Kapittel van De Voorzienigheid
Nieuwe Overste en Raad gekozen
Woensdagmiddag 7 juni was ik bij de slotmiddag van het kapittel van de zusters van de Voorzienighied, één van de diocesane congregaties van het bisdom Haarlem-Amsterdam. Die middag werden de algemeen overste en de algemene |raad gekozen, tezamen bestaande uit vier zusters. Na het geslaagde keuzekapittel vierden we de Eucharistie maar eerst bracht ik nog een bezoek aan de begraafplaats van de zusters, waar trouwens ook twee bisschoppen begraven zijn.
Overste en Raad
Wie vormen het nieuwe "bestuur van de Congregatie"? Het zijn zuster Riet Hendriksen als algemeen overste en de zusters Ellen Terpstra, José Höhne-Sparborth en Mathea Levering als leden van de Raad. Van harte feliciteer ik hen en wens hen veel zegen toe voor de toekomst die met het afnemend aantal zusters (er zijn er nu nog 24) en een groot bezit voor uitdagingen stelt. De zusters worden hierin geholpen door een Beheersstichting, in het bestuur waarvan naast enkele zusters ook betrokken deskundige leken zitten.
Afscheid
Dit betekent dat zr. Johanna Ketelaar afscheid neemt als algemeen overste. Twintig jaar heeft zij in het bestuur van haar Congregatie gezeten, de eerste acht jaar als Raadzuster, de laatste twaalf jaar als algemeen overste. Het is alleszins begrijpelijk dat zij zich niet meer verkiesbaar stelde na zoveel jaren van bestuurlijke inzet, waarvoor we haar hartelijk hebben gedankt.
Begraafplaats
De begraafplaats van Bosbeek is eigenlijk meer dan een begraafplaats. De namen van alle zusters van de Congregatie zijn daar vereeuwigd, waar zij ook geleefd hebben of begraven zijn. Daarnaast liggen behalve vele zusters er ook de bisschoppen Huibers en Zwartkruis begraven.En ook mgr. Stieger ligt er, een priester en vicaris die vroeger ook veel bekendheid genoot (onder meer als predikant) en rector was van het huis. Ik werd er rondgeleid door de vers gekozen algemeen overste.
Eucharistie
In de kapel van Bosbeek vierden we vervolgens de Eucharistie. Daar mocht ik het nieuwe bestuur presenteren dat aan het einde van de viering een woordje deed bij monde van de algemeen overste. In de preek stond ik naar aanleiding van Jo 15,9-17 stil bij de veranderde situatie van de zusters: niet meer de grote werken en instituties zijn in de handen van zusters, maar die zijn ook niet het belangrijkste. Het belangrijkste is de liefde en die uit zich ook in het kleine gebaar. Om dit te illustreren vertelde ik het oude verhaal van de man die een kerk op een heuvel liet bouwen maar op de gedenksteen de naam van een onbekende aantrof, die de paarden hooi en water had gegeven, die de stenen hadden moeten sjouwen. Het kleine gebaar waar liefde uit spreekt, is van groot belang. Het gaat niet om het ik en de prestatie, maar veel meer om het hart waaruit de dingen worden gedaan. Dat gold ook voor Jezus: "niemand heeft groter liefde dan wie zijn leven geeft", dat is wat de Heer heeft gedaan.
Nog een welkom en afscheid
Na afloop van de viering was er nog een gezellige receptie waar ik ook afscheid kon nemen van mw. Ellen van Dam die het bestuur van de beheersstichting en het Maria Strootfonds gaat verlaten wegens maximum termijnen en zr. Monica Raassen kon begroeten die haar zetel gaat overnemen.
De preek werd iets anders dan ik had voorbereid omdat ik door een misverstand op een ander evangelie had gerekend. Hieronder volgt de niet-uitgesproken homilie, met elementen van wat wel is gezegd.
Homilie
DE BRON WAARUIT JE LEEFT
EUCHARISTIEVIERING BIJ HET KAPITTEL VAN DE ZUSTERS VAN DE GODDELIJKE VOORZIENIGHEID
Een kwestie
Sadduceeën komen bij Jezus,
ze komen met een “casus”,
een kwestie bij Jezus.
Ze redeneren heel vernuftig en knap
om al redenerend te kunnen bewijzen
dat zijzelf gelijk hebben en Jezus niet.
Dwaalspoor
Jezus noemt het een dwaalspoor
waar ze op zitten,
want het is menselijk geredeneer
dat het belangrijkste uit het oog verliest:
de Schrift en Gods macht.
En juist dat is de grootste dwaling
die mensen kan overkomen:
dat zij gevangen zitten in menselijk geredeneer
en de kracht van het geloof en de macht van God
uit het oog verliezen.
Dat is nog steeds wel zo
ook op het terrein van die discussie
die de Sadduceeën
met Jezus willen aangaan.
Mensen zeggen: dood is dood.
Dat is de uitkomst van het redeneren
binnen louter menselijk perspectief.
Er is geen leven na dit leven,
er is geen opstanding van de doden,
geen hemel en geen oordeel,
dat is wat de mensen zeggen,
net als de Sadduceeën toen.
Prestaties?
Mensen gaan uit van menselijke prestaties;
voor hen zijn de zusters van waarde geweest
toen zij grote instellingen hadden
en zorgden voor zieken en verwaarloosde jeugd
en tal van andere zaken.
Maar vanuit ons geloof in het eeuwig leven
gelden heel andere maatstaven:
voor God gelden niet je prestaties,
maar tellen je geloof, je liefde en je toewijding.
Het is voor God zelfs niet zo
dat de mooie werken en de instellingen tellen;
voor Hem telt het kleine gebaar
en telt de prijsgave van jezelf.
Het gaat om de liefde.
God heeft ons dan ook niet willen verlossen
door iets groots en geweldigs te doen,
maar door heel klein en eenvoudig te worden,
door onder ons als mens te komen, Jezus Christus,
niet door een prachtig werk tot stand te brengen
en bijvoorbeeld een mooi gebouw neer te zetten,
maar door iets te ondergaan,
door lijden en kruis:
door liefde tot het uiterste...
De werken van De Voorzienigheid
Dat heeft ons veel te zeggen.
De Congregatie van de zusters van de Voorzienigheid
heeft veel moois tot stand gebracht,
goede werken verricht.
Dat blijft overeind staan
ook al zijn er daarna ook moeilijk te plaatsen,
niet te begrijpen
feiten aan het licht gekomen.
We mogen hopen en bidden
dat het goede wat is gedaan
uit liefde tot God,
uit liefde voor de mensen, jong en ouder,
mensen in een kwetsbare positie,
die aan de zorgen van de zusters waren toevertrouwd,
dat al dit goede
vrucht mag dragen
in het leven van deze mensen
en zo in de wereld van vandaag.
Als een boom
We kunnen het goede dat we doen
niet meten.
Het goede is als een boom
die zijn wortels overal heen uitstrekt;
je ziet ze niet
want die wortels blijven gewoonlijk
onder de grond verborgen;
en die boom geeft schaduw
en zijn zaadjes waaien op de adem van de wind
naar plaatsen die we niet kennen.
Zo is het ook met het goede dat we doen.
De uitwerking ervan kennen we
maar zeer ten dele,
het meeste blijf verborgen voor onze ogen.
Als je het geloof maar niet verliest...
Maar als je het geloof verliest
in dat goede dat zich verspreidt,
het geloof in de eenvoudige
liefde van God voor het kleine gebaar,
in het lijden dat in stilte wordt geleden
en in het gebed dat samen in de getijden
of in de stille binnenkamer van ons hart
wordt gezegd,
als je dat geloof verliest,
dan blijft het menselijk geredeneer over
dat altijd gelijk denkt te hebben,
maar de Goddelijke logica is vergeten.
Dat gebeurde die Sadduceeën
over wie we in het evangelie hoorden.
Zij vergaten het bovennatuurlijke, het wonder,
dat God een God van levenden is...
Leiding ervaren
Maar de Goddelijke logica
is die van de Voorzienigheid:
alles is in Zijn Goddelijk plan verborgen
en als we ons daaraan overgeven,
gaan we steeds meer die leiding ervaren.
Het vertrouwen in de Voorzienigheid
vraagt om overgave:
God weet het beter,
ik mag mij aan Hem overgeven,
onze grootste kracht
is de kracht van het vertrouwen.
Beste zusters,
van harte wens ik U die genade toe:
de kracht van het vertrouwen,
dat we inderdaad onszelf toevertrouwd mogen weten
aan de Goddelijke Voorzienigheid.