Duizend bekoringen als je geroepen wordt
Gebedsdag gebedskring en eerste zaterdagviering
Zo’n driehonderd mensen waren naar Onze Lieve Vrouw ter Nood gekomen voor de eerste zaterdagviering en gebedsdag voor de gebedskring van het seminarie. De dag begon met de feestelijke Eucharistieviering in de Bedevaartkapel. Met lunch, getuigenissen en een Lof werd de gebedsdag vervolgd.
Bij de Eucharistieviering heb ik onderstaande homilie gehouden; voor de Mis waren drie beichtvaders druk bezig biecht te horen, terwijl de rozenkrans gebeden werd. Priester Eli Stok die aan ons seminarie studeerde voor het bisdom Rotterdam, vertelde na de lunch over zijn beleving van het priesterschap in de parochies waar hij is aangesteld, seminaristen gaven een getuigenis en brachten muziek mten gehore.
Homilie
Duizend bekoringen
Broeders en zusters,
Het is goed dat u hier bent gekomen vandaag
om te bidden om priesterroepingen.
Dat gebed is heel hard nodig,
want niet alleen moet het hart van een jonge man
worden geraakt
door de kracht van Gods genade
om een roeping te kunnen hebben,
hij moet daarna ook nog eens vechten
tegen duizend bekoringen,
staande in een wereld
die heel anders denkt en doet
dan Jezus ons heeft voorgedaan en voorgehouden,
en waarin veel jongeren
een goed gezin en mensen om hen heen
moeten missen
die hen kunnen steunen en helpen
om de weg van Jezus te gaan.
Anders dan de wereld...
Die weg van Jezus gaat over eenvoud,
over liefde tot God en de naaste,
over kuisheid, nederigheid en dienstbaarheid,
maar in onze wereld gaat het juist erom
te schitteren, goed naar voren te komen,
aandacht te trekken
en als individu aan je trekken te komen.
Het brengen van offers
is voor velen een onbekend begrip.
Ze doen het zelf niet...
Natuurlijk zijn mensen uit zo’n wereld
er dan gauw bij
om de kerk die zulke andere waarden predikt
van hypocrisie te beschuldigen
als die zelf zondigt:
zie je wel, zij doen het ook niet.
Tegen de stroom...
Dus jonge mensen moeten
met vallen en opstaan misschien
tegen de stroom van de tijd
een weg van bekering gaan.
En natuurlijk geldt dat ook
voor een meisje of jongen
met een kloosterroeping.
Allerlei vragen...
En dan zijn er nog allerlei vragen
die speciaal voor jonge mensen
ontmoedigend kunnen zijn:
Hoe zal het verder gaan met de Kerk,
nu er zo weinig jongeren zijn?
Kan ik me daarmee wel engageren?
En dan de negatieve dingen
van de katholieke kerk,
soms lijkt het wel
of dat er alleen maar is.
En kan ik het wel?
Zal ik celibatair kunnen leven?
Zal ik me een leven lang
kunnen geven in dienstbaarheid aan mensen,
in navolging van Jezus,
voor Christus en de Kerk?
Ook het huwelijk is voor veel jongeren
al een moeilijke en ingewikkelde stap.
Duizend moeilijkheden
Dat zijn angsten zoals die van de apostelen
die alleen tegen een harde wind op roeiden,
terwijl de nacht ging vallen.
En toch kan Gods genade alles
en die genade moet worden afgesmeekt:
“De oogst is groot.
Bidt de Heer om arbeiders “
Voor iemand die geroepen is,
zijn er duizend moeilijkheden,
maar natuurlijk hoeven die nog
geen enkele twijfel te veroorzaken
of een roeping op de lange baan doen schuiven;
wie echt geroepen is
zal een verlangen voelen en een inzet
om voor de wil van God wil gaan.
Dwaalwegen blokkeren
Het is uit deze innerlijke motivatie,
vanuit de liefde voor Christus en de Kerk
en de liefde voor de roeping,
dat iemand die geroepen is
de kracht zal ontvangen
om bekoringen en moeilijkheden te overwinnen.
“Heer, voor U wil ik leven,
dus de grote dwaalwegen
zal ik blokkeren.
En mocht ik toch een keer gestruikeld zijn,
wil ik opstaan, vergeving vragen, verder gaan”.
Geen hypocrisie, geen dubbelleven!
Eerlijkheid en bekering zijn essentieel
- eigenlijk voor iedere christen -;
hypocrisie en een dubbel leven
zijn een doodlopende weg.
Daarom onder meer
is het eerlijke gesprek van een seminarist
met zijn geestelijke vader zo belangrijk.
Niet nieuw
Nu zijn die duizend moeilijkheden
eerlijk gezegd
niet helemaal nieuw.
Toen ik achttien was,
traden alle priesters uit
- van de zes kapelaans die in mijn geboorteplaats waren,
zijn er vijf uitgetreden en de zesde is vroeg gestorven -,
de seminaries waren gesloten
en in de kerken leek het wel
of niemand meer geloofde
in de Eucharistie:
er was geen eerbied
en de liturgie was vaak een rommeltje.
Geloofsbelijdenissen werden veranderd
en velen kwamen niet verder
dan het evangelie van de barmhartige Samaritaan.
In deze tijd?
Dus toen ik tegen mijn ouders zei
dat ik priester wilde worden,
keken ze voornamelijk bezorgd:
Zou je dat nu nog wel doen,
in deze tijd?
Gelukkig heb ik er nooit spijt van gehad.
En zij ook niet.
Ik ben dankbaar dat ik dit jaar
al veertig jaar priester mag zijn.
Een verwelkomende kerk
Maar wat zeker ook belangrijk is
- naast het gebed om roepingen -
is dat we in de kerk proberen
een gemeenschap te vormen
waar jonge mensen echt welkom zijn,
dat we hen kansen geven
zich te vormen
en een plaats en een rol in onze geloofsgemeenschap te krijgen
en dat we hen ondersteunen
om een weg met Jezus
- een weg van geloof - te gaan.
Heel veel jongeren hebben van huis uit
weinig of niets meegekregen,
vele jongeren - ook uit katholieke families -
zijn niet meer gedoopt
en niet met het geloof opgegroeid,
zij moeten dus een langere weg gaan
om bij Jezus en de Kerk uit te komen,
maar zij hebben hetzelfde hart
en dezelfde bestemming
gekregen als wij.
Wees wegwijzers
Dus laten we allen proberen
wegwijzers te zijn
naar Christus en de Kerk,
naar het evangelie en de sacramenten,
want die boodschap van het evangelie
en de sacramenten
zijn oneindig rijk en mooi.
We kunnen allemaal iets doen.
Ons geloof, ons voorbeeld, onze hartelijkheid en openheid
kunnen daaraan bijdragen
en natuurlijk ook ons gebed.
Daarvoor is niemand te oud!
Ik was als kind misdienaar in een bejaardenhuis
en bij hoogbejaarde, emeriti priesters.
Die hebben op mij grote indruk gemaakt
en zeker bijgedragen aan mijn roeping.
Dus: we zijn nooit te oud
om een steentje bij te dragen!
Laten we bidden om roepingen
en door ons gelovig christen-zijn
wijzen naar Hem
die de Weg, de Waarheid en het leven is.
Amen