Priesterstudenten van Nederland bijeen
Jaarlijkse landelijke ontmoetingsdag
Op zaterdag 24 februari waren de priesterstudenten van de verschillende Nederlandse opleidingen in Nieuwe Niedorp bijeen voor de jaarlijkse ontmoetingsdag. Na de heilige Mis was er dit jaar aandacht voor de nabijgelegen, oerhollandse afsluitdijk.
In het Redemptoris Materseminarie van het bisdom Haarlem-Amsterdam dat in Nieuwe Niedorp is gelegen, kwam tegen elf uur een busvol seminaristen aan uit Rolduc en Blankenberg (het Redemptoris Materseminarie van het bisdom Roermond). Uit Utrecht (Ariënsconvict), Voorburg (Vronesteijn) en Heiloo (St. Willibrordseminarie) kwamen de priesterstudenten met auto's om deze dag mee te maken en elkaar te ontmoeten.
Na een welkom en begroeting hebben we samen de heilige Mis gevierd. De preek die hieronder te vinden is, heb ik niet zo gehouden omdat ik uiteindelijk toch besloot die uit het hoofd te doen en enkele andere thema's aan te kaarten, zoals: de centraliteit van de Eucharistie voor een priesterleven en voor het kerkelijk leven; wat het betekent dat ze als priesters vooral missionair van instelling moeten zijn (oefenen in het leggen van contacten en in het spreken over je geloof, vorming in nhet geloof geven, mensen bij elkaar brengen in gemeenschappen), het belang van edelmoedigheid in het leven van een priester (zelfgave) en openheid en eerlijkheid in de geestelijke leiding en nog andere thema's.
Na de Eucharistie werd iets gegeten en een film bekeken over de afsluitdijk; aldus voorbereid ging en de seminaristen met de bus op pad om de werkelijkheid te bekijken. Na terugkomst had iedereen wel trek gekregen in een door de zusters van het seminarie voorbereide heerlijke avondmaaltijd.
Homilie
Secularisatie
Jullie worden priester in een uitdagende tijd, in een uitdagend land. De toekomst is vol onzekerheden. Onze kerken worden weinig bezocht en vooral door oudere mensen. Nog maar de helft van de Nederlanders zegt gelovig te zijn en dat proces van secularisatie lijkt nog niet ten einde te zijn. De financiën van de katholieke kerk lopen terug en er zijn al bisschoppen die hardop de vraag hebben gesteld of ze de priesters in de toekomst nog wel zullen kunnen betalen. Nu krijgen de priesters een honorarium en hebben ze een goede pensioenvoorziening maar zal dat in de toekomst ook nog wel zo zijn? Hoe zal die toekomst er uitzien? Zullen er nog wel gelovigen over zijn?
Hoe gaat dat verder?
Het kan eigenlijk niet anders zijn of jullie hebben je dat al weleens afgevraagd, hoe gaat het verder met de Kerk, ook al maakt het natuurlijk verschil of je voor een aantal jaren naar Nederland bent gekomen of dat je je hele leven in principe aan de Kerk in Nederland geeft.
Er is veel over te zeggen, eigenlijk meer dan in het kader van een preek past, maar ik wil er toch wel even op in gaan.
Niet nieuw
Op dit eerste plaats: deze situatie is niet echt nieuw. Toen ik 45 jaar geleden zelf naar het seminarie ging was het een tijd dat er vrijwel geen priesters werden gewijd. Priesters traden uit, bij honderden; de seminaries waren allemaal gesloten. In Rolduc was de bisschop van Roermond voor het eerst na jaren weer een priesteropleiding begonnen met een klein groepje. Het kerkbezoek liep pijlsnel terug. Ieder vroeg zich af of er nog wel iets van de kerk zou overblijven. Ook mijn ouders die gelovige mensen waren vroegen zich af of priester worden wel zo’n verstandige keuze was.
Verzekering
Het antwoord was toen en het is nu: nee, het is geen verstandige keuze, het is een bovennatuurlijke roeping en een sprong van vertrouwen, die je neemt omdat je door God bent aangeraakt, je door Hem wilt laten leiden en omdat je jezelf wilt toevertrouwen aan Zijn Voorzienigheid. Je moet gaan met een bovennatuurlijke instelling zoals die vandaag in de lezingen naar voren komt: “Gij hebt heden van de Heer de verzekering gekregen, dat Hij uw God zal zijn, als gij tenminste Zijn wegen gaat...”. Dat is dus het eerste antwoord: zie bij alles de Heer die met je meegaat. Het feit dat priester worden geen enorme status geeft in onze maatschappij, zoals dat vroeger wél was, heeft ook voordelen.
Menselijk redeneren
Daarbij moeten wij in zekere zin het menselijke redeneren verlaten. Het evangelie wees ons daar vandaag op door ons te zeggen dat wij niet het menselijke denken moeten toepassen op onze relaties met andere mensen. Mensen redeneren dat je lief moet hebben wie jou lief hebben, dat je je vijand moet haten en alleen je broeders moet groeten. Zo gebeurt het in de praktijk ook vaak. Voor wat hoort wat, ik doe iets als ik er wel een beloning voor krijg. Maar Jezus leert ons volmaakt te zijn zoals de Vader volmaakt is en dat houdt in dat we haat moeten beantwoorden met liefde, dat we moeten geven ook zonder te ontvangen.
Geen steen
Dat is het voorbeeld van onze Heer zelf geweest. Hij is ons leven komen delen, maar zonder menselijke zekerheden. Hij had “geen steen om Zijn hoofd op neer te leggen”; Hij zag af van alle menselijke zekerheden, welbewust ging Hij op weg, Zijn kruisdood tegemoet.
Hier en daar wat giften
En Zijn leerlingen werden uitgezonden, zonder rugzak of dubbele kleding, zonder geld of ander menselijk houvast en zij kwamen terug met de ervaring dat er dan wonderen gebeurden als zij zo uitgingen, steunend op niets dan de Voorzienigheid. Na de verrijzenis en het Pinksterfeest was het niet anders. De apostelen gingen uit maar moesten vervolgingen ondergaan, bijna alle zijn ze de marteldood gestorven. Hoe voorzagen ze in hun onderhoud? Hier en daar wat giften en gaven en van Paulus weten we dat hij bijverdiende als tentenmaker. En lang niet iedereen kwam tot geloof, naar schatting waren er tegen het einde van de eerste eeuw in heel het Romeinse rijk zo’n 500.000 christenen; het waren de contacten die zij legden, waar soms iets uit voortkwam, zoals we lezen in de handelingen van de apostelen en verder was het vooral de kracht van de genade waarop zij tegen alles moesten blijven vertrouwen. De goede zaadjes die zij zelf zaaiden door te spreken, te verkondigen, een voorbeeld te geven, zouden ook vrucht kunnen dragen zonder dat de leerlingen dat zelf gewaar werden.
Mensen zetten stapjes
Onze tijd is opnieuw missionair geworden. Ook in onze tijd gebeuren er mooie dingen, wonderen van Gods genade. Ook in onze tijd ontdekken mensen Gods liefde, er worden mensen katholiek, ze zetten stappen of stapjes naar God toe.
Een belangrijke taak voor ons zal zijn het evangelie te verkondigen, steeds weer gelegenheden te zoeken om met mensen in gesprek te raken en hen te helpen om hun geloof te verdiepen, liefst samen met anderen, want een christen alleen is in gevaar. Het geloof van mensen heeft steeds nieuwe impulsen en christelijke vorming nodig.
In Nederland zullen we geen priesters zijn met grote menigten mensen die naar de kerken stromen en de sacramenten willen ontvangen, maar we zullen in staat moeten zijn om contacten te leggen, mensen te zoeken, te vormen en te begeleiden.
Is er nog geld?
En zal er genoeg geld zijn om je te betalen? Jezus zelf geeft daarop het antwoord als Hij ons zegt naar de lelies op het veld te kijken en de vogels in de lucht, die geen salarissen binnen halen en geen carrière maken maar door de Vader in de hemel gevoed worden. De Heer zegt ons in feite dat we ons geen zorgen moeten maken voor de dag van morgen omdat de hemelse Vader zelfs de haren op ons hoofd heeft geteld. Er zal zeker nog veel veranderen, maar waar een deur gesloten wordt, opent God een luikje. Uiteindelijk is ons leven in Zijn hand, Hem behoren wij toe.