Rozenkrans bidden voor de kerk
De Oktobermaand begint!
Paus Franciscus heeft op het feest van de aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël aan heel de kerk gevraagd gedurende de oktobermaand (de rozenkransmaand) dagelijks de rozenkrans te bidden om zich als volk van God te verenigen in gemeenschap en boetedoening om God te vragen de kerk te beschermen tegen de listen van de duivel.
De boetedoening is omdat we niet alleen onze persoonlijke zonden betreuren maar ook weten dat we onderdeel zijn van een lichaam dat onder de zonde lijdt: het lichaam van Christus dat de Kerk is. De paus denkt hier natuurlijk bijzonder aan de afschuwelijke berichten over misbruik dat door geestelijken is begaan. Daarnaast denkt hij - zo mogen we wel veronderstellen - aan pogingen om gebruikmakend van de beschamende situatie waarin de kerk zich bevindt, de eenheid van de kerk te beschadigen.
De paus heeft daarbij gevraagd aan het rozenkransgebed de gebeden toe te voegen die bijzonder de bescherming van Maria en de aartsengel Michaël inroepen. Deze gebeden geef ik hieronder weer in een Nederlandse vertaling en in de Latijnse versie.
Sub tuum...
Onder uw bescherming
nemen wij onze toevlucht,
o, heilige Moeder van God.
Wijs onze gebeden niet af als wij in nood zijn,
maar verlos ons uit alle gevaren,
Gij glorierijke en gezegende maagd!
Sancte Michael...
Heilige aartsengel Michaël,
verdedig ons in de strijd;
wees onze bescherming
tegen de boosheid en de listen van de duivel.
Wij smeken ootmoedig,
dat God hem zijn macht doe gevoelen.
En gij, vorst van de hemelse legerscharen,
drijf Satan en de andere boze geesten,
die tot verderf van de zielen
over de wereld rondgaan,
door de goddelijke kracht
in de hel terug.
Sub tuum
Sub tuum praesídium confúgimus,
sancta Dei Génetrix;
nostras deprecatiónes ne despícias in necessitátibus,
sed a perículis cunctis líbera nos semper,
Virgo gloriósa et benedícta.
Sancte Michael...
Sancte Míchael Archángele, defénde nos in próelio;
contra nequítiam et insídias diáboli esto praesídium.
Imperet illi Deus, súpplices deprecámur,
tuque, Prínceps milítiae caeléstis,
Sátanam aliósque spíritus malígnos,
qui ad perditiónem animárum pervagántur in mundo,
divína virtúte, in inférnum detrúde. Amen”.