Paus Franciscus spreekt zich uit over de doodstraf
‘Ontoelaatbaar’
Vandaag, op 2 augustus 2018, is bekend gemaakt dat paus Franciscus een gewijzigde tekst van nummer 2267 van de Catechismus van de Katholieke Kerk heeft goedgekeurd waarin de doodstraf ‘ontoelaatbaar’ wordt genoemd.
Rescriptum
De wijziging van de tekst is vastgesteld bij ‘Rescriptum ex audientia’, dat wil zeggen dat de paus deze wijziging heeft goedgekeurd tijdens een audiëntie die hij op 11 mei j.l. aan de prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, kardinaal Luis Ladaria, heeft verleend. De tekst van de Catechismus was door de heilige paus Johannes Paulus II ook al een keer gewijzigd na de publicatie van de Encycliek Evangelium Vitae (1995). De wijziging wordt toegelicht in een brief van de Congregatie voor de Geloofsleer, die de paus op 28 juni j.l. heeft goedgekeurd. De brief is gedateerd op 1 augustus, feestdag van de grote heilige moraaltheoloog Alfonsus Maria de Liguori. In de brief wordt de nieuwe tekst een authentieke ontwikkeling van de geloofsleer (‘autentica sviluppo della dottrina’) genoemd die niet in tegenspraak is met het voorafgaande leergezag van de Kerk.
Ontoelaatbaar
Hoe is het dan mogelijk dat de nieuwe tekst stelt dat de doodstraf ontoelaatbaar is waar die in vroeger eeuwen en door eerdere edities van de Catechismus in sommige gevallen wél voor toelaatbaar is gehouden?
De reden hiervan is gelegen in een groter bewustzijn van de menselijke waardigheid en in verschillende ontwikkelingen en de maatschappij waardoor het niet meer noodzakelijk is de doodstraf toe te passen om de burgers te beschermen. Dat was ook al de reden waarom paus Johannes Paulus II zich bijna niet kon voorstellen dat het nog nodig was de doodstraf toe te passen, zoals sinds 1995 in de Catechismus stond: de Staat heeft zulke goede mogelijkheden dat gevallen waarin de doodstraf noodzakelijk is om de schuldige onschadelijk te maken zeer zeldzaam zijn, als ze überhaupt al voorkomen. In de nieuwe tekst wordt een stap verder gegaan en wordt eenduidig gezegd dat het niet (meer) nodig is de doodstraf toe te passen en een groter bewustzijn van de menselijke waardigheid dit des te meer ontoelaatbaar maakt. Dit is een standpunt waardoor degenen die ijveren voor afschaffing van de doodstraf zich duidelijker gesteund zullen voelen door de katholieke kerk: de katholieke kerk is tegen de doodstraf.
Afschaffing van de doodstraf
Er wordt in de nieuwe tekst dan ook niet gezegd dat er nooit omstandigheden zijn geweest of kunnen zijn waarin het toepassen van de doodstraf de enige mogelijkheid is, maar dat de toepassing van de doodstraf nu ontoelaatbaar is - gezien alle omstandigheden - en dat de Kerk zich er dus voor inzet de doodstraf overal afgeschaft te krijgen.
De vertalingen
De nieuwe tekst geeft dus aan dat het opleggen van de doodstraf ontoelaatbaar is. In de vertalingen die nu in Rome zijn voorbereid - Italiaans, Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees en Pools - wordt dan ook het woord ‘ontoelaatbaar’ (‘inadmissible’) gebruikt, behalve -merkwaardig genoeg - in de Franse vertaling waar rechtstreeks staat dat de doodstraf ‘inhumaan’ (‘une mesure inhumaine’) is. Die vertaling houdt minder goed rekening met de in de tekst van het Rescript uitgedrukte opvatting dat de ontoelaatbaarheid tenminste ten dele voortkomt uit ontwikkelingen in de maatschappij naast een gegroeid bewustzijn van de menselijke waardigheid en dat het nieuwe verbod niet tot de onveranderlijke goddelijke wet behoort. De tekst van de brief die paus Franciscus in 2015 had geschreven aan de Voorzitter van de internationale commissie tegen de doodstraf en die in de toelichting van kardinaal Ladaria (n. 6) wordt geciteerd, luidt dan ook: "Heden ten dage is de doodstraf ontoelaatbaar...".
De wereldlijke arm...
In n. 8 van zijn toelichtende brief aan de bisschoppen schrijft kardinaal Ladaria dat de verandering van de tekst van de Catechismus een "authentieke ontwikkeling van de leer" tot uitdrukking brengt, die niet in tegenspraak is met eerdere onderrichtingen van het Leergezag". De kardinaal voorzag al een beschuldiging aan het adres van de paus, die inderdaad is geuit op allerlei websites, vooral dat de paus de leer van de Kerk had veranderd. Immers, in de moraaltheologie werd het vroeger als geoorloofd beschouwd om - wanneer dit het enige middel was - een misdadiger te doden die schadelijk was voor het algemeen welzijn omwille van de veiligheid van de burgers. De bevoegdheid daartoe berustte alleen bij de burgerlijke overheid, waarbij verwezen werd naar Rom. 13,4 (vgl. bijv. J. Aertnys, C. Damen, Theologia moralis, deel I, Turijn, 1928 [3], n. 569). Ook in documenten van pausen is te vinden dat in bepaalde gevallen het als een gerechtvaardigde straf werd beschouwd dat een misdadiger werd overgeleverd aan de wereldlijke arm en dus aan de doodstraf (vgl. bijv. p. Benedictus XIV, Ep. Enc. Quam Grave, 2 aug. 1757, n. 18: "..reus poenam traditionis Foro saeculari, atque ideo Capitis poenam incurrisset" en verder).
Ook toen al...
Zowel de opmerking van kardinaal Ladaria als de afwijzende reacties op de nieuwe catechismustekst doen heel sterk denken aan de discussie rond de Verklaring over de godsdienstvrijheid (Dignitatis Humanae) van het tweede Vaticaans concilie. Ook in dit conciliedocument wordt aangegeven dat het in harmonie is met wat in het verleden door het Leergezag was gezegd ("Daarom doorzoekt zij - de Vaticaanse kerkvergadering JH - naarstig de heilige traditie en de leer van de kerk en brengt daaruit, altijd in harmonie met het oude, nieuwe schatten te voorschijn" en: "...tast zij de traditionele katholieke leer... volstrekt niet aan...", DH 1).
Niet de traditionele leer?
Precies dát werd aan dit document verweten, onder meer door aartsbisschop Marcel Lefèbvre, die later de Pius X broederschap zou stichten: het conciliedocument zou niet in overeenstemming zijn met de traditionele katholieke leer. Want, zo zeiden de tegenstanders, Dignitatis Humanae verklaart dat de menselijke persoon recht heeft op godsdienstvrijheid, terwijl Paus Pius IX juist de stelling had veroordeeld dat het iedere mens vrij staat een godsdienst te aanvaarden en belijden, die hij - geleid door het licht van de rede - voor waar houdt (Syllabus Errorum, Denz. 2915). Dat is toch in tegenspraak met elkaar?
Ook toen was het antwoord dat de Kerk zich de menselijke waardigheid meer bewust geworden is: Het concilie wenste "de leer van de laatste pausen over de onschendbare rechten van de menselijke persoon en over de juridische ordening van de maatschappij verder te ontwikkelen" (DH 1, slot). Het ging er niet om een "supermarktdenken" te bevorderen ("Kijk maar eens welke godsdienst of elementen daarvan jij goed en aardig vindt"), de waarheid blijft de waarheid; maar de staat heeft niet het recht mensen hun godsdienstvrijheid af te nemen.
Wat is er dan aan de hand met menselijke waardigheid en de juridische ordening van de maatschappij, dat dit tot nieuwe inzichten leidt?
Ander uitgangspunt (ander staatsbegrip) leidt tot andere conclusies
Democratie en rechtsstaat zijn begrippen die in de huidige betekenis van die woorden een visie op maatschappij en staat uitdrukken die in de tweede helft van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw ontwikkeld zijn. Niet langer zag men de heerser in de maatschappij als iemand die naar eigen inzicht, zonder aan mensen verantwoordelijkheid af te leggen, de objectieve waarheid moet dienen in overeenstemming dus met de eisen van Gods wet, maar als iemand die - democratisch gekozen - bepaalde taken uitoefent in een maatschappij en het algemeen welzijn dient en daarover verantwoording aflegt aan de volksvertegenwoordiging. Paus Leo XIII bevestigde al gauw dat deze staatsvorm niet tegen de leer van de Kerk was (vgl. Denz. 3150-3151; 3165; 3173-3174), al vereist de natuur - en dus uiteindelijk God zelf - wel dat er een gezag is. Natuurlijk heeft die andere staatsvorm gevolgen voor het uitoefenen van staatsmacht.
Sociale leer
Sinds paus Leo XIII heeft de katholieke Kerk een sociale leer ontwikkelt, die de mens centraal stelt als naar Gods beeld en gelijkenis en als sociaal wezen geschapen. Het bekende en door velen gehanteerde subsidiariteitsbeginsel, dat dit verwoordt, komt bijvoorbeeld uit de Encycliek Quadragesimo Anno (1931) van P. Pius XI (Denz. 3738). Die waardigheid van de mens (en verbonden daarmee het doordenken van de plaats van de menselijke persoon in een maatschappij) is dus enerzijds door de uitwerking van de sociale leer, anderzijds door uit te gaan van een andere - democratische - staatsvorm, steeds meer naar voren gekomen. Uiteindelijk heeft de katholieke kerk uitdrukkelijk verklaard - volgens mij voor het eerst in Octogesima Adveniens van P. Paulus VI (Denz. 4502) - dat de democratische bestuursvorm de voorkeur verdient omdat de bevolking daarin zo veel mogelijk kan participeren. Maar in feite gaat bijvoorbeeld Dignitatis Humanae ook al van deze democratische bestuursvorm en van de rechtstaat uit. Deze 'nieuwe' staatsvorm bracht een andere en meer terughoudende uitoefening van het gezag van de overheid met zich mee en dat feit heeft consequenties voor het toepassen van de doodstraf.
Kortom, de gewijzigde tekst van de Catechismus wil zich rekenschap geven van het feit dat de doodstraf niet noodzakelijk is en dat de burgerlijke overheid zich terughoudend moet opstellen ten aanzien van een menselijke persoon, geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, die de overheid - rekening houdend met het algemeen welzijn - wil dienen.
(Denz.: deze afkorting heeft betrekking op de verzameling van kerkelijke uitspraken die ooit voor de eerste keer is uitgegeven door H. Denzinger en sindsdien vele malen is aangevuld en opnieuw gepubliceerd. De aangegeven randnummers gelden voor de edities vanaf de zestiger jaren van de vorige eeuw: H. Denzinger, Enchiridon Symbolorum, definitionum et declarationum de rebus fidei et morum).
Nieuwe tekst
Hieronder laat ik de nieuwe Engelse tekst van de catechismus volgen:
The death penalty
2267. Recourse to the death penalty on the part of legitimate authority, following a fair trial, was long considered an appropriate response to the gravity of certain crimes and an acceptable, albeit extreme, means of safeguarding the common good.
Today, however, there is an increasing awareness that the dignity of the person is not lost even after the commission of very serious crimes. In addition, a new understanding has emerged of the significance of penal sanctions imposed by the state. Lastly, more effective systems of detention have been developed, which ensure the due protection of citizens but, at the same time, do not definitively deprive the guilty of the possibility of redemption.
Consequently, the Church teaches, in the light of the Gospel, that “the death penalty is inadmissible because it is an attack on the inviolability and dignity of the person”, and she works with determination for its abolition worldwide.