Bezoek aan het St. Liobaklooster in Egmond
Schoonheid leidt tot God
Op 14 augustus bracht ik ook een bezoek aan het St. Lioba klooster in Egmond gebracht. Na een gesprek met de overste, zr. Emmanuele, en zr Karin, werd ik rondgeleid. De zusters leggen zich toe op kunstambacht: zij weven stoffen en maken handgeweven kazuifels, wandkleden en andere voorwerpen, zij hebben een pottenbakkerij en een steenhouwerij waar zij allerlei mooie dingen maken. In de kunst drukken de zusters hun geloof uit en door het maken van kunst wordt hun eigen geloof weer gevoed.
Het was een Duitse vrouw, Hildegard Michaelis, die katholiek werd en deze monastieke gemeenschap stichtte die nevenstichtingen heeft in Frankrijk (Strasbourg en Simiane-Collongue) en in Zwitserland (Orselina). Na het werk van de zusters te hebben bewonderd, vierde ik met hen de vespers en de heilige Eucharistie, waarbij ik de navolgende preek hield (die niet helemaal aangepast was, want de liturgie was natuurlijk al van de vooravond van Maria Tenhemelopneming).
homilie
Vandaag krijgen we door de woorden van het evangelie te maken met een van de grote centrale gegevens van ons geloof; iets wat we geloof ik echt wel “een geloofsgeheim” mogen noemen, omdat het zo specifiek eigen is aan ons christelijk geloof en zo centraal staat in onze geloofsbeleving: het geheim van onze verlossing gaat over God, de allerhoogste, de allergrootste, de Heer van hemel en aarde, die zich klein maakt, een klein en weerloos mensenkind wordt, ja, een misdadiger in de ogen van mensen, een verworpene, een arme, de minste van ons allen.
Die weg van de diepste vernedering is de weg geworden waarlangs God ons mensen heeft willen verlossen, die in de greep zijn van die angel van de erfzonde die in ons vlees zit, die angel van de hoogmoed, het groot willen zijn, het willen heersen over anderen, het beter willen zijn, willen stralen, erkend willen worden, enzovoorts.
Een angel, een verlangen dat overigens weer alles te maken heeft met onze menselijke onzekerheid dat we niet goed genoeg zijn, dat we niet aanvaard zijn, dat we er niet mogen zijn zoals we zijn, dat we niet van waarde zijn.
Het antwoord op deze nood, dat Jezus ons vandaag in het evangelie geeft is niet dat we ons gevoel van niet goed te zijn, van te gering te zijn moeten overschreeuwen door onszelf aan onze verworvenheden en positie vast te klampen of door maar steeds erkenning en waardering te zoeken of een positie en macht, maar dat we met Jezus zelf onze kleinheid, onze geringheid van harte mogen aanvaarden en liefhebben, dat Hijzelf zo mét ons heeft willen worden en dat Hij je juist in je verloren lopen, in je niet-goed-genoeg zijn, heeft willen komen opzoeken.
“Wie zichzelf gering acht als dit kind, is de grootste in het rijk der hemelen” “Zo wil uw hemelse Vader niet dat een van deze kleinen verloren gaat”. Voor Islamieten is het een gruwel dat we God Vader noemen. God is de totaal verhevene, de totaal andere en dat woord “Vader” klinkt hen zelfs blasfemisch in de oren.
Natuurlijk komt dat ook omdat ze het moeilijk kunnen begrijpen en geneigd zijn het in een seksuele zin te verstaan. Maar voor ons is het juist een teken van de oneindige barmhartigheid van God - die ook in de Islam beleden wordt - en van Zijn liefde voor het kleine en zwakke.
De martelaren zijn de getuigen tot het uiterste toe van deze christelijke gedachte dat het jezelf in liefde geven, je opofferen, je dus in feite uit liefde klein en gering maken, je wegcijferen, dat dat goed is: je hoeft je niet groot te maken, je hoeft het niet naar jezelf toe te halen, je bent al aanvaard, je bent al verlost, je bent al bemind en je bent al opgenomen in de eeuwige liefde van God.
Je mag alles loslaten, om je helemaal over te geven aan Hem, omdat je altijd in Hem geborgen bent, zelfs, nee: juist als het moment gekomen is dat je moet sterven. de heilige van vandaag is daarvan een geweldig voorbeeld: Maximiliaan Kolbe bood zich aan om de plaats in te nemen van een jonge huisvader met een gezin en ter dood veroordeeld te worden in het concentratiekamp Auschwitz.
Hij koos voor een gruwelijke en langzame dood. Hier was de heldenmoed voor nodig om zich totaal te kunnen geven, zichzelf weg te cijferen, klein te worden. Voor ons een inspirerend voorbeeld om soms wat meer te verdragen, de minste te willen zijn, uit liefde jezelf te geven, af te zien van een betere plaats voor jezelf, ontvangend te leven en zelf weer aandacht te hebben voor de kleinen, de geringen, de kinderen.
U hebt Uw roeping volgend ervoor gekozen om zo’n weg te gaan. Vita consacrata wordt het religieuze leven genoemd: gewijd, toegewijd leven; het wil zeggen dat U uw leven uit handen hebt gegeven en in de drie geloften dat wat een mens groot maakt, naar grootheid doet streven, hebt willen afleggen: de armoede, de zuiverheid en de gehoorzaamheid scharen U precies onder die kleinen, de anawim, die de grootsten zijn in het koninkrijk Gods.
Dus: omarm Uw geloften, maak ze steeds opnieuw tot uitgangspunt van Uw leven, uw houding, Uw zijn, zodat alles mag zijn tot eer van die God die ons mens-zijn nedrig heeft willen delen. AMEN.