Feest H. Willibrord, patroon van ons bisdom en seminarie
Voorspreker voor nieuwe evangelisatie
Op zaterdag 7 november is het hoogfeest van de heilige Willibrord gevierd met een gezongen heilige Mis in de kathedraal, waar een speciale kapel aan hem is gewijd. Daar wordt op het altaar een reliek van de heilige geloofsverkondiger bewaard. Op diens voorspraak hebben we gebeden voor de kerk in ons land, voor ons bisdom, ons seminarie en voor de nieuwe evangelisatie.
homilie
Willibrord: model van een missionaris
Vorming
De heilige Willibrord
werd in 658 in Engeland,
in Northumbrië geboren.
Als jongetje van nauwelijks zeven jaar oud
werd hij aan het klooster van Ripon bij York toevertrouwd,
Daar ontving hij zijn opvoeding.
Maar toen hij negentien jaar oud was
trok hij er weg om naar Ierland te gaan
waar een strengere abdij was in Rathmelsigi.
Hier vond Willibrord onder meer twee heilige monniken
die evenals hij uit Engeland waren gekomen:
de heilige Egbert en Wigbert.
Bijna twaalf jaar besteedde Willibrord daar
aan studie en contemplatief leven.
En over missie en geloofsverkondiging
hoorde hij er:
Egbert had graag naar de missie gegaan,
maar mocht niet;
Wigbert was twee jaar in Duitsland,
maar zonder succes.
Op missie
Toen Willibrord 31 jaar was,
een jaar na zijn priesterwijding,
vroeg hij zelf te mogen gaan
en hij werd uitgezonden met elf andere monniken
van Engelse afkomst zoals hij.
Zo waren ze met twaalven,
zoals eens de apostelen van de Heer.
In 690 landde Willibrord
vermoedelijk aan de monding van de Rijn,
ging naar Utrecht en naar de hofmeier Pepijn,
die hem aanmoedigde te gaan preken
in het gebied dat hij
op de heidense koning Radboud
had veroverd.
Willibrord en de paus
Willibrord ging daarna naar de paus
om hem om het nodige gezag te vragen.
De paus gaf hem zijn zegen
en vele relieken
om te gebruiken bij het wijden van kerken.
Willibrord begon zijn werk
en bracht velen tot het geloof in Christus.
In 695 werd Willibrord opnieuw naar Rome gestuurd
met een aanbevelingsbrief van de hofmeier Pepijn
om hem tot bisschop te wijden.
Dit gebeurde volgens een goede bron
op het feest van St. Caecilia
in de basiliek die in Rome aan haar is gewijd.
Bij die gelegenheid
gaf de paus hem een nieuwe naam: Clemens.
Hiij bleef maar veertien dagen in Rome,
zo vol ijver was hij voor het missiewerk.
Salvatori
Bij terugkomst in Nederland
begon hij in Utrecht
met de bouw van de kerk van San Salvator,
de Verlosser,
en vestigde daar zijn zetel.
Salvator was de titel
van de St. Jan van Lateranen in Rome,
de kathedraal van de paus
en Willibrord wilde daarmee
een teken van eenheid en verbondenheid geven
met de paus,
wat later door vele kerk in Nederland
is overgenomen
waar U soms nu nog “Salvatori”
op de gevel ziet geschreven.
Enkele jaren later stichtte St. Willibrord
in Echternach een abdij.
Missietochten
Willibrord ging intussen verder met zijn missiewerk.
Hij werkte in Zeeland en in het Hollandse kustgebied,
waar hij van Karel Martel
vijf moederkerken kreeg:
Vlaardingen, Oegstgeest, Velsen, Heiloo en Petten,
waarvan er dus drie in ons bisdom lagen,
maar ook in Brabant en Limburg heeft hij gewerkt
en hij missioneerde
in het rijk van koning Radboud
en verder naar het noorden tot in Denemarken,
maar daar had hij weinig succes,
behalve dat hij dertig Deense jonge mannen
geloofsonderricht gaf, doopte
en hen meenam met zijn gezelschap.
Op de terugreis
werden ze door slecht weer
afgedreven naar Helgoland,
waar een van zijn metgezellen
werd gegrepen en geofferd aan de goden.
Willibrord zette ook voet aan wal in Walcheren,
waar hij door zijn liefde en geduld
veel indruk maakte op de bevolking,
maar waar hij ook een afgodsbeeld vernietigde.
Dit kwam hem te staan op de woede van een afgodspriester
die probeerde hem te vermoorden.
Willibrord kon ternauwernood ontsnappen
en keerde terug naar Utrecht.
Tegenslag
In 714 doopte Willibrord Pepijn de korte,
de zoon van Karel Martel.
Het jaar daarop heroverde Radboud
grote stukken van het Friese rijk
en vernietigde het werk van Willibrord:
kerken, missionarissen, gelovigen
gingen eraan
en velen vielen van het christendom af.
Maar in 719 stierf Radboud
en nu was Willibrord volkomen vrij
om overal de blijde boodschap te verkondigen.
Bonifatius heeft hem drie jaar geholpen,
voordat die naar Duitsland ging.
Heilige patroon
Door het harde werken van Willibrord en zijn gezellen
was het geloof geplant in grote delen
van Holland, Zeeland
en de overige delen van het huidige Nederland.
Terecht wordt Willibrord de apostel der Friezen genoemd
en is hij de patroon van onze kerkprovincie
en van ons bisdom Haarlem-Amsterdam
en ons seminarie.
Echternach
Willibrord was steeds van tijd tot tijd
naar Echternach gegaan
met name voor rust, gebed en retraite.
Toen hij oud was, de laatste tien, twaalf jaar van zijn leven,
ging hij er permanent wonen
en zo komt het dat hij daar is gestorven
op de leeftijd van 81 jaar,
op 7 november 739.
Sindsdien is Echternach een bedevaartplaats,
waar jaarlijks kort na Pinksteren
de beroemde springprocessie wordt gehouden.
Kenmerken van zijn leven en werken
De heilige Willibrord heeft het evangelie
dat wij hebben gelezen
met kracht en ijver waargemaakt.
Hij heeft zijn leven gegeven
om in moeilijke omstandigheden
het geloof te verkondigen.
Daarbij vielen op
zijn geduld en zijn vriendelijkheid,
de liefdevolle omgang
met de bevolking en zijn medewerkers.
Hij had in het monniksleven
zich al geoefend
in ascese en overgave aan Gods wil.
Hij had weinig voor zichzelf nodig.
Hij voelde zich sterk verbonden met de paus.
Hij wilde van de paus zelf zijn zending ontvangen
om het geloof in deze gebieden te verkondigen
en vond het van het grootste belang
om steeds te werken in eenheid
met de opvolger van Petrus.
Hij liet zich niet afschrikken
door het onbekende en nieuwe,
hij stak van wal, voer “naar het diepe”.
Tenslotte is belangrijk
dat hij trouw bleef aan het gebed,
zich regelmatig terugtrok
voor tijden van bezinning, van retraite,
van gebed
in het door hem gestichte klooster.
Wens
Laten we op voorspraak van St. Willibrord bidden
voor ons bisdom, ons seminarie, heel ons land
dat God ons moge zegenen en bewaren,
roepingen zal geven en bezielde gelovige mensen,
die zijn voorbeeld willen volgen;
dat de kerk op zijn voorspraak
mag bloeien en groeien.