Disciplinaire maatregelen bij seksueel misbruik
artikel in 'Recht, religie en samenleving'
Voor het einde van deze maand verschijnt bij uitgeverij Larcier het eerste nummer van de nieuwe jaargang van het tijdschrift 'Recht, Religie en Samenleving', dat ingaat op allerlei thema's die kerkelijk en Nederlands/Belgisch recht raken of die op dat grensvlak van kerk en samenleving bijzondere betekenis hebben. Zo heb ik voor deze uitgave een artikel geschreven over de vraag wat een bisschop moet doen als hij een beschuldiging van seksueel misbruik voorgelegd krijgt.
Hij moet een onderzoek starten, vaak disciplinaire maatregelen nemen: hoe gaat dat dan? Daarover zijn intussen kerkelijke documenten en jurisprudentie beschikbaar, die in dit artikel worden besproken. Het tijdschrijft vershcijnt twee maal per jaar. Abonnementen kosten €80; afleveringen en abonnementen zijn te bestellen bij: De Boeck Services, tel. +3210482570 of: bestelling@deboeckservices.com
Wanneer een priester, diaken of kerkelijk medewerker wordt beschuldigd van seksueel misbruik of van een ander misdrijf (delict) en die beschuldiging tenminste schijn van waarheid, enige waarschijnlijkheid (“saltem veri similem”) bezit, moeten soms in een vroeg stadium bepaalde maatregelen worden genomen om herhaling of voortzetting van de ernstige, strafbare feiten te voorkomen.
Deze maatregelen kunnen worden genomen als voorzorgsmaatregelen in het kader van een kerkelijk strafproces (c. 1722). Ook buiten dit kader werd in sommige gevallen met name door een Ordinaris of de Congregatie voor de Geloofsleer een disciplinaire maatregel opgelegd. In het artikel wordt ingegaan op enkele kerkelijke uitspraken en documenten hierover en de jurisprudentie die hieromtrent in de laatste jaren is ontstaan.