Celebrate!
Één grote familie...
In het weekend van 28-29 juli heb ik in Stadskanaal iets van "Celebrate" kunnen meemaken: 800 mensen, veel gezinnen, veel tieners, kinderen, jongeren waren een week op een prachtige locatie bijeen om vakantie te vieren, als broeders en zusters bijeen te zijn en de Heer te onmoeten. De lezing van Fr. Pat Collins over de vaderloze maatschappij vond ik zeer inspirerend.
Hulde trouwens aan alle mensen van de Katholieke Charismatische Vernieuwing die heel veel vrije tijd en liefde in deze nieuwe aflevering van Celebrate hebben gestopt. Zaterdagavond heb ik gegeten met de Haarlemse groep, op zondag was ik bij de 130 tieners en bij de volwassenen voor de heilige Mis. Daarbij heb ik de voglende homilie gehouden:
homilie
We hoorden deze zondag een evangelie dat wel bij deze dagen past: een flinke groep mensen is bij elkaar gekomen, een grote menigte, en zij hebben een geweldige tijd, ze zijn onder de indruk van wat ze meemaken, van de tekenen die Jezus aan de zieken doet en zij volgen Hem. Ik hoop dat het ons niet anders zal vergaan in het leven dat we onder de indruk komen van wat Jezus doet, van hoe Hij ons beter maakt, hoe Hij de wonden van onze ziel geneest: wat is er zoal? haat en wrok misschien en pijn om iets wat is gebeurd of wat mensen ons hebben aangedaan.
Het leven en mensen slaan vele wonden: laten we dus doen als die mensen vandaag in het evangelie en al onze verwondingen bij Hem brengen, die onze ziekten en kwalen heeft gedragen, die ons geneest en leven geeft. Als je last van je tand hebt, krijg je de indruk dat heel je lichaam tand is, dat pijnlijke deeltje hoe klein het ook is, dát vraagt alle aandacht. Zo is het ook met geestelijke pijn en geestelijke wonden: ze claimen je heel erg, ze trekken alle aandacht naar zich toe.
Maar als je ze af kunt geven, als je er echt op durft en wilt vertrouwen dat er een Vader in de hemel is die er voor zorgt dat er geen haar van je hoofd verloren gaat - al word je ook ouder en kaler -, dan kun je je focus weer verleggen, dan kun je je weer openen voor andere zaken en andere mensen, omdat je je geopend hebt voor Hem, onze Heer. Vaak kun je iets niet meteen van je afzetten maar al te weten dat God er is, dat alles in Zijn handen ligt en dat je het een beetje tijd moet geven, kan je al vertrouwen geven.
Dus dat die menigte mensen zo vol vertrouwen naar Jezus kwamen, is eigenlijk al een heel goed begin, maar dan gaat het verder: het wordt tijd om te eten. We lazen het verhaal van de broodvermenigvuldiging uit het evangelie volgens Johannes en die evangelist is er heel erg op gespitst om te laten zien dat de wonderen die Jezus doet altijd een diepere betekenis hebben, ze zijn niet zomaar een stunt, maar ze willen iets duidelijk maken van de grootheid van God en de zorg die Hij voor ons heeft, ze bevatten een diepere laag.
Daarom noemt Johannes de wonderen “tekens” en geeft hij af en toe een kleine hint, een aanwijzing van die diepere betekenis. Zo zegt hij hier dat er vijfduizend mannen waren, de vrouwen worden niet genoemd. Dat is niet vrouwonvriendelijk bedoeld, maar in de Joodse eredienst in de synagoge komen de mannen samen en ze worden geteld omdat er een minimumaantal aanwezig moet zijn.
Johannes laat ons dus aan de eredienst denken, aan de liturgie. Dan zegt hij ook nog dat het vlak voor Pasen was, het Joodse feest waarop het paaslam werd geslacht en zo doet Johannes ons denken aan Jezus die zichzelf aan ons geeft, die Zijn leven voor ons opoffert. En natuurlijk moeten wij daarbij denken aan ónze liturgie, aan de heilige Eucharistie, waar eigenlijk iets dergelijks gebeurt als we in het evangelie hebben gehoord: een jongen brengt vijf gerstebroden - het brood van de armen - en twee vissen naar voren, bij Jezus.
Ook in de Mis worden straks de gaven naar voren gebracht, mensen, misdienaars brengen het brood en de wijn en dat is dan nog gewoon de vrucht van menselijke arbeid: mensen hebben er hard voor gewerkt om dit te kunnen produceren, toch is het ook iets heel gewoons en eenvoudigs. En Jezus maakt dit beetje brood en deze wijn, door de woorden van de priester, tot het mooiste geschenk dat God aan een mens kan geven: Brood en wijn worden Zijn lichaam en bloed, en de Heer komt bij ons met Zijn ziel en Zijn lichaam, Zijn Godheid en mensheid.
Maar Hij maakt gebruik van het werk van onze handen, van brood en wijn. En zo gaat het dus ook bij de broodvermenigvuldiging: die jongen komt naar voren met z’n broodjes en twee vissen, het is niet veel, maar de Heer maakt er gebruik van en Hij doet er wonderwerken mee. En zo is het precies met ieder van ons: wij hebben niet veel te bieden, zelfs als je heel knap bent en uitzonderlijk capabel, is dat nog maar als een stipje in het grote heelal.
Wie zijn wij mensen nu helemaal? Wat stellen we eigenlijk voor? Vaak voelen we ons ook maar klein en nietig, onmachtig ook tegenover een economische crisis, ontslagen, tegenover oorlog, fundamentalisme of geweld en andere grote gebeurtenissen in de wereld, wat kun je eraan doen? Wij zijn dan vaak meer speelbal dan actor, zo ver reikt onze invloed niet.
We zijn dus nietige mensen, maar we zijn groot gemaakt door God doordat Hij met onze kleine bijdrage wonderen doet. Misschien dragen we bijna allemaal wel iets in ons hart mee, iets wat iemand ons eens ooit heeft gezegd, een voorbeeld wat ons gegeven werd, misschien was het zelfs maar een klein gebaar, iets eenvoudigs, een ontmoeting, maar het werd richtinggevend voor ons leven, want in dat kleine onnozele “iets” werkte in feite de kracht van de heilige Geest.
Dus, sta niet te veel stil bij die onmacht, die we allemaal wel eens ervaren: dat je dingen nu eenmaal niet kunt veranderen, in het groot en in het klein, maar vertrouw erop dat de Heer dat kleine beetje dat je te bieden hebt vruchtbaar zal maken, het zal vermenigvuldigen. Dus aarzel niet Waar liggen je mogelijkheden? Kom op met jouw vijf broden en twee vissen!
Dus: Spreek dat woord, bid met vertrouwen, wees niet bang, doe wat je kunt... De Heer kan er wonderen mee doen! De leerlingen halen de overgebleven brokken weer op: twaalf manden vol, zo groot is de overvloed die God ons geeft en dat alles zo netjes weer wordt ingezameld, geeft ook aan dat we Gods gaven niet moeten verspillen: je hebt veel van Hem gekregen, wees er zuinig op, doe er wat mee! Amen.