Het lijden: geen noodlot maar een missie
Goede Vrijdag
In ons menselijk lijden komen allerlei vragen naar voren: waarom wordt me dit aangedaan? En er kunnen allerlei menselijke factoren zijn: veel lijden wordt anderen aangedaan doordat mensen voor zichzelf kiezen, zelf voordeel willen behalen, goed uit een situatie willen komen. Maar dat is nog maar de buitenkant. Die is er ook en die doet pijn. Tegelijk is er een binnenkant. In het lijden kunnen we een zending, een missie beleven. Hoe? Laten we naar Jezus kijken.
Op Goede Vrijdag vierden we ’s avonds de liturgische plechtigheid in de kathedraal met het gezongen lijdensverhaal, het universeel gebed (de grote voorbede van Goede Vrijdag nu met een extra intentie vanwege de Pandemie) en de communieritus. Die is ook te volgen via het YouTube-kanaal van de kathedraal, toegankelijk bijvoorbeeld via de website van het bisdom.
Het is volbracht
Een noodlot?
“Het is volbracht”.
Die laatste woorden van de Heer
geven al aan dat het om een zending ging,
een missie,
niet om een noodlot,
dat zomaar over Hem heen is gekomen,
zonder zin en zonder betekenis.
Nee!
Dat klonk ook door
in heel het lijdensverhaal
dat we hebben gehoord.
Dit was geen verslag van
een groot lijden op zich
met beschrijving van alle details,
geen geschiedenis van zelfbeklag,
geen verhaal vol verwijten
waarom Hem dat moest overkomen,
niet het verhaal van iemand die
opgesloten in zijn pijn en zijn verdriet
een uitzichtloze weg gaat.
De buitenkant: wat de mensen zagen...
Zeker, er is die buitenkant van het lijdensverhaal:
Judas
het verraad van Judas in de hof van olijven
voor wat geld
- dertig zilverlingen, de prijs voor een slaaf -
en erkenning, positie, belangrijk zijn
bij de hogepriesters.
Het was zoals nog steeds
mensen nogal eens kunnen handelen
uit dit soort motieven;
Petrus
dan de verloochening door Petrus
- nee, nu kende hij deze Jezus niet -
ook hij wilde graag worden geassocieerd
met succesvolle en gewaardeerde figuren,
niet met een verworpene;
en dan was er bij hem natuurlijk de angst
om wat hemzelf kon overkomen,
dat het virus van de haat
zich ook tegen hem zou gaan keren.
Hogepriesters
Er waren de hogepriesters die alles op alles zetten
om deze man uit de weg te ruimen
die zij waren gaan ervaren als een bedreiging
voor hun eigen positie.
Toen waren zij bereid
alle normen en waarden opzij te zetten
door een rover, een misdadiger vrij te laten
en de Romeinse keizer te erkennen
die zij altijd als bezetter hadden gezien.
Pilatus
Ook Pilatus koos er uiteindelijk voor
niet zijn geweten te volgen,
maar zijn positie veilig te stellen;
uit politieke motieven
liet hij de Rechtvaardige vallen.
Het volk
En het volk was er tenslotte
dat enkele dagen tevoren
nog “Hosanna” had geroepen
en Jezus op de troon had gewild.
Zij waren de “publieke opinie”,
maar wat was die gemakkelijk te beïnvloeden,
die kwam niet voort
uit een innerlijke overtuiging,
van “hier-sta-ik-voor”,
maar sfeer en klimaat, beïnvloeding
en wat “men” zei en dacht, bepaalden die.
Wat is er weinig veranderd
in tweeduizend jaar!
Menselijk
Het passieverhaal is dus
vol menselijke emoties,
menselijke verleidingen en verlangens,
kleinmenselijke gedachten
die van alle tijden zijn
bij een mensheid
die door de erfschuld is getekend.
Dat is allemaal
nog maar de buitenkant.
En het is niet allemaal zo mooi
als we aan die buitenkant
graag zouden willen laten geloven....
De lijdende Dienaar
Maar het “ik” en de “grootheid”,
de zelfverheffing
en de menselijk zwakheid,
staan in het lijdensverhaal
tegenover de zelfgave
- krachtig, overtuigd en doelbewust -
van de lijdende dienaar van God.
Dat is de zending van de Man van Smarten
die in de Hof van Olijven
geen geweld gebruikt wilde zien
en een vrijgeleide vroeg
voor de leerlingen die Hem vergezelden
en die de vernedering en de bespotting,
de marteling, de doornenkroon en het kruis
geduldig over zich liet komen.
Zijn laatste woorden waren:
“Het is volbracht”.
Jezus zag voor zich
de binnenkant,
het “hart” van dit lijden,
Hij zag de missie, de betekenis, de zin;
Hij zag het offer dat Hij bracht.
Een zin, een missie...
Zeker nu, in deze crisis-tijd,
kan dit ons inspireren
om niet zomaar op te gaan
in de pandemie als pandemie,
in het akelige dat ons bedrukt
in de klein-menselijke gevoelens
die deze situatie in ons oproept.
Laten wij bidden
dat wij de kracht mogen ontvangen
om in het lijden dat ons raakt
een zin te beleven,
een missie te zien,
een offer te brengen,
over te geven en op te dragen.
Geef een intentie aan je moeiten,
wil ze beleven in eenheid
met het lijden en kruis van deze dag.
Maria, moeder van smarten
Op het kruis heeft Jezus ons
Maria als Moeder gegeven:
“Ziedaar, je moeder”.
Daar staat zij, mede-lijdend.
Er is niemand, geen mens,
als juist Maria,
die zo heeft meegewerkt en meegedaan
met het offer van de verlossing
dat Jezus voor ons heeft gebracht
Zij heeft hem in haar schoot gedragen,
Hem gevoed en opgevoed,
zij is Hem gevolgd,
heeft Hem afgestaan met pijn:
haar Zoon, nog zo jong, zo vernederd,
als een misdadiger behandeld.
Zij bleef in Hem geloven,
zij bleef tot dit einde,
zij bleef Hem trouw.
Moeder Maria, sta ons bij
en help ons
niet te worden opgeslokt
door kruisen en lijden
op onze weg
maar een zin en onze missie
te blijven zien...
en alles met Jezus te dragen.