Op bezoek bij Luther
500 jaar Reformatie
Naar aanleiding van de 500e gedenkdag van het begin van de Reformatie, bezocht ik de afgelopen week verschillende plaatsen die in het leven van Maarten Luther een grote rol speelden. Het rondsturen van 95 thesen over de aflaten door Luther in het jaar 1517, wordt gewoonlijk gezien als het startpunt van de hervorming.
95 thesen
Lang is gedacht dat die thesen op 31 oktober van dat jaar aan de deur van het noordportaal van de slotkerk in Wittenberg zouden zijn geslagen. Melanchton vermeldde dat in het voorwoord van een publicatie van het verzameld werk van Luther na diens dood, maar die was er zelf niet bij geweest. Luther zelf schreef dat hij de thesen niet in de handen van mensen van het hof van de keurvorst wilde laten komen voordat kerkelijke overheden daarop hadden kunnen reageren. Sinds de publicaties van onder meer prof. dr. Erwin Iserloh wordt het aanbrengen van de theses aan de kerkdeur sterk in twijfel getrokken. Iserloh concludeerde: “Der Thesenanschlag fand nicht statt” (bijv. Luther und die Reformation, p. 60). Luther schreef zijn aflaat-theses trouwens in het Latijn.
Aflaten
Dat is wel belangrijk. Het maakt duidelijk dat Luther in het begin ook een beetje tegen wil en dank reformator is geworden. Hij had allereerst een dispuut op gang willen brengen met theologen en kerkelijke verantwoordelijken over een probleem dat hij in de biechtstoel regelmatig tegenkwam: dat mensen in plaats van zich oprecht te bekeren, meenden zich vrij te kunnen kopen van de gevolgen van hun zonden door een aflaatbrief. Maar de thesen werden vertaald en overal verspreid en binnen vijf jaar was Luther van monnik geworden tot protestants reformator.
Wat opvalt in de thesen van Luther is hoe weinig duidelijk de katholieke aflaat-leer zelfs voor hem is. Gesprekken over zijn thesen zouden ook voor Luther tot vele bevredigende resultaten hebben kunnen leiden. Maar alles kwam al heel gauw in een stroomversnelling terecht.
Angst
Daarbij speelde voor Luther persoonlijk het vrij-worden van angst een belangrijke rol. Naar eigen zeggen is hij uit angst en als gevolg van een gelofte in een bedreigende onweersituatie het klooster in gegaan. Aanvankelijk werd Luther gekenmerkt door de angst voor de straffen en de hel en voor demonen, die ook de geestelijke instelling van zijn moeder sterk had bepaald. Het was een typisch kenmerk van de geestesinstelling van de late middeleeuwse mens.
Misselijke monniken
De vader van Luther bezat in hoge mate de ergernis die zich steeds meer in de maatschappij begon te verbreiden en die ook bijvoorbeeld Erasmus ventileerde in zijn “Lof der zotheid”: monniken en religieuzen in het algemeen teren op de zak van anderen en dragen niets bij aan de maatschappij; ze zijn bovendien gericht op het binnenhalen van geld en goed en velen leven niet overeenkomstig hun staat. In de ogen van velen - en niet zonder reden - was het religieuze leven geen dienst meer aan God en medemensen in nood, maar een gemakkelijke manier om aan geld te komen.
Rechtvaardiging
Daar tegenover stelde Luther persoonlijke vroomheid en geloof en vooral Gods genade. Uitganspunt was zijn vraag: “Hoe krijg ik een genadige God”? Op dat gebied is Luther er mede een oorzaak van geweest dat de katholieke kerk zelf tot een hervorming overging van het kerkelijk leven en op veel gebieden van de theologie, onder meer de rechtvaardigingsleer, tot duidelijker formuleringen kwam. De dialoog over met name het aspect van de rechtvaardiging heeft Lutheranen en katholieke kerk de laatste decennia dichter bij elkaar gebracht.
Heel in het kort een paar punten die me zijn opgevallen:
Jeugd
De vader van Luther was enerzijds streng, anderzijds een man van wie hij veel leerde. Bovendien had die vader zich enorm omhoog gewerkt en zich gezag verworven, nadat hij niet in aanmerking was gekomen om het ouderlijk agrarisch bedrijf over te nemen.
Doctor
In Eisleben, waar Luther in 1483 is geboren, en in Mansfeld, een dorp daar niet heel ver vandaan, waar hij is opgegroeid, zijn musea en standbeelden die de Reformator eren. In Erfurt trad Luther in het klooster, waarna hij naar Wittenberg werd verplaatst. Hij werd priester gewijd zonder theologische opleiding - in die tijd niet ongebruikelijk - en kort na zijn intrede. Hij werd doctor in de theologie en werd als professor in de bijbel-uitleg in Wittenberg aangesteld. Hij kreeg al gauw belangrijke verantwoordelijkheden onder meer voor het visiteren van kloosters.
Maria
Luther had een Mariale vroomheid. De kerken in Eisleben en Wittenberg getuigen ervan: centraal in deze kerken staat de kroning van Maria, die in Wittenberg doet Maria bijna de vierde persoon van de heilige Drievuldigheid lijken.
De vroomheid van Luther uitte zich ook op zijn sterfbed; de getuigen zeggen dat hij vroom en rustig is gestorven.
Sacramenten
Een moeilijk punt is dat Luther slechts twee sacramenten erkent die door Christus zijn ingesteld: doop en avondmaal. De biecht kennen de Lutheranen nog steeds in een bepaalde zin, als een teken, maar niet als sacrament.
Reformatoren op sokkels
Het Lutheranisme heeft heiligenbeelden en -afbeeldingen verregaand ongemoeid gelaten. Toch valt op dat in nogal wat Lutherse kerken die we bezochten de reformatoren de plaats van de heiligenbeelden hadden ingenomen (zie hiernaast bijv. de reformatoren in de slotkerk van Wittenberg, waar men eerder apostelen zou verwachten!). Overal stonden beelden of hingen afbeeldingen van Luther.
Heftig
Toch was Luther geen heilige: zijn heftig karakter en soms felle uithalen (over Melanchton, die een stuk ‘oecumenischer’ was, zei hij eens: “zo zacht kan ik niet treden”), zijn aggressieve standpunt in de boerenoorlog en zijn aanmoediging aan de vorsten om flink op de boeren in te hakken (“Laat steken, slaan en wurgen wie kan!”), zijn niet bepaald uitingen van serene heiligheid! Zijn standpunten over de Joden zijn meer dan verschrikkelijk. Op dat laatste terrein radicaliseerde Luther geleidelijk meer en meer. Hij zag de Joden als de schuldigen van alles. Zelfs zijn eigen hartinfarct, enkele weken voor zijn dood, weet hij aan de Joden (zoals het volksgeloof het uitbreken van pestepidemieën vaak aan de Joden weet)! Andere reformatoren deelden zijn extreme standpunt hierin overigens niet.
Tenslotte mijn wens: dat dit gedenk-jaar mag bijdragen aan verbondenheid en de groei van eenheid, op de eerste plaats in het ene geloof van de eeuwen...