licht
op onze levensweg zal laten schijnen
dat we de volgende stap
kunnen zetten.
Licht voor één stap,
dat is genoeg.