Het vermogen om kinderen van God te worden
Niet uit bloed, niet uit begeerte, niet uit macht...
Op de eerste kerstdag in de fraaie St. Urbanuskerk in Nes aan de Amstel heb ik in de hoogmis met het gemengde koor, orgel en trompet (ja, Nes is een kleine gemeenschap, maar heel wat mans!) de volgende homilie gehouden bij het evangelie van de dagmis, de proloog van het Johannesevangelie.
homilie
Op deze eerste kerstdag kijken we als het ware terug op het gebeuren van de kerstnacht meet een contemplatieve blik.
Want het lijkt voor het oog allemaal zo mooi en romantisch: een kindje wordt geboren in een stal, engelen zingen en herders en wijzen komen het kindje aanbidden.
Maar dat kindje is onze Heer en God en het komt om ons te verlossen.
“Het licht schijnt in de duisternis....
maar de duisternis nam het niet aan”, zo hoorden we in het evangelie van vandaag.
En zeker, dat beantwoordt wel aan onze ervaring: het goede dat we doen, de liefde die we geven, de offers die we brengen: ze dringen zich niet op.
Hoe vaak gebeurt het niet dat je iets goeds voor anderen doet: voor de parochie, voor kinderen, voor iemand in de buurt, een kennis of een vriend, en niemand herkent het, niemand waardeert het, niemand geeft je de erkenning die je eigenlijk verdient.
Voor vele mensen is dat zelfs een fundamentele ervaring: ze zijn opgegroeid zonder de liefde en waardering die ze eigenlijk zouden hebben mogen verwachten.
Maar: daar begint precies je geloof.
Aan de ene kant omdat Jezus zelf dat zo heeft meegemaakt: “Het licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan”: ze moesten Hem niet, ze zochten Hem als baby al te vermoorden en uiteindelijk sloegen ze Hem aan het kruis.
Dus aan de ene kant deel je het lot van Jezus als je niet die waardering krijgt; aan de andere kant is het juist je geloof dat zegt: Zo is het niet! Er is wél waardering voor je, er is wél Iemand die je liefheeft, Iemand die alles voor je overheeft, die je kent en je begrijpt.
Laat toch toe dat Zijn licht in jouw duisternis schijnt.
Zie op dit kerstfeest de liefde van God, die op aarde is verschenen! “Het licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan”.
Maar waar leven mensen dan voor als zij het licht niet willen ontvangen? Het evangelie noemt feitelijk drie aspecten, drie dingen die mensen in de weg staan om het licht in hun leven te ontvangen.
Die aspecten worden genoemd als het evangelie over diegenen die Hem wél aanvaarden en het licht ontvangen, zegt: “Zij zijn niet uit bloed, noch uit begeerte, noch uit de wil van een man”.
Natuurlijk kunnen we deze woorden letterlijk nemen en ze lichamelijk verstaan: als een kind ontvangen en geboren wordt treedt bloedverlies op en de Joden zagen het bloed ook als beeld van het zaad en het leven en de begeerte en de wil hebben met seksualiteit en lust te maken, maar er zit ook een geestelijke betekenis achter: als je uit God geboren bent, als je een kind van God wilt zijn, uit Hem en door Hem en voor Hem wilt leven, zijn ook de keuzes die je maakt anders.
Het bloed is voor de Joden ook ‘drager’ van het geestelijk aspect van de mens, zijn geest, zijn kennis en verstand.
Die kunnen gemakkelijk een afgod worden: wat wij met ons verstand niet doorzien, dat bestaat niet.
Het was de oerbekoring van de eerste mensen om kennis te willen hebben en daardoor aan God gelijk te zijn.
Dat was de bekoring van hoogmoed.
Daartegenover staat de nederigheid en de eenvoud van het Kind dat in de kerstnacht is geboren.
Ook het tweede aspect, de begeerte, de lust, is belangrijk: de begeerte kan mensen gemakkelijk van God vervreemden.
Het méér willen hebben, ontevredenheid, maakt de dankbaarheid kapot en de lust trekt “liefde”naar zich toe en maakt die kapot, het wordt een alles verscheurend beest.
Daartegenover staat opnieuw dit Kind dat gekomen is om offers te brengen, niet aan egoïsme toe te geven, dat meer wil geven dan nemen.
Het derde aspect is de wil van een mens; de eigen wil, het verlangen om te heersen, om macht over anderen uit te oefenen, is ook al zoiets waardoor veel fout gaat in onze wereld: hoeveel onrecht gebeurt er niet door machtsuitoefening en dan denk ik niet alleen aan wrede dictatoren, maar ook aan situaties in het klein.
Bij seksueel misbruik bijvoorbeeld gaat het in feite om het uitoefenen van macht.
Daartegenover staat de dienstbaarheid van dit Kind, dat werkelijk helemaal niet komt om zichzelf te verheffen, aanzien te krijgen of macht uit te oefenen.
Hij dwingt niemand.
Zijn leven is alleen maar een uitnodiging om de liefde te herkennen en Hem te volgen, om jezelf te geven in liefde en dienstbaarheid, zonder een beloning of erkenning te verwachten, maar gedragen door geloof in de liefde van God voor jou.
Dus: doe als God zelf, wij zijn toch mensen naar Zijn beelkd en gelijkenis en we hebben het vermogen ontvangen om kinderen van God te kunnen zijn.
Laat dus je licht schijnen in de duisternis, richt je op het goede, doe het goede, zonder je af te vragen of je er iets voor terugkrijgt.
Het goede, dat wat van God komt en weer naar God leidt, dát moet altijd je leidraad zijn.
Dat het Kind van kerstmis opnieuw geboren mag worden, in ons hart, in ieder mensenhart.
Amen.